26
K-onzekerheid:
3 dB
Trillingen ahV:
3,4 m/s2
K-onzekerheid:
1,5 m/s2
Gewicht:
1,28 kg
Acculader
Netspanning: 100-240 VAC ~ 50-60 Hz
Uitgangsvermogen
Nominale spanning:
5V DC
Nominale stroom:
1000 mA
• Het uitstootniveau van de trillingen is gemeten in
overeenstemming met een reeks gestandaardise-
erde criteria en kan worden gebruikt om het
ene elektrische gereedschap met het andere
te vergelijken.
• Het gespecificeerde uitstootniveau kan ook
worden gebruikt om een initiële evaluatie van de
blootstelling aan trillingen te maken.
• Het uitstootniveau van de trillingen kan afwijken
van het niveau dat gespecificeerd wordt tijdens
daadwerkelijk gebruik, afhankelijk van de
manier waarop het elektrische gereedschap
wordt gebruikt.
• Probeer de impact van trillingen zo laag moge-
lijk te houden. Blootstelling aan trillingen kan
bijvoorbeeld worden verlaagd door het dra
gen van handschoenen als u het gereedschap
gebruikt, en door de duur van de bedrijfstijd te
beperken. Dat is met inbegrip van de volledige
bedrijfscyclus (bijv. op tijden als het elektrische
gereedschap wordt uitgezet en wanneer het
gereedschap wordt aangezet, maar nog niet
daadwerkelijk wordt gebruikt).
5. Voordat u het apparaat in gebruik nee-
mt
5.1 De accudoos opladen (fig. 2)
• Sluit de oplader aan op het laadstation (fig. 2).
• Controleer of uw netspanning overeenkomt met
de netspanning die op het typeplaatje van de
acculader vermeld staat. Doe de acculader in
het stopcontact. De rode led (fig. 2/item 1)
gaat branden ter indicatie dat de laadspanning
beschikbaar is.
• De accudoos wordt opgeladen. Een lege accu-
doos moet maximaal 2 uur worden opgeladen.
De temperatuur van de accudoos kan licht stijgen
tijdens het opladen. Dit is normaal.
• Zodra de accudoos volledig is opgeladen, gaat
de rode led (fig. 2/item 1) uit.
Als de oplaadbare accu niet wil opladen, contro-
leer dan of er spanning op het stopcontact staat.
Het op tijd opladen van de accudoos garandeert
dat u er lang plezier van zult hebben. Opladen is
altijd noodzakelijk als u merkt dat het gereedschap
minder goed werkt.
Voorkom altijd dat de accudoos volledig leeg
raakt. Daardoor kan er namelijk sneller een defect
ontstaan.
5.2 Het telescopische handvat bevestigen
Met het telescopische handvat (fig. 1/item 5) kunt
u de draadloze schaar op wielen over het gazon
duwen.
Het telescopische handvat kan alleen worden ge-
bruikt voor de grasschaar en niet voor de buxus-
schaar!
Om het handvat te bevestigen, duwt u de fitting
(fig. 3/item 8) op het gereedschap in de richting
van de pijl, totdat de sluiting vastklikt.
Bevestig vervolgens de wielen (fig. 4/item 2) op de
as en duw naar binnen.
Schroef de fitting (fig. 1/item 6) los, pas het teles-
copische handvat aan de gewenste lengte aan en
draai dan de fitting weer vast. Druk de sluiting in en
duw het gereedschap op het telescopische hand-
vat, zoals aangegeven door de richting van de pijl
in fig. 5. Nadat u de sluiting heeft losgelaten, moet
u ervoor zorgen dat de fitting op de juiste manier
geplaatst is (fig. 1/item 8). Sluit dan de stekker Fig.
6 aan op het gereedschap zoals afgebeeld in (fig.
7/item A). Druk de sluiting (fig. 8/item A) in om het
gereedschap naar links of rechts te draaien en om
het als grastrimmer te gebruiken. Zorg ervoor dat
het goed vastklikt!
Voor demonteren gaat u in de omgekeerde volgo-
rde te werk. Duw de fitting (fig. 9/item 8) om deze
te verwijderen in de richting van de pijl (fig. 9/item
A).
Belangrijk!
Het is niet toegestaan schakelelementen die de fa-
brikant op het gereedschap heeft geïnstalleerd te
verwijderen of verbinden (bijv. door een knop op
het handvat te bevestigen), omdat het gereedschap
hierdoor niet meer automatisch uit kan schakelen,
wat een hoog risico op letsel met zich meebrengt.
U mag in geen geval de buxusschaar gebruiken als
het telescopische handvat bevestigd is.
6. Bediening
Het te maaien gebied dient eerst vrij te worden
gemaakt van andere massieve objecten. De veilig-
heidsvergrendeling (fig. 1/item 3) voorkomt dat het
gereedschap ongewenst aan kan gaan. Activeer
de veiligheidsvergrendeling (fig. 1/item 3) door
deze naar voren te duwen en tegelijkertijd op de
AAN/UIT-schakelaar (fig. 1/item 4) te drukken.
Om het gereedschap uit te zetten, laat u de AAN/
UIT-schakelaar (fig. 1/item 4) los.
6.1 Gras maaien
Laat de grasschaar boven de grond bewegen. Een
droog gazon levert het beste resultaat op.
Als u merkt dat het apparaat minder goed gaat
werken, dient u het meteen op te laden, zodat de
accu niet volledig leeg raakt.
6.2 Heggen snoeien
Het gereedschap kan worden gebruikt om kleine
heggen en struiken mee te snoeien.
NL
25609_GB_Heckenschere mit langem Griff.indd 26
20.03.18 19:19
Summary of Contents for 25609
Page 2: ...25609_GB_Heckenschere mit langem Griff indd 2 20 03 18 19 19...
Page 6: ...6 Fig 12 Fig 13 DE 25609_GB_Heckenschere mit langem Griff indd 6 20 03 18 19 19...
Page 12: ...12 Fig 12 Fig 13 FR 25609_GB_Heckenschere mit langem Griff indd 12 20 03 18 19 19...
Page 18: ...18 Fig 12 Fig 13 GB 25609_GB_Heckenschere mit langem Griff indd 18 20 03 18 19 19...
Page 24: ...24 Fig 12 Fig 13 NL 25609_GB_Heckenschere mit langem Griff indd 24 20 03 18 19 19...
Page 28: ...28 25609_GB_Heckenschere mit langem Griff indd 28 20 03 18 19 19...