65
genlijke afwassen te beginnen.
•
We openen de deur van de vaatwasser, plaatsen het rek met het serviesgoed
(borden, glazen enz.) erin en sluiten de deur van het apparaat. Alvorens het rek
met de vaat in de vaatwasser te plaatsen, zorgen we ervoor dat er geen etens-
resten (van welke aard ook) meer op het serviesgoed zitten.
•
We strooien afwasmiddel met de hand in de wastank van de vaatwasser, be-
halve als het apparaat uitgerust is met een afwasmiddelpomp (*2.14.3).
•
We zetten de afwascyclus in werking met een druk op de START-knop (No 2 - P3).
Bij model 1500 (Hood-type) begint het afwasprogramma zodra de deur van het
apparaat gesloten wordt.
•
Het afwasprogramma start automatisch en duurt 2 minuten (behalve bij de
modellen die meerdere programma’s bieden). Tegelijk gaat lampje (No 6 - P3)
branden dat aangeeft dat het afwasprogramma opgestart is, en wordt de vaat
in het apparaat gewassen en gespoeld (*2.14.4).
Opmerking 2:
Als de deur niet goed gesloten is, werkt de vaatwasser niet en blijft
controlelampje (No 7 - P3) op model 1500 branden.
•
Zodra de afwascyclus beëindigd is, gaat het programma-controlelampje uit.
Open de deur van de vaatwasser en haal het rek met de propere vaat eruit
(*2.14.5).
•
Laat de pas uitgehaalde vaat uitdruppen en drogen in de ruimte buiten de vaat-
wasser.
Zijn er na de afwas nog sporen van waterdruppels of vuile vlekken op het servies-
goed, kan de oorzaak bij één van volgende mogelijkheden liggen:
• Verkeerde
hoeveelheid afwasmiddel in verhouding tot het verbruikte water
• Het
spoelwater bevat te veel mineralen
• Onvoldoende
glansspoelmiddel voor het spoelprogramma
• Het
serviesgoed is niet goed geplaatst in het rek
•
Te lage waterdruk tijdens het spoelen
•
Te lage watertemperatuur tijdens het afwassen
• De
filters zitten verstopt of zijn niet goed geplaatst
TIP:
Voor
een beter afwasresultaat - in het bijzonder voor de glazen - gebruikt u
best een waterverzachter.
NED
64
kelen waarmee het apparaat is uitgerust, ofwel de betreffende zekeringen of de
hoofdschakelaar van de meterkast uit te schakelen, om enige stroomtoevoer te
vermijden.
OPMERKING:
Het doseerapparaat mag nooit leeg zijn want dan werkt het aanzui-
gen niet. U plaatst de buis in een vol spoelmiddelreservoir alvorens het apparaat
te installeren, zodat het doseerapparaat normaal kan werken vanaf de eerste
afwasbeurt.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die bijtende stoffen bevatten. Houdt men zich
daar niet aan, dan komt de garantie te vervallen.
2.7 Het afwasprogramma in gang zetten-Het vullen van de boiler
De asterisken (*) hieronder verwijzen naar speciale instructies voor de vaatwas-
machines met elektronische tijdschakelaar (timer) en meerdere afwasprogram-
ma’s (type 400, 500, 1500, 1100). Zie punt 2.14.
•
Controleer of de aanzuigfilter goed op zijn plaats zit.
•
Controleer of de overloopbuis correct is geplaatst in
de daartoe voorziene houder.
•
Sluit aan op de waterleiding en op het afvoersysteem
volgens de instructies.
•
Druk op de ON-OFF toets (No 1 - P3)
•
De wastank wordt automatisch gevuld met water tot
aan de ingestelde waterstand.
•
Controlelampje (No 4 - P3) gaat branden en geeft
aan dat de boiler gestart is met opwarmen (*2.14.2).
•
Zodra het water van de boiler opgewarmd is, gaat het overeenkomstige con-
trolelampje uit en begint lampje (No 5 - P3) te branden. Dat lampje geeft
aan dat het water in de wastank warm begint te worden.
Opmerking 1:
Bij model 35 (rek 35x35) blijft controlelampje (No 4 - P3) branden
terwijl het water in de wastank opwarmt.
•
Pas als ook dit controlelampje uitgaat, is de vaatwasser klaar om aan het ei-
Overflow hose
Suction filter
84