Saci Pumps emotion MT2-11A, Installation And Maintenance Manual

Page: 164 / 262

164
NL
5.01
5.02
5.04
5.05
5.08
5.09
5.10
5.11
5.12
5.13
5.15
5.14
5.16
5.17
Spaans
Engels
Frans
Italiaans
Portugees
Duits
Bar - PSI - mwc
-1
5
10
25
0
1
10
25
1
1
OFF
OFF
10
40
50
65
MAXIMALE
POMPDRUK
8
100
50
10
200
72
72
Spaans
Bar
Wizard
Wizard
25
50
0
8
10
49,5
2
2
24
24
Bar
Bar
Bar
Hz
Hz
Bar
Sec.
Hz
Sec.
Sec.
Uren
Uren
Nederlands
Pools
Russisch
Zweeds
U kunt kiezen tussen verschillende talen voor het menu
en de waarschuwingen.
Eenheden voor werkdruk op het display.
Waarde van drukopnemer bij 4 mA.
Waarde van drukopnemer bij 20mA.
Minimale frequentie waarop de pomp werkt.
Maximale frequentie waarop de pomp werkt.
Drukverhoging bij de maximale frequentie van de pomp.
Maximum aantal pompen dat gelijktijdig in het systeem kan functioneren.
De tijd vanaf het moment dat de hoofdpomp werkt met een toerental dat lager is
dan de stopfrequentie (parameter 1.6) totdat de pomp volledig stopt.
Wanneer de in bedrijf zijnde pomp deze frequentie bereikt, zendt het een commando naar
het hulppomp om op te starten.
De tijd vanaf het moment dat een systeem met twee of meer pompen onder
parameter 1.6 werkt totdat de hulppompen stoppen.
De Tijd vanaf het moment dat de toestand van parameter 5.09 optreedt tot het
moment dat de hulppomp start.
Parameter voor het instellen van de tijdsperiode voor het omschakelen tussen
pompen.
Parameter voor het instellen van de tijdsperiode voor het periodiek opstarten van
de pomp.
Als de pomp gedurende deze ingestelde periode inactief is, draait het 2 of 3 keer met
de minimale frequentie.
TAAL
EENHEDEN VOOR DRUK
DRUK OMVORMER
MINIMALE WAARDE (4 mA)
DRUK OMVORMER
MAXIMALE WAARDE (20 mA)
MINIMALE
WERKFREQUENTIE
MAXIMALE
WERKFREQUENTIE
PROPORTIONELE
VERSTERKING
MAXIMAAL AANTAL
INGESCHAKELDE POMPEN
STOPVERTRAGING
HOOFDPOMP
STARTFREQUENTIE HULP
STOPVERTRAGING HULP
STARTVERTRAGING HULP
OMSCHAKELTIJD
INSCHAKELINTERVAL
POMP
5. GEAVANCEERDE PARAMETERS
Max. Min. Standaard
Eenheden Beschrijving Par.
Programming
Opmerkingen
5.18 Niet gebruikt
Niet gebruikt
Totale stop
Totaal stop INV
Lokale stop
Lokale stop INV
IN setpoint
IN setpoint INV
Debietsensor
Debietsensor INV
Slave 0-10V
Als u “Niet gebruikt” heeft dit geen invloed op het systeem.
U kunt de digitale ingang gebruiken als start-stop van een systeem of slechts één, door
optie Totale stop of Lokale stop te selecteren.
U kunt het ook op dezelfde manier gebruiken als een andere standaard insteldruk. Door
IN setpoint te selecteren kunt u een andere insteldruk selecteren voor parameter 5.19.
De optie Debietsensor wordt gebruikt wanneer een debietsensor beschikbaar is, die de
pomp stopt.
De optie Slave 0-10V wordt gebruikt als een 0-10 V actief apparaat of een potentiometer
(passief apparaat) is aangesloten op de 0-10 V-ingang.
Opmerking: INV-opties worden gebruikt voor NC-ingangen.
DIGITALE INGANG 1