6
020571.03
vetus®
Installation recommendations for thrusters
D
L
=
α
L = 1 x D ... 3 x D
α
: min. 0º
max. 15º
D
3
Overgang van tunnelbuis naar scheepsromp
T
ip
:
De wijze waarop de tunnelbuis overgaat in de scheepsromp is van grote invloed op de door de boegschroef geleverde stuwkracht en op
de rompweerstand tijdens de normale vaart.
Met een directe overgang van de tunnelbuis op de scheepsromp, zonder schelp, worden re-
delijke resultaten behaald.
R
R
C
Beter is het de overgang af te ronden met
een straal ‘R’ van ca. 0,1 x D.
Nog beter is het om schuine zijden ‘C’ van
0,1 à 0,15 x D toe te passen.
Een directe overgang op de scheepsromp
kan scherp worden gemaakt.
Met een schelp in de overgang van de tunnelbuis op de scheepsromp wordt een lagere
rompweerstand tijdens de normale vaart verkregen.
D
R
R
C
De overgang met schelp op de scheeps-
romp kan scherp worden gemaakt.
Beter is het de overgang met schelp, af te
ronden met een straal ‘R’ van ca. 0,1 x D.
Het beste is een overgang met schelp, met
een schuine zijde ‘C’ van 0,1 à 0,15 x D.
Kies de lengte ‘L’ voor een schelp tussen 1 x D en 3 x D.
Een schelp dient zodanig in de scheepsromp te zijn opgenomen dat
de hartlijn van de schelp samenvalt met de te verwachten vorm van
de boeggolf.
Boegschroef
‘
BOW . . . . .’
D
[mm]
L
[mm]
25 . . .
110
110 ... 330
45 . . .
125
125 ... 375
35 . . .
55 . . .
150
150 ... 450
60 . . .
75 . . .
95 . . .
185
200 ... 600
125 . . .
160 . . .
250
250 ... 750
220 . . .
230 . . .
285 . . .
310 . . .
300
300 ... 900
410 . . .
550 . . .
400
400 ... 1200
Boegschroef
‘
BOW . . . . .’
D
[mm]
R
[mm]
C
[mm]
25 . . .
110
11
11 … 17
45 . . .
125
13
13 … 19
35 . . .
55 . . .
150
15
15 … 22
60 . . .
75 . . .
95 . . .
185
20
20 … 30
125 . . .
160 . . .
250
25
25 … 38
220 . . .
230 . . .
285 . . .
310 . . .
300
30
30 … 45
410 . . .
550 . . .
400
40
40 … 60