12
80834 REV ED
NL
NL
7. Ga door met fragmenteren en afzuigen van steengruis, totdat alle resterende stukken klein genoeg zijn
voor een normale passage of totdat de patiënt vrij van stenen is.
NB: Als de prestaties zwak zijn of na langdurig gebruik van het systeem moet de systeemgenerator
worden uitgeschakeld, weer worden ingeschakeld en opnieuw worden afgestemd zoals in sectie 3.1
hierboven beschreven staat.
Waarschuwing:
• De tip van de sonde moet te allen tijde zichtbaar zijn als de transducer in gebruik is.
• De tip van de sonde niet in contact laten komen met slijmvlies, omdat hierdoor weefselschade kan
ontstaan.
Let op
• Een gesteriliseerde reservetransducer en -sondeset moeten aanwezig zijn voordat een procedure wordt
begonnen.
• Een doorlopende irrigatie en afzuiging is nodig voor een goede werking van het CyberWand-systeem.
Deel 5.0 Reinigen, desinfecteren en steriliseren
De volgende procedures voor het reinigen, desinfecteren en steriliseren worden aanbevolen door Gyrus
ACMI. Het gebruik van enige procedure die niet uitdrukkelijk wordt aanbevolen door Gyrus ACMI kan een
negatieve invloed hebben op Gyrus ACMI-apparatuur en deze beschadigen. Tevens kan dit de Beperkte
expliciete garantie van Gyrus ACMI tenietdoen.
Volg alle geldende procedures voor in het bloed voorkomende pathogenen, zoals voorgeschreven door
OSHA en/of uw ziekenhuisprotocollen bij het reinigen, desinfecteren en/of steriliseren van instrumenten en
accessoires.
5.1 Generator
1. Schakel de eenheid uit en verwijder de stroomkabel vóór het reinigen.
2. Veeg de generatorkast, het voorpaneel, de stroomkabel en de voetschakelaar af met een spons (of
handdoek) die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing. Veeg vervolgens af met een spons (of
handdoek) die licht bevochtigd is met schoon leidingwater. Volledig drogen.
3. Vermijd het gebruik van chemische of schurende reinigingsmiddelen die de coating kunnen
beschadigen.
4. Veeg de transducerkabel af met een gaasje (of handdoek) die bevochtigd is met een milde
zeepoplossing. Verwijder de zeepoplossing met een gaasje (of handdoek) die licht bevochtigd is met
helder leidingwater. Volledig drogen.
5.2 Sondes
De CyberWand-sondes zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Gooi ze weg na elke procedure. Hergebruik kan
leiden tot breukvorming van de sonde.
5.3 Transducers
Na elk gebruik of voor de plaatsing van een desinfectans of sterilisatiemiddel, moet u de transducer
en de kabel voorzichtig controleren op scheuren, barsten of andere tekenen van schade. Gebruik geen
beschadigde instrumenten.
1. Verwijder de transducerstekker uit de generator en plaats de stekkerdop over de pinnen.
2. Verwijder de hoes (neuskegel) van de transducer (ref. CW-USLT) door deze naar links te draaien.
3. Zowel de transducer als de hoes (neuskegel) moeten volledig worden ondergedompeld in een
enzymatisch reinigingsmiddel geformuleerd om eiwitachtig materiaal op te lossen. Volg de schriftelijke
instructies van de fabrikant voor de verdunning, temperatuur en duur. Gebruik warm water (38-49
°C); warmer water kan het moeilijker maken om eiwitten van de instrumenten te verwijderen. Gebruik
geen middelen voor de afwasmachine, huidreinigers of andere reinigingsmiddelen die niet zijn bedoeld
om eiwitten op te lossen. Vermijd het gebruik van chemische of schurende reinigingsmiddelen die de
coating kunnen beschadigen.
4. Maak het instrument schoon met een zachte borstel.
5. Spoel alle onderdelen zorgvuldig in warm leidingwater om alle sporen van de reinigingsoplossing te
verwijderen. Maak ze daarna droog met een handdoek.