224
VERSNELLINGEN EN TRANSMISSIE
Het schakelsysteem met kabels dat bij het product is geleverd is geïndexeerd en maakt het
mogelijk de overbrengingsverhouding en de metrische ontwikkeling van de pedaalslag te wijzigen
door in te werken op het bedieningsorgaan op het stuur, waarbij de zijwaartse beweging van de
ketting op het betreffende tandwiel van de cassette op het achterwiel wordt bepaald door middel
van de betreffende derailleur.
Controleer de goede werking van de versnelling en de afstelling daarvan en controleer tevens of
de ketting en de tandwielen van de transmissie schoon en goed gesmeerd zijn.
BANDEN
Controleer de bandenspanning met behulp van een pomp en een precisiemanometer en houd
daarbij rekening met het specifieke minimum- en maximumwaardenbereik op de zijwand
van de banden (de juiste drukwaarde moet worden aangepast aan het vervoerde gewicht, de
weersomstandigheden en het wegdek).
Goed opgepompte banden verbeteren niet alleen de sporing van de wielen, maar verminderen ook
het risico op lekken en slijtage.
Controleer de staat en de slijtage van de banden: er mogen geen sneden, scheuren, vreemde
voorwerpen, abnormale zwellingen, zichtbare plooien of andere beschadigingen zijn.
WIELEN
Controleer of de wielen goed gecentreerd zijn ten opzichte van het frame en de vork, vrij
ronddraaien en niet zijdelings wiebelen.
Controleer of de spaken goed op spanning zijn en of de snelspanners op het voor- en achterwiel
goed zijn aangebracht en vastzitten.
OPHANGING
De op het product gemonteerde vering, vork en achterschokdemper, worden vooraf afgesteld
tijdens de assemblagefase en vormen een compleet systeem waarbij het frame en de
ondersteunende onderdelen in de fabriek worden geïnstalleerd. Hun configuratie is cruciaal voor
het verkrijgen van de beste rijervaring op een geveerde fiets.
Om de afstelling van de ophanging aan te passen, uitgaande van de fabrieksconfiguratie, is
het essentieel om verschillende tests uit te voeren en de oplossing te vinden die het beste
past bij de specifieke behoeften van de gebruiker, afhankelijk van het product, de rijstijl en de
gebruiksomgeving.
Controleer voor elk gebruik de werking van de remmen met een remtest bij lage snelheid (max. 6
km/u) op een obstakelvrije plaats.
Als u voor of tijdens het rijden een verlies aan efficiëntie voelt, gebruik het product dan niet
en neem contact op met uw erkende dealer of een specialist voor een goede inspectie van het
remsysteem.
OPGELET