NL
(Vertaling van de originele instructies)
ALARMEN TRACTIEKAART
Als de tractie van de machine onderbroken mocht zijn, moet men de foutcode via de statusLED
bepalen. Tijdens de werking, indien geen storingen aanwezig zijn, brandt de statusLED
voortdurend. Als de bediening een defect detecteert, verschaft de statusLED twee soorten
informatie d.m.v. langzaam (2 Hz) of snel (4 Hz) knipperen, om de ernst van het defect aan te
geven.
De defecten met langzaam knipperen wissen zichzelf automatisch zodra het defect wordt
gerepareerd en de machine begint weer normaal te functioneren. Defecten met snel knipperen
(“*” in de tabel) worden van ernstiger aard beschouwd en vereisen dat de machine wordt
uitgeschakeld. Na reparatie van het defect kan de machine weer worden ingeschakeld.
De aanduiding van de ernst blijft 10 seconden actief, waarna de statusLED continu zal knipperen
HQHHQVWRULQJVLGHQWL¿FDWLHFRGHYDQFLMIHUVZRUGWJHWRRQGWRWGDWKHWGHIHFWJHUHSDUHHUGLV
Voorbeeld foutcode “1,4” wordt op deze wijze weergegeven:
Ƒ
ƑƑƑƑ
YRRUEHHOGDODUPFRGH
LEDCODES
BESCHRIJVING
REMEDIE
1.1
Ƒ
Ƒ
Uitgang tractiemotor defect - Overstroomfout
Neem contact
op met de
klantenservice
1.2
Ƒ
ƑƑ
Storing op de EEPROM - op het hoofdschakelaar -
storing op de interne componenten van de printplaat -
verkeerde tractiemotorspanning.
1.3
Ƒ
ƑƑƑ
NIET GEBRUIKT
1.4
Ƒ
ƑƑƑƑ
NIET GEBRUIKT
2.1
ƑƑ
Ƒ
Onjuiste ontstekingsvolgorde van de machine (via
sleutel)
2.2
ƑƑ
ƑƑ
Onjuiste ontstekingsvolgorde van de machine (via
sleutel)
2.3
ƑƑ
ƑƑƑ
Onjuiste ontstekingsvolgorde van de machine
gedurende meer dan vijf seconden
2.4
ƑƑ
ƑƑƑƑ
Storing potentiometer snelheidsbegrenzer op dashboard
3.1
ƑƑƑ
Ƒ
NIET GEBRUIKT
3.2
ƑƑƑ
ƑƑ
NIET GEBRUIKT
3.3
ƑƑƑ
ƑƑƑ
Storing gaspedaal
3.4
ƑƑƑ
ƑƑƑƑ
NIET GEBRUIKT
4.1
ƑƑƑƑ
Ƒ
Accuspanning te laag (spanning < 21V)
4.2
ƑƑƑƑ
ƑƑ
Accuspanning te hoog (spanning > 48 V)
4.3
ƑƑƑƑ
ƑƑƑ
Thermische interventie bij hoge temperatuur > 80° C
tractiemotor
4.4
ƑƑƑƑ
ƑƑƑƑ
NIET GEBRUIKT
25