31
2 Productbeschrijving
2.1 Onderdelen (zie afb. 1)
Pos. Omschrijving
Pos. Omschrijving
1
Schouderband met badstof bekleding
6
Klemschuif voor spreider (rood)
2
Klittenband met rups
7
Spreider met rastering
3
Sluitingen voorkant (wit)
8
Sluitingen achterkant (rood)
4
Kralensnoeren (groen/wit)
9
Sluitingen onderkant (rood)
5
Bovenbeenschalen
–
2 x badstof bekleding en 1 x klittenband
zijn als reserve bijgevoegd
2.2 Constructie
De bovenbeenschalen (5) en de schouderbanden (1) zijn met elkaar verbonden door groen/witte
kralensnoeren die worden vastgehouden door de witte sluitingen (3) en de rode sluitingen (8,9).
Het klittenband (2) en de witte sluitingen (3) aan de voorkant van de schouderbanden (1) worden
gebruikt bij het aan- en afdoen van de Tübinger Heupbuigorthese.
Met behulp van de rode sluitingen (8,9) aan de schouderbanden (1) en aan de bovenbeenschalen
(5) kan de lengte van de kralensnoeren (4) door de behandelende arts worden veranderd. Op
deze wijze wordt de heupbuiging ingesteld of aangepast aan de groei van de zuigeling.
Na het losmaken van de klemschuif (6) aan de spreider (7) kunnen de beide delen van de sprei
der (7) ten opzichte van elkaar worden versteld waardoor de gewenste heupspreiding gefixeerd
kan worden. De genummerde schaalverdeling aan de onderkant van de spreider (7) zorgt voor
een duidelijke instelling.
3 Gebruiksdoel
3.1 Gebruiksdoel
De 28L10 Tübinger Heupbuigorthese is
uitsluitend
bestemd voor het behandelen van heupdys
plasie bij zuigelingen (< 1 jaar).
3.2 Indicaties
Behandeling van heupdysplasie bij zuigelingen (< 1 jaar): heupen van het type IIa, IIb, IIc stabiel
volgens Graf.
De indicatie wordt vastgesteld door de arts
.
3.3 Contra-indicaties
Bij de onderstaande indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoeningen/-letsel, ont
stekingsverschijnselen, roodheid en verhoogde temperatuur in het gedeelte van het lichaam waar
de orthese wordt gedragen.
3.4 Overige gebruiksbeperkingen
De Tübinger Heupbuigorthese is ontworpen voor het gebruik bij
één
zuigeling (< 1 jaar).
Opnieuw gebruiken is niet toegestaan.
3.5 Werking
De buiging van de heupgewrichten met meer dan 90° bij een gecontroleerde matige spreidstand
biedt de beste voorwaarden voor een snelle narijping van het onvoldoende ontwikkelde heupge
wricht. De Tübinger Heupbuigorthese heeft zich in de praktijk bewezen voor wat deze heuppositie
betreft. De bovenbeenschalen (5) zijn met de schouderbanden (1) verbonden door middel van 2
kralensnoeren (4), waarmee de heupbuiging reproduceerbaar wordt ingesteld. De gewenste
spreidstand kan met behulp van een spreider (7) worden aangepast.
Summary of Contents for 28L10
Page 2: ...1 2 3 4 5 2...
Page 3: ...30 45 90 6 7 8 9 10 11 3...
Page 73: ...73 3 3 1 28L10 1 3 2 1 IIa IIb IIc 3 3 3 4 1 3 5 90 5 1 2 4 7 4 4 1 4 2 1 1 1 2...
Page 82: ...82 3 4 T binger 1 3 5 90 T binger 5 1 2 4 7 4 4 1 4 2 1 1 1 2 8 9 7 5 5 1 T binger 3 5 2...
Page 85: ...85 7 8 8 1 8 2 8 3 CE 2017 745 1 2020 11 11 2 2 1 1 1 6 2 7 3 8...
Page 87: ...87 4 4 1 4 2 1 1 1 2 8 9 7 5 5 1 3 5 2 2 3 1 2 3 4 3 5 4 2...
Page 89: ...89 8 1 1 4 8 2 4 3 4 8 12 4 90 13 5 4 2 3 1 2 3 2 4 6 1 2 1 2 15 2 1 3 2 40 C 4 5 1 2 7 8...
Page 90: ...90 8 1 8 2 8 3 2017 745 CE 1 2020 11 11 2 2 1 1 1 6 2 7 3 8 4 9 5 2 1 2 2 5 1 3 8 9 1 2 3...
Page 98: ...98 8 2 8 3 CE 2017 745 CE...
Page 99: ...99...
Page 100: ...100...
Page 101: ...101...