Saci Pumps emotion MT2-11A, Installation And Maintenance Manual

Page: 165 / 262

NL
165
NL
5.41
5.35
5.36
5.19
5.27
5.23
5.31
5.22
5.30
5.42
5.44
5.47
5.45
5.48
5.43
5.26
0,5
0,5
0,5
0,5
Zie parameter 5.18
Zie parameter 5.18
Zie parameter 5.41
00:00
00:00
00:00
00:00
23:59
23:59
23:59
23:59
UIT
Ma-zo
Ma-Vr
Za-zo
M ….. Zo
Zie parameter 5.18
FS
FS
FS
FS
UIT
Par 1,1
Par 1,1
Bar
Bar
4
4
4
4
Niet gebruikt
Niet gebruikt
UIT
00:00
00:00
00:00
00:00
UIT
Niet gebruikt
Bar
Bar
Bar
Bar
UIT
Alarm (NO)
Alarm (NC)
Start
Klok (NO)
Klok (NC)
Droogloop
Externe stop
Te hoge druk (NO)
Te hoge druk (NC)
0,5
0,5
Par. 5.05
Par. 5.05
Het doel van deze parameter is signalen op afstand vrij te geven.
UIT: Het relais is nooit geactiveerd.
Alarm (NO): Het relais sluit voor een alarm.
Alarm (NC): Het relais opent voor een alarm.
Start: Het relais wordt bekrachtigd wanneer de unit werkt.
Klok (NO): Het relais sluit afhankelijk van de in parameters 5.44 tot 5.48
geprogrammeerde tijdsgegevens.
Klok (NC): Het relais opent afhankelijk van de in de parameters 5.44 tot 5.48
geprogrammeerde tijdgegevens.
Droogloop: Het relais wordt bekrachtigd als de omvormer droogloop detecteert.
Externe stop: Het relais wordt bekrachtigd wanneer er een externe stop is. (Voor
deze voorwaarde moeten er een digitale ingang geprogrammeerd zijn als “Lokale
stop”).
Te hoge druk (NO): Het relais sluit bij een alarm voor te hoge druk (parameter
5.49).
Te hoge druk (NC): Het relais opent bij een alarm voor te hoge druk (parameter 5.49).
Als een 0-10 V-apparaat is geïnstalleerd, kunt u hier de drukwaarde voor het 1
V-signaal instellen.
*Deze parameter is beschikbaar wanneer een van de digitale ingangen is ingesteld
op Slave 0-10V.
Als een 0-10 V-apparaat is geïnstalleerd, kunt u hier de drukwaarde voor het 9
V-signaal instellen.
*Deze parameter is beschikbaar wanneer een van de digitale ingangen is ingesteld
op Slave 0-10V.
Een ander setpoint kan worden ingesteld als de ingang actief is.
Een ander setpoint kan worden ingesteld als de ingang actief is.
Een ander setpoint kan worden ingesteld als de ingang actief is.
Een ander setpoint kan worden ingesteld als de ingang actief is.
Zie parameter 5.18
Zie parameter 5.18
Zie parameter 5.41
Startijd van schema 1.
Startijd van schema 2.
Stoptijd van schema 1.
Stoptijd van schema 2.
In deze parameter kunt u kiezen om geen tijdprogramma te hebben (UIT) of de
dagen van de week waarop u dit programma wilt activeren. U kunt kiezen tussen
hele weken (ma-zo), weekdagen (ma-vr), weekenden (za-zo) of afzonderlijke
dagen.
Het bedrijfsschema werkt op het uitgangsrelais dat voor dit doel is geprogrammeerd.
Zie parameter 5.18
RELAY UITGANG 1
SLAVE 1V
DRUK SETPOINT
SLAVE 9 V
SETPOINT DRUK
DRUK IN 1
DRUK IN 3
DRUK IN 2
DRUK IN 4
DIGITALE INGANG 2
DIGITALE INGANG 4
RELAY UITGANG 2
STARTTIJD 1 PROGRAMMEREN
STARTTIJD 2 PROGRAMMEREN
STOPTIJD 1 PROGRAMMEREN
STOPTIJD 2 PROGRAMMEREN
SCHEDULE OPERATION 1
DIGITALE INGANG 3
Max. Min. Standaard
Eenheden Beschrijving Par.
Programmering
Opmerkingen
5.46
5.49
5.54
Zie parameter 5.43
Par 1,1
JA
FS
NO
UIT
VS
JA
Hetzelfde als parameter 5.43, maar voor een tweede schema.
Parameter voor het instellen van de maximale drukwaarde van het hydraulisch
systeem.
Parameter voor het in- of uitschakelen van het laagwaterpeilalarm.
Als de omvormer actief is en een melding veroorzaakt, probeert de omvormer te
starten in de volgende volgorde:
5 minuten, 15 minuten, 1 uur, 6 uur of 24 uur. Op het display wordt de resterende
tijd tot de volgende startpoging weergegeven. Druk op de F2-toets om de melding
van onvoltooide aftellen te resetten.
Als na de 24-uurs melding weer droogloop wordt geconstateerd, wordt de omvormer
voor onbepaalde tijd vergrendeld totdat u op de F2-toets drukt.
BEDRIJF 2 PLANNEN
ALARMNIVEAU TE HOGE
DRUK
ACTIEF
DROOGLOOPALARM