36
NL
36
NL
Voor gebruik
Het plaatsen van de 12 V zekeringen
De eenheid is voorzien van twee zekering gleuven, één aan de voorkant en één
aan de achterkant (10+16). De voorste zekering beschermt de stroomkringen
van de lichten, de 12 V contacten en de luchtcompressor. De achterste zekering
beschermd de stroomkring van de omvormer.
WAARSCHWUING:
De machine is voorzien van een VRLA accu. Het is belangrijk
deze accu in volledig opgeladen conditie te houden voor een maximale prestatie
van de machine. Laad de accu na gebruik onmiddellijk op. Wanneer de machine
niet gebruikt wordt hoort de accu elke 1-2 maanden opgeladen te worden.
WAARSCHUWING:
Wanneer de jumpstarter wordt opgeladen mag deze, buiten de
12 V laadkabel (19) of 230 V AC oplader (18), niet aangesloten zijn op een enkel
apparaat of kabel.
WAARSCHUWING:
De jumpstarter is geen accuoplader. Sluit de 230 V oplader niet
op de machine aan wanneer deze is aangesloten op een voertuig accu.
De jumpstrater mag enkel gebruikt worden met de laadkabels ontkoppeld.
Het opladen van de accu
• Om het laadniveau van de accu te controleren, plaatst u de aan-/uitschakelaar
(5) op de aan-stand, waarbij u ervoor zorgt dat externe kabels niet op de
eenheid zijn aangesloten. Het laadniveau wordt door de laadindicator (4)
weergegeven. De laadindicator geeft een approximale waarde weer. De groene
LED lichtjes indiceren een hoog en voldoende laadniveau, de oranje LED lichtjes
indiceren een middel laadniveau en de rode LED lichtjes indiceren een laag
laadniveau. Bij een laag laadniveau hoort de accu onmiddellijk opgeladen
te worden. Een nauwkeurigere meeting wordt gedaan met behulp van een
multimeter en de 20 V DC volt waarde (of een waarde lichtelijk hoger). Een
volledig opgeladen accu geeft 12,6 V of hoger weer
• De accu hoort op kamertemperatuur (±20°C) opgeladen te worden
• Gebruik de jumpstarter uit de buurt van naakte vlammen en warmtebronnen
Het opladen vanuit een 12 V auto sigaret aansteker contact
Let op:
Het opladen van de jumpstarter via het sigaret aansteker contact wanneer
het voertuig in beweging is, is een handige manier van opladen. De jumpstarter
dient tijdens het opladen achter in het voertuig geplaatst te worden en het
voertuig dient goed geventileerd te zijn. Wanneer dit niet mogelijk is gebruikt u
de AC laadmethode. Bij het opladen in de auto dient het laadniveau regelmatig
gecontroleerd te worden om overlading te voorkomen.
WAARSCHUWING:
overladen produceert mogelijk ontvlambare gassen
1. Controleer of alle schakelaars (1)+(2)+(3)+(5)+(13) in de uit-stand staan
2. Plug de 12 V laadkabel (19) in het laadcontact (6)
3. Verwijder de sigaret aansteker uit het contact en Plaats de plug van de 12 V
laadkabel in een geschikt contact
4. Zorg ervoor dat de jump starter achter in het voertuig staat en dat het
voertuig goed geventileerd is. Een 12 V sigaret aansteker contact
verlengsnoer is mogelijk vereist wanneer het contact voorin het voertuig
geplaatst is.
5. Laad de accu tot de groene LED laadindicator lichtjes (4) branden.
Controleer de indicator elke 45 min/1 uur om overlading te voorkomen. De
eerste laadprocedure vereist mogelijk tot 12 uur en bijvul procedures
vereisen mogelijk 1 uur
6. Plaats de 12 V laadkabel na gebruik terug in het compartiment van de
jumpstarter
Opmerkingen:
• Sommige auto’s zijn voorzien van een aansteker contact op het dashboard en in
de kofferbak. Het is belangrijk het contact uit schakelen wanneer de motor van
de auto is afgezet. Wanneer het contact niet wordt uitgeschakeld kan de accu
van het voertuig door de jump starter worden leeg getrokken.
• Vergeet en laadt de accu niet permanent op bij het opladen met behulp van het
contact in de kofferbak van de auto en laadt de accu tot de indicator een hoog
laadniveau weergeeft. Dit is belangrijker voor een 12 V oplader waar deze een
hoger laadniveau produceren.
• De aansteker plug van de 12 V laadkabel (19) is voorzien van een interne
zekering, deze springt mogelijk onder bepaalde omstandigheden. Schroef de
plug los, verwijder de gesprongen zekering en plaats een nieuwe zeker van het
exact gelijke type. Wanneer de jump starter niet laad met de 12 V laadkabel
controleert u de zekering.
• Wanneer de jump starter is gebruikt voor het straten van een voertuig, geeft u
deze 15 minuten rust voor het opladen in een voertuig. De accu krijgt zo de tijd
te stabiliseren en gassen krijgen de tijd te verdwijnen
Het laden vanuit een 230 V bron
1. Controleer of alle schakelaars (1)+(2)+(3)+(5)+(13) in de uit-stand staan
2. Plug de kleine 230V AC lader plug (18) in het laadcontact (6)
3. Plug de 230 V AC lader in een stroombron
• Tijdens de eerste laadprocedure van 48 uur controleert u de indicator
regelmatig. Een normale bijvulprocedure duurt maximaal 10 uur
• Zorg ervoor dat de werkomgeving voorzien is van een goede ventilatie zonder
open vlammen en hete oppervlakken als een kookplaat
Let op:
Wanneer de juiste laadprocedure niet wordt opgevolgd is permanente
schade het gevolg.
Gebruik
Jump starten
Opmerkingen:
• Verwijs naar het handboek van het voertuig voor het gebruik van de jump
starter. Wanneer het handboek een specifieke jump start procedure noemt,
volgt u deze op
• Volg de normale startprocedure op met betrekking tot het voorladen van
gloeibougies etc.
• Gebruik de eenheid enkel op 12 V negatieve, geaarde elektrische
voertuigsystemen
• Gebruik de eenheid niet op voertuigen met een 24 V accu en elektrisch systeem
• Door de parallelwerking met de voorziene accu voorziet de jump starter een
hogere stroomcapaciteit Wanneer de kabels van de jump starter niet lang
genoeg zijn voor het bereiken van de accu en een negatief aansluitingspunt,
kan de negatieve kabel met gebruik van de kabel van een standaard jump kabel
set verlengd worden.Verleng de lengte van de positie kabel niet
• De jump starter is enkel effectief wanneer de motor en de samenhangende
systemen normaal functioneren en de accu van het voertuig in een bruikbare en
gedeeltelijk ontladen toestand verkeerd
• Het is niet mogelijk een auto te jump starten door de jump starter op het
aansteker contact aan te sluiten. De voorziene kabel kan niet voor dat doeleinde
gebruikt worden
• Wanneer de jump starter is gebruikt voor het jump starten van een voertuig
is opladen tijden het rijden mogelijk vereist in het geval van verdere
accuproblemen.
• Controleer de accu en het laadsysteem van het voertuig wanneer het starten
een regelmatig probleem is
• De grootte van het voertuig wat de jump starter kan starten hangt van het
laadniveau van de accu. Een laag laadniveau zal de mogelijk te starten voertuig
grootte limiteren. Als richtlijn is de jump starter te gebruiken op benzinemotors
tot 2800 cc en diesel motors tot 2200 cc
1. Zorg ervoor dat alle systemen (koplampen, radio, etc.) zijn uitgeschakeld
2. Zorg ervoor dat het voertuig in zijn vrij staat en de handrem is ingeschakeld
3. Stel de negatie en positieve accupolen vast. De accu van het voertuig beeld
een + en een – af. De kabel, aangesloten op de positieve pool, is mogelijk
rood of heeft een mogelijke rode markeren als positie klemaanduiding. Neem
bij enige twijfel contact op met een elektricien
4. Wanneer de positieve accu pool roestig of vuil is, maakt u deze met een
geschikte staalborstel schoon voor een goede aansluiting met de klem
5. Controleer of alle schakelaars (1)+(2)+(3)+(5)+(13) in de uit-stand staan
6. Sluit eerst de positieve klem (8) (rood) op het positieve aansluitpunt van de
positieve pool aan. Zorg ervoor dat de klem goed is aangesloten en niet kan
zorgen voor kortsluiting door de aanraking met andere onderdelen van de
motor
7. Sluit de negatieve klem (9) (zwart) op een niet-geverfd en niet-bewegend
deel van het chassis of de motor – niet de negatieve pool van de accu. Bij het
aansluiten op de negatieve pool ontstaat er een ontbrandingsrisico van de
gassen. Sluit de klem niet op een onderdeel van het brandstofsysteem aan.
Lekkend brandstof kan ontsteken door een vonk van de klem
8. Controleer of de klemmen juist zijn bevestigd en niet laten wanneer de motor
gestart wordt.
9. Laat de acculading voor 1-2 minuten stabiliseren
10.De jump starter hoort nu klaar te zijn voor het starten van de motor. Activeer
de startmotor in korte periodes van maximaal 5 seconden. Wanneer de motor
niet start geeft u de accu’s ongeveer 2 minuten de tijd om te herstellen
11.Wanneer de motor start wacht u 2 minuten waarna u de negatieve klem (9)
eerst verwijdert volgend door de positieve klem (8). Voorkom contact met
bewegende en/of hete motoronderdelen. Plaats de klemmen na gebruik
terug in opbergpositie aan de zijkant van de eenheid.
345782_Z1MANPRO1.indd 36
29/04/2014 10:45
