FrontLine Drager X-am 5600, Instructions For Use Manual

Page: 83 / 306

82
Configuratie
Om een apparaat met standaardconfiguratie individueel te configureren, moet
het apparaat via de USB-infraroodkabel (bestelnr. 83
17 409) of het E-Ca-
systeem op een pc worden aangesloten. Voor de configuratie wordt de pc-
software "Dräger
CC-Vision" gebruikt. De pc-software Dräger CC-Vision kan op
de productpagina van de X-am 5600 onder het volgende internetadres gratis
gedownload worden: www.draeger.com.
 Configuratie wijzigen: zie Technisch Handboek.
Standaard-apparaatconfiguratie:
Dräger X-am 5600
1)
1) X-am
®
is geregistreerd handelsmerk van Dräger.
Bumptestmodus
2)
2) Bij levering kunnen instellingen klantspecifiek worden aangepast.
De actuele instelling kan met de pc-software Dräger CC-Vision worden gecontroleerd en
gewijzigd.
Uitgebreide functietest
Verse lucht-instelling
2) 3)
3) De verse lucht-/nulpuntinstelling wordt niet ondersteund door de DrägerSensor DUAL IR CO
2
,
de DrägerSensor IR CO
2
en de DrägerSensor XXS O
3
.
Aan
Waterstofverrekening
4)
4) Bij geactiveerde DrägerSensor XXS H
2
HC (68 12 025) en geactiveerd ex-kanaal van de
DrägerSensor DUAL IR Ex/CO
2
(68 11 960) of DrägerSensor IR Ex (68 12 180).
Aan
Bedrijfssignaal
2) 5)
Aan
Uitschakelen
2)
Toegestaan
LEL-factor
2)
– ch
4
– H
2
4,4 Vol.-% (4,4 Vol.-% komt overeen met
100 %LEL)
4,0 Vol.-% (4,0 Vol.-% komt overeen met
100 %LEL)
STEL
2) 6) 7)
(gemiddelde waarde
gedurende korte tijd)
Functie STEL - inactief
Duur gemiddelde waarde = 15 minuten
TWA
2) 7) 8)
(Gemiddelde
ploegwaarde)
Functie TWA - inactief
Duur gemiddelde waarde = 8 uur
Alarm A1
9) bevestigbaar, niet zelfhoudend, vooralarm,
stijgende flank
Alarm A1 bij O
2
-sensor
9)
niet bevestigbaar, zelfhoudend, als hoofdalarm,
dalende flank
Alarm A2
9) niet bevestigbaar, zelfhoudend, hoofdalarm,
stijgende flank
Door de activering van de H
2
-verrekening wordt de LEL-gasconcentratie van de
geactiveerde DrägerSensor XXS H
2
HC (68 12 025) bij de LEL-gasconcentratie
van de geactiveerde DrägerSensor DUAL IR Ex/CO
2
(68 11 960) of
geactiveerde DrägerSensor IR Ex (68 12 180) opgeteld en op het display op de
plaats van de IR Ex-indicatie weergegeven.
Apparaat instellingen
Voor een apparaat kunnen de volgende wijzigingen aan de apparaatparameters
worden aangebracht:
5) Een periodiek kort knipperen geeft aan dat het apparaat gebruikt kan worden. Als er geen
bedrijfssignaal is, kan een correcte werking niet worden gegarandeerd.
6) STEL: gemiddelde waarde van een blootstelling gedurende een korte tijd, meestal 15 minuten.
7) Analyse alleen als de sensor daarvoor bedoeld is.
8) TWA: gemiddelde ploegwaarden zijn grenswaarden voor de werkplek, in de regel een dagelijkse
blootstelling op 5 dagen per week tijdens de levenswerktijd.
9) De zelfhoudendheid en bevestiging van de alarmen A1 en A2 kunnen met de pc-software Dräger
CC-Vision worden geconfigureerd.
AANWIJZING
Eerder ingestelde alarmdrempels blijven behouden, zodat bij aanwezigheid
van waterstof (H
2
) het alarm van het IR Ex-kanaal onder bepaalde
omstandigheden vroeger wordt geactiveerd.
Aanduiding Bereik
Wachtwoord Numeriek bereik (3 cijfers)
Bedrijfssignaal LED
1)
1) Minimaal één van de beide bedrijfssignalen moet worden ingeschakeld.
Ja / nee
Bedrijfssignaal claxon
1)
Ja / nee
Uitschakelmodus "Uitschakelen toegestaan" of
"Uitschakelen verboden" of
"Uitschakelen verboden bij A2"
Ploeglengte (TWA)
2)
2) Komt overeen met de tijd waarover een gemiddelde wordt berekend en wordt gebruikt voor de
berekening van de blootstellingswaarde TWA.
60 - 14400 (in minuten)
(instelling voor blootstellingsalarm)
Duur kortetijdwaarde (STEL)
3) 4)
3) Analyse alleen als de sensor daarvoor bedoeld is.
4) Komt overeen met de tijd waarover een gemiddelde wordt berekend en wordt gebruikt voor de
berekening van de blootstellingswaarde STEL.
0 - 15 (in minuten)
(instelling voor blootstellingsalarm)