• Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door
een specialist of in een servicecentrum.
• Als u nog vragen hebt die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn
beantwoord, neem dan contact op met onze technische dienst of
andere specialisten.
b) Laserveiligheid
• Bij gebruik van de laser dient er altijd op te worden gelet dat de
laserstraal zo wordt geleid dat niemand zich in het projectiebereik
bevindt en dat onbedoeld gereflecteerde stralen (bijv. door
reflecterende voorwerpen) niet in ruimtes komen waarin zich
personen bevinden.
•
Laserstraling kan gevaarlijk zijn als de laserstraal of een reflectie
onbeschermd in uw ogen komt. Informeer uzelf daarom voordat u
het laserinrichting in werking stelt over de wettelijke bepalingen en
voorzorgsmaatregelen betreffende de werking van een dergelijke
laserapparaat.
• Kijk nooit in de laserstraal en richt deze nooit op personen of dieren.
Laserstralen kunnen oogletsel tot gevolg hebben.
• Zodra uw oog wordt getroffen door een laserstraal, meteen de ogen
sluiten en uw hoofd wegdraaien van de straal.
• Als uw ogen geïrriteerd zijn door laserstraling, voer dan in geen
geval meer veiligheidsrelevante werkzaamheden uit, bijvoorbeeld
werken met machines, werken op grote hoogte of in de buurt van
hoogspanning. Bestuur, totdat de irritaties zijn verdwenen, ook geen
voertuigen meer.
•
Richt de laserstraal nooit op spiegels of andere reflecterende
oppervlakken. De ongecontroleerd afgebogen straal zou personen of
dieren kunnen raken.
•
Reflecterende of glanzende oppervlakken in het toepassingsgebied
moeten tijdens het gebruik van laserapparatuur worden afgedekt.
• Open het apparaat nooit. Uitsluitend een geschoolde
vakman, die vertrouwd is met de gevaren, mag instel- of
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Ondeskundig uitgevoerde
instelling kan gevaarlijke laserstraling tot gevolg hebben.
110