VAC 12/20
241
NL
–
Draai de schijf linksom om de luchtstroom en motorbelasting te
verlagen.
Voor grove afstellingen: Beweeg het vrije uiteinde van de veer naar het
dichtsbijzijnde gat op de schijf.
2.
Meet de stroomsterkte van de motor om de resulterende afstelling te
controleren. Dit gebeurt gewoonlijk met een klemstroomsterktemeter rond
een van de drie binnenkomende fasen op de start- en regelunit van de
motor.
Een correcte afstelling beperkt de motorstroom tot een waarde die overeen
komt met de nominale stroom zoals aangegeven op het machinelabel. Een
bepaalde overstroom, ~10%, wordt aanvaard net voordat de begrenzer
actief wordt.
3.
Vergrendel de schuif.
4.
Vul de beschermdop die de veer afdekt opnieuw.
9.5.2 Stroombegrenzer olie
Er bestaat een risico dat de begrenzer zelf begint te oscilleren wanneer het
oliepeil laag is. Dit kan schade aan de begrenzer en de ventilator veroorzaken.
Voer na iedere 500 diensturen de volgende inspectie van de flowbegrenzer uit:
•
Draai de as van de begrenzer snel met de hand volledig in de uiterste stand
wanneer de vacuümunit stil staat, zie Afbeelding 14.
–
Indien de weerstand ongelijkmatig is: Controleer het oliepeil met
een geschikte sonde. Vul de olie bij tot een peil 70-80 mm boven
het zuigeroppervlak indien noodzakelijk. Gebruik automatische
transmissievloeistof.
–
Indien de weerstand gelijkmatig is: Het oliepeil is correct.
9.6
Temperatuur ventilatorlagers
Voer na iedere 500 diensturen de volgende inspectie van de
temperatuurregeling van de ventilatorlagers uit:
•
Controleer de lagertemperatuur op de twee ventilatorlagers, zie
Afbeelding 12. Het normale temperatuurbereik is 50–90 °C (122–194 °F).
Indien de temperatuur hoger is dan 95 °C (203 °F) controleer dan het
volgende:
–
De omgevingslucht is koel. Zie Paragraaf ‘7.2.1 Locatie’ voor meer
informatie.
–
De openingen voor koeling en ventilatie zijn vrij. Zie ‘7.2.1 Locatie’
voor meer informatie.
–
De riem is correct geplaatst. Zie Paragraaf ‘9.2 Riemtransmissie’ voor
informatie over het onderhoud van de riemen.
–
De lagers zijn in goede staat. Raadpleeg Paragraaf ‘9.8 Motorlagers’
over het vervangen van beschadigde of versleten lagers.
9.7
Ventilatorlagers
Vervang de ventilatorlagers binnen 15.000 diensturen, of eerder, indien er
reden is om beschadigde lagers te vermoeden. Raadpleeg de monteerinstructie
MI12-002 voor meer informatie.
Summary of Contents for VAC 12
Page 2: ...VAC 12 20 2...
Page 8: ...VAC 12 20 8 Figures 4 5 6 7 8 9 10 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 1 1 2 4 3...
Page 11: ...VAC 12 20 11 35 ml ATF 70 85 mm X U1 V1 W1 W2 U2 V2 X 10 11 12 14 13 10mm 0 39 15...
Page 12: ...VAC 12 20 12 16 1 6 7 5 4 3 2 17 18...
Page 56: ...VAC 12 20 CS 56...
Page 141: ...VAC 12 20 141 ET...
Page 224: ...VAC 12 20 IT 224...
Page 246: ...VAC 12 20 NL 246...
Page 290: ...VAC 12 20 PL 290...
Page 315: ...VAC 12 20 315 RU 1 3 EC Nederman Nederman 2...
Page 324: ...VAC 12 20 RU 324 2 1 5 1 7 1 2 7 1 3 4 1 VAC 12 20 5 16 5 7 2 8...
Page 325: ...VAC 12 20 325 RU 8 VAC 12 20 8 1 7 1 1 6 9 Nederman 8 2 8 2 1 1 2 1 2 3 4...
Page 328: ...VAC 12 20 RU 328 9 1 500 9 2 500 1 2 3 4 VAC F 15 10 F 24 5 4 F 20 4 5 5 6 50 100...
Page 333: ...VAC 12 20 333 RU 7 1 3 8 1 8 1 8 1 8 2 Y 8 2 D 8 2...
Page 355: ......
Page 356: ...www nederman com...