69
Leaders in Sealing Integrity
– Maak de aansluiteinden en het aangrenzende leidingnet zorgvuldig schoon, zodat de bekleding niet door
vreemde stoffen wordt beschadigd.
– De aansluiteinden van de leiding moeten in lijn liggen en planparallel zijn.
4.3 Inbouw
– Garlock afsluiters kunnen onafhankelijk van de doorstroomrichting en de positie van de klepas worden
ingebouwd.
– Er kan een willekeurige hoek worden gekozen tussen de klep- en leidinggas. Inbouw met horizontaal
liggende schakelas verdient echter de voorkeur, met name bij media die vaste stoffen bevatten; het
onderste deel van de klep opent dan in doorstroomrichting. De positie van de klep wordt als volgt
weergegeven: bij een vrij asuiteinde door de tweevlakshoek (DN 50 tot DN 300) en/of de spiebaan
(
≥
DN 350), bij een gemonteerde hendel door de hendel zelf, en bij een gemonteerde wormwieloverbrenging
door een positie-indicator.
– De klep moet deels open zijn wanneer de afsluiter ingebouwd.
– De afsluiter moet bij de inbouw nauwkeurig worden gecentreerd.Voor de aanhaalmomenten van de
flensverbinding moeten de steeds geldende normen in acht worden genomen. Hierbij moet rekening
worden gehouden met de randvoorwaarden, zoals temperatuur, druk, soort schroeven, smering van
de schroeven, soort flens, enz. Als richtwaarden kunnen de waarden uit de VCI “Richtlijnen voor de
flensverbinding” worden gebruikt.
Let op
Niet in lijn liggende of niet parallelle aansluiteinden van de leiding kunnen de bekleding van de
afsluiter beschadigen.
Let op
GARLOCK-kleppen nauwkeurig centreren en met licht geopende klep (transportstand ca. 10°)
inbouwen.
Door een proefschakeling garanderen dat de klep vrij kan bewegen en bij het openen niet tegen
de flensbouten stoot.
Let op
De flensschroeven gelijkmatig en kruiselings met een moer aandraaien.
De aandraaimomenten volgens onderstaande tabellen garanderen voldoende aandrukkracht
voor een betrouwbare afdichting naar buiten toe
DN
Inch.
2
2½
3
4
5
6
8
10
12
14
16
18
20
24
mm
50
65
80
100
125
150
200
250
300
350
400
450
500
600
A
mm
43
46
46
52
56
56
60
68
78
92
102
114
127
154
C
mm
43
53
67
93
115
147
188
236
284
322
374
415
467
558
Gevaar
De binnendiameter van de leiding (flens) moet groter zijn dan het deel van de klep dat in
geopende toestand buiten de huisbreedte uitsteekt, opdat de klep bij het uitdraaien niet zou
worden beschadigd. Zie maat C in onderstaande tabel.
Gebruik indien nodig tussenringen.
Let op
De inbouwruimte tussen de flenzen moet voldoende klembreedte = breedte van de
huisbekleding garanderen. Zie maat A in onderstaande tabel.
Gebruik indien nodig tussenringen.
Summary of Contents for GAR-SEAL
Page 2: ......