Instellingen en verstellingen
NL23
Rughoek (eenmalig instelbaar)
1.
Draai de inbusschroeven (A) in de
rugscharnierpunten een paar slagen los.
2. Verander de rughoek.
3. Draai daarna de inbusschroeven weer vast.
Let op:
controleer met behulp van het
“maatstreepje”of de linker- en rechter-
duwstang dezelfde hoek hebben.
Rughoogte
De rughoogte is in verschillende hoogtes af
te stellen.
1. Verwijder de rugleuning.
2.
Draai de inbusschroeven (of vleugel-
moeren) (B) los.
3. Neem de rugbuizen uit.
4. Draai de inbusschroeven (C ) met moer los.
5. Kies de gewenste rughoogte.
6. Draai de inbusschroeven met moer weer
vast.
7. Plaats de rugbuizen terug op het zit frame.
8.
Draai de inbusschroeven (of vleugel-
moeren) (B) weer vast.
Let op:
zorg dat de linker- en rechter
rugbuis op gelijke hoogte geplaatst zijn.
Let op:
controleer of de rugleuning goed
vastzit alvorens in de rolstoel plaats te
nemen.
Duwhandvat verstellen
1. Draai de vleugelmoeren (A) een slag los.
2.
Stel het handvat in op de gewenste
hoogte, de hoogtes worden aangegeven
door middel van deukjes.
3. Draai de vleugelmoeren weer vast.
C
B
A
A
Instellingen en verstellingen
NL22
Rijeigenschappen
De rijeigenschappen van de Roxx zijn aan te
passen.
1. Verwijder een wiel.
2. Draai de moer (A) aan de binnenzijde los.
3. Verplaats de asbus in de wielplaat naar
voren of naar achteren (het achterste asgat
zorgt voor meer stabiliteit, het voorste
asgat zorgt voor meer rijcomfort).
4. Draai de moer (A) weer vast.
5. Verplaats vervolgens de andere asbus.
6. Stel de bandremmen opnieuw af.
Indien de asbus al in de voorste positie is
gemonteerd en de gebruiker wil een nog
actievere rijafstelling, dan is het mogelijk de
linker- en rechter-asplaat om te wisselen.
Let op:
het vouwbaar frame is dan niet
meer volledig in te klappen
.
Bandremmen
Bij het veranderen van de zithoogte, de
zithoek en de rijeigenschappen is het nood-
zakelijk de bandremmen opnieuw af te stellen.
1. Draai de inbusschroef (B) aan de onder-
zijde van de remklem los.
2. Verschuif de bandrem in de gewenste
positie.
3. Draai de inbusschroef (B) aan de onder-
zijde van de remklem weer vast.
A
B
A