33
PMNL0126A rev.2 - 11/2006
Nederlands
PROBLEMEN OPLOSSEN
17. PROBLEMEN OPLOSSEN
17.1. ALARMCODES
Als het lampje RUN twee seconden knippert, is er een
storing in de transmissie tussen de binnenunit en de
schakelaar voor externe bediening. Mogelijke oorzaken
zijn:
Externe kabel is gebroken.
Storing in contact van kabel voor externe bediening.
IC of microcomputer is defect
Neem in al deze gevallen contact op met de
onderhoudsleverancier.
-
-
-
-
Als het RUN-lampje zes keer knippert (vijf seconden) terwijl
het unitnummer en de alarmcode worden weergegeven:
OPMERKING:
De weergegeven alarmcode (zie volgende tabel) en
neem contact op met de onderhoudsleverancier.
-
Alarmcodes
Code
Categorie
Aard van de afwijking
Hoofdoorzaak
Binnenunit
Beveiligingsinstallatie van de binnenunit is uitgeschakeld. Storing in ventilatormotor, vlotterschakelaar
printplaat, relais.
Buitenunit
Beveiligingsinstallatie van de buitenunit is uitgeschakeld. Hogedrukschakelaar, storing in ventilatiemotor.
Transmissie
Afwijking tussen binnen- en buitenunit (of binnenunit).
Onjuiste bedrading, storing in printplaat,
uitgeschakelde zekering. Netvoeding
uitgeschakeld.
Afwijking in voedingskabels.
Incorrecte bedrading door omgekeerde fase.
Cyclus
Abnormaal hoge temperatuur aan bovenkant van de
compressor.
Onvoldoende koelmiddel. Referentielekkage,
capillair is verstopt
Sensor op binnenunit
Thermistor voor luchttoevoer.
Storing in thermistor, sensor, aansluiting
Thermistor voor luchtafvoer.
Thermistor voor bevriezingsbeveiliging.
Beveiligingsinstallatie voor ventilatiemotor uitgeschakeld. Storing van ventilatiemotor.
Sensor op buitenunit
Thermistor voor bovenkant compressor.
Storing in thermistor, sensor, aansluiting
Thermistor voor buitenlucht
Thermistor voor verdamping (ontdooien).
Systeem
Incorrecte instelling van buiten- en binnenunit.
Incorrecte instelling van capaciteitscode.
Incorrecte instelling van binnen-/buitenunitnummer.
Zelfde nummer binnenunit bestaat binnen
dezelfde koelmiddelcyclus.
Afwijking in beveiligingscircuit van buitenunit
Storing in PCB van de binnenunit. Incorrecte
bedradingsaansluiting naar printplaat in buitenunit.
Afwijking in de lopende stroom bij compressor.
Overstroom, gesmolten zekering of storing in de
stroomsensor.
Druk
Uitzonderlijke overbelasting tijdens koeling.
Obstakel in de luchtstroom van de
warmtewisselaar, kortsluiting en afgesloten
ventilatiemotor.
Uitzonderlijke overbelasting tijdens verwarming.
Obstakel in de luchtstroom van de
warmtewisselaar, kortsluiting.
Beveiliging tegen afname lage druk wordt geactiveerd.
Onvoldoende koelmiddel. Lek in koelmiddel
(afgesloten Hex)
■