De detectiediepte en detectienauwkeurigheid variëren door het vochtgehalte, het
materiaalgehalte, de wandstructuur en de verflagen.
In de niet-metalen detectiemodus herkent de lasermeter en leidingzoeker vooral
niet-metalen objecten, voornamelijk hout. Het kan ook metalen en andere
dichte materialen herkennen. Gebruik de metaalmodus om de metalen objecten
nauwkeuriger te kunnen bepalen.
7
Niet-metalen objecten zoeken
De instelling voor de detectiediepte wordt weergegeven in het lcd-display (10). Deze
is instelbaar van 20 tot 38 mm. De maximale detectiediepte in de detectiemodus
voor niet-metalen objecten is als volgt:
- Niet-metalen objecten (meestal hout) 20 mm of 38 mm
• Houd de detectieknop hout (1) gedurende enige tijd ingedrukt om tussen de
exacte modus (tot 20 mm) en de diepteherkenningsmodus te schakelen. De
instelling voor de detectiediepte wordt weergegeven in het lcd-display.
Ga als volgt te werk om niet-metalen objecten zoals houten balken te zoeken:
• Druk op de detectieknop hout (1) om de detectiemodus voor niet-metalen
objecten in te schakelen. De actuele detectiemodus wordt met een gesproken
melding aangegeven, als deze is ingeschakeld.
• De kalibratie begint automatisch. Beweeg de lasermeter en leidingzoeker
gedurende ca. 1-3 seconden niet en wacht tot de kalibratie is voltooid. Lees
hiervoor de paragraaf “Kalibreren in de detectiemodus voor niet-metalen”.
• Bij het detecteren van niet-metalen objecten moet de lasermeter en
leidingzoeker verticaal op de wand geplaatst worden. Plaats de lasermeter en
leidingzoeker met de onderkant op het te onderzoeken oppervlak.
• Beweeg de lasermeter en leidingzoeker langzaam in een richting (naar links of
rechts) zonder uw vingers op het te onderzoeken oppervlak te plaatsen. Druk
niet te sterk op het oppervlak en til het apparaat niet op. Als een detectieobject
gedetecteerd wordt, worden de betreffende symbolen op het lcd-display
weergegeven. Lees voor details van de symbolen het hoofdstuk “betekenis
van de detectiesymbolen”. Tegelijkertijd krijgt u een melding over het gevonden
materiaaltype (als de spraakuitvoer is uitgeschakeld, is niets te horen). De
signaalsterkte van een gevonden object wordt in het lcd-display met behulp
van balken (zie afb. 7 in de paragraaf “Kalibreren in de detectiemodus voor
niet-metalen”) weergegeven.
122