56
Gebruik en onderhoud ZF 4-1 M / ZF 30 M
5.1.3 BEDIENINGSSYSTEEM
LET OP!
Controleer of de bedieningsstang
of kabel soepel beweegt.
SCHAKELWEG
:
Mod:
ZF 5 M - 6 M - 10 M- 12 M - 15 M
- 15 MA - 15 MIV - 25 M - 25 MA
- 30 M.
De minimale schakelweg (N-A=N-B)
moet 35 mm zijn voor het buitenste
scharnierpunt en 30 mm voor het bin-
nenste scharnierpunt.
Fig. 8:
1) Bevestigingsschroef hendel aan-
haalmoment 22 ± 1 Nm.
2) Minimale schakelweg voor de be-
dieningskabel
3)
Demonteer het bedieningsdeksel
niet.
4) Olieaftapdop.
Aanhaalmoment: Ma = 22 Nm (16
lb-ft).
SCHAKELWEG
:
Mod:
ZF 4-1 M
De schakelweg (N-A=N-B) moet
38,5±1,5 mm zijn voor het buitenste
scharnierpunt en 33,5±1,5 mm voor
het binnenste scharnierpunt (vanuit
neutrale stand).
Wanneer de hendel een hoek van
meer dan 10°-12° maakt, begint deze
loodrecht naar buiten te bewegen en
stopt deze wanneer de weg is afgelegd
(hoek van 40°).
Fig. 9:
1) Bevestigingsschroef hendel aan-
haalmoment 22 ± 1 Nm.
2)
Demonteer afdichtingsring
3)
Demonteer het bedieningsdeksel
niet.
HENDELSTAND:
In neutrale stand
loodrecht op bedieningsstang of -ka-
bel. De schakelhendel kan met behulp
van een klemschroef in elke stand
worden vastgezet . Minimumafstand
tussen schakelhendel en -deksel is
0.5 mm. Wanneer het deksel wordt
geopend of losgemaakt, moet opnieuw
worden afgesteld (mag alleen worden
uitgevoerd door gespecialiseerd per-
soneel).
Fig. 10:
1) Oliepeilstok en olievuldop (17
mm)
Aanhaalmoment: Ma = 20 Nm (15
lb-ft).
2) Afstand bedieningshendel van het
deksel min 0,5 mm.
CONTROLES:
Om een goede werking
te kunnen garanderen moet de positie
van de hendel regelmatig gecontro-
leerd worden.
6.1 Onderhoud
6.1.1 VLOEISTOFPEIL-
CONTROLE
WAARSCHUWING
Werk niet aan de keerkoppeling
wanneer u wordt gesleept of voor
anker gaat in een rivier. De schroef
kan dan namelijk gaan draaien.
B E S C H R I J V I N G O L I E S T O K
(Fig.11):
1) Oppervlakte behuizing.
2) Oliepeilstok.
3) Oliepeil.
4) ATF olie.
5) Afdichtingsring.
Het transmissievloeistofpeil kan in
koude of warme toestand worden
gecontroleerd.
N.B.
: Controleer altijd het oliepeil alvo-
rens de omkeerinrichting in bedrijf te
stellen door als volgt te werk te gaan.
- Draai de vloeistofpeilstok (figuur
11) los door de greep linksom te
draaien.
- Veeg de peilstok met een schone en
stofvrije doek af.
- Steek de peilstok naar binnen – niet
erin schroeven. Verwijder peilstok en
controleer vloeistofpeil: Het vloei-
stofpeil moet zich tussen het mini-
mum- en het maximummerkteken
bevinden (3-4
fi
guur 11).
- Steek de peilstok naar binnen en
draai deze vast door de greep
rechtsom te draaien.
LET OP!
Afhankelijk van het type en de plaat-
sing van de koeler en de leidingen
zal zich een bepaalde hoeveelheid
olie verzamelen nadat de motor is
stilgezet en zal deze na een langere
stilstandperiode in de keerkoppe-
ling terugstromen.
Hierdoor kan het oliepeil in de keer-
koppeling boven het max. merkte-
ken komen. Verwijder de overtollige
olie niet, maar ga volgens te werk.
- Laat de motor stationair draaien (met
de schakelhendel in de neutrale
stand) totdat de oliekoeler en alle
leidingen met vloeistof zijn gevuld.
- Schakel de motor uit en controleer
direct daarna het vloeistofpeil. Indien
noodzakelijk, olie bijvullen tot het
merkteken op de peilstok.
Het met de peilstok gemeten vloei-
stofpeil (
fi
guur 11) moet tussen het
min. en het max. merkteken liggen.
Het vloeistofpeil moet na een korte
gebruiksperiode opnieuw worden
gecontroleerd.
6.1.2 VLOEISTOF
VERVERSEN
LET OP!
De eerste verversing moet worden
uitgevoerd na 25 bedrijfsuren.
Hierna dient de olie na elke 300
bedrijfsuren of eenmaal per jaar te
worden ververst (afhankelijk van de
termijn die het eerst is verstreken).
LET OP!
De oude olie moet als speciaal af-
val beschouwd worden waardoor
het milieu verontreinigd wordt: de
olie moet dus afgevoerd worden in
functie van zijn gedifferentieerde
structuur.
6.1.3 T R A N S M I S S I E V L O E I -
STOF AFTAPPEN
Verwijder de dop (1 Fig. 12) en laat
de olie weglopen door de speciale
opening in de onderkant van de be-
huizing.
6.1.4 VULLEN MET
TRANSMISSIE
VLOEISTOF
Vullen met olie voor automatische
versnellingen ATF volgens de als volgt
weergegeven hoeveelheden.
Summary of Contents for 4-1 M
Page 84: ...84 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 5 M 12 1 Installation Layout...
Page 85: ...85 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 6 M...
Page 86: ...86 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 10 M...
Page 87: ...87 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 12 M...
Page 88: ...88 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 15 M...
Page 89: ...89 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 15 MA...
Page 90: ...90 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 15 MIV...
Page 91: ...91 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 25 M...
Page 92: ...92 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 25 MA...
Page 93: ...93 ZF 4 1 M ZF 30 M ZF 30 M...
Page 94: ...94 ZF 4 1 M ZF 30 M...
Page 96: ......
Page 98: ...98 ZF 4 1 M ZF 30 M NOTE...
Page 99: ...99 ZF 4 1 M ZF 30 M NOTE...
Page 100: ......