6
uitgetrokken bougiestekker. Een regelmatig onderhoud is onontbeerlijk
voor de veiligheid en het behoud van het prestatievermogen.
•
Bougiestekker nooit bij lopende motor eraf trekken! Gevaar: elektrische schok.
•
Koppel de bougiestekker alleen los als de motor is afgekoeld.
Verbrandingsgevaar!
•
Op goede zitting van de bougiestekker letten! Gevaar: elektrische schok.
•
Indien de tank geledigd dient te worden, dan moet dit in open lucht en bij
koude motor te gebeuren. Er op letten, dat er geen brandstof wordt gemorst.
Om garantie- en veiligheidsredenen mogen er alleen originele onderdelen worden
gebruikt.
Niet gelijkwaardige onderdelen kunnen de machine beschadigen en uw veiligheid
in gevaar brengen.
7
BESCHRIJVING VAN DE COMPONENTEN
1 Veiligheidsschakelbeugel motorstop
2 Vario-activering
3 Aandrijfschakelbeugel
4 Tankafsluiting
5 Motorafdekking
6
Brandstofkraan
7
Luchtfilter
8
Bougie
9
Snijhoogteverstelling
10
Draaggreep
11
Uitlaatrooster
12
Afdekkingen van de riemaandrijving
13
Olievulopening met meetstaaf
14
Uitwerpklep
15
Startkabelgreep
8
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
Voor de montage van de maaier zitten de volgende onderdelen in de verpakking:
•
Maaier met voorgemonteerde duwboom
•
Vangdoek, vangzakframe
•
Gereedschapszak met de volgende inhoud:
–
Bedieningshandleiding met Conformiteitsverklaring
–
Garantiebepalingen (afhankelijk van het model)
–
Diverse montageonderdelen.
Als er onverwacht een deel ontbreekt, gelieve dan contact op te nemen met uw
specialist.
OPGELET
Vóór montage van de duwboom en van de startkabelhouder altijd de
bougiestekker uittrekken! Na montage, ten laatste vóór het starten van de motor
de bougiestekker weer erop drukken!
Geleidestangen omhoog plaatsten (Afbeelding A1 + B1 + E1 )
De Z-vormig ineengeklapte duwboom in onderstaande volgorde naar boven uit elkaar
trekken:
–
Eerst het onderste deel van de duwboom omhoog tillen (1)
A1
, dan de uiteinden
van het onderste deel zo ver uit elkaar duwen, dat de aan beide kanten naar
binnen wijzende arrêteringsnokken (2) inklikken in de bijhorende boringen
B1
.
Er kunnen drie verschillende hoogtes van de duwboom worden ingesteld.
Aanwijzing
Bij het klappen van het onderste deel van de duwboom erop letten, dat de
bowdenkabels niet schuin lopen.
–
Op de beide bovenste bouten (3) voor de bevestiging telkens een gewelfde schijf
(4) en een afstandsbus (5) schuiven en deze vastschroeven met een zeskantmoer
(6)
B1
(uit de gereedschapszak).
–
Nu het bovenste deel van de duwboom omhoog tillen (7). Als het bovenste en
onderste deel op één niveau liggen, de gerande moeren (8) met de hand
vastdraaien
E1
.
Aanwijzing
Bij het omhoog tillen van het bovenste deel van de duwboom erop letten, dat
de bowdenkabels niet worden ingeklemd.
VOORZICHTIG
Bij de activering van de hoogteverstelling van de duwboom kan bij het losdraaien
van de zeskantmoer (6) B1 voor de bevestiging van het onderste deel van de
duwboom aan de behuizing en het losspringen van de arrêteringsnokken uit de
boringen in de bevestiging ervan de duwboom onverwacht omslaan. Bovendien
kunnen er drukplaatsen met pletgevaar ontstaan tussen het onderste deel van de
duwboom en de bevestiging/behuizing. Er bestaat verwondingsgevaar!
BELANGRIJK
Let erop, dat de kabel bij het uit elkaar- en dichtklappen van de stuurbomen niet
ingeklemd, bekneld, verdraaid of overstrekt kan worden! De kabel altijd aan van
de buitenkant van de boomverbinding leiden. Een beschadigde kabel kan tot een
technisch defect van de machine leiden.
Montage van de startstang (Afbeelding L1 )
–
Startkabelhouder (1) uit de gereedschapszak nemen.
–
Moer zo ver eruit draaien, dat de beide helften over de duwboom kunnen worden
geschoven.
–
Op de bovenste duwboom zit een sticker (2) voor de positionering van de
startkabelhouder.
OPGELET
Om veiligheidsredenen mag de startkabelhouder alleen in de opgegeven
positie worden gemonteerd.
–
Schakelbeugel motorstop (3) op het bovenstuk van de duwboom (4) indrukken en
vasthouden, de startkabel (5) uittrekken en in de startkabelhouder leiden.
–
De beide helften samenvoegen (6), moer weer vastdraaien. Zo wordt verhinderd
dat de startkabel eruit springt.
De startkabelhouder moet zo gemonteerd/uitgericht worden, dat de startkabel vrij
loopt en niet tegen andere delen aanwrijft.
Opvangzak aan de maaier hangen (Afbeelding R1 + S1 )
–
Het vangzakframe met de beugel vooraan in de vangdoek zetten. De bovenste
naden van de vangdoek aan de beugel uitrichten.
–
De bevestigingsprofielen op het raam van het vangzakframe drukken
R1
.
–
De uitwerpklep van de maaier naar boven openen.
–
De grasvangzak aan de draagbeugel optillen, de schans (1)
R1
aan de
vangzakopening in de uitwerpopening zetten en de grasvangzak met zijn beide
zijdelingse haken boven aan de maaierbehuizing inhangen
S1
.
–
De uitwerpklep op de grasvangzak klappen.
Instellen van de maaihoogte (Afbeelding I )
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
–
Aan elk wiel de hendel (1) naar het wiel toe trekken en na zijdelings verschuiven
weer arrêteren in de gewenste positie.
–
Alle vier de hendels moeten in dezelfde positie staan!
VOORZICHTIG
Bij het instellen van de snijhoogte de stelhendel vastpakken zoals voorgesteld in
afbeelding I . Daardoor wordt verhinderd dat de hand bij het instellen wegglijdt
met verwondingen als gevolg.
BELANGRIJK
Het maaien op de laagste snijhoogte mag alleen gebeuren op vlakke en gladde
gazons!
Summary of Contents for 47-PRO VARIO
Page 2: ...A1 B1 E1 L1 R1 S1 I I Y1 A D E...
Page 3: ...F G H J K L M U2 O B4 N N4...
Page 4: ...Q R W Y...
Page 6: ......
Page 32: ......
Page 70: ......
Page 83: ......
Page 86: ......
Page 87: ......