dynafor LLX2, Operation And Maintenance Manua

Page: 100 / 148

28
7.5.3 Een geheel associëren
Om in de “Veelvoudige Configuratie” te kunnen werken moeten de sondes en de Slaaf displays
“geassocieerd” zijn met de Meester display.
Bij de inschakeling zoekt de display alle onder spanning staande sondes die op zijn radiokanaal werken.
Volg de onderstaand beschreven instructies om een geheel te associëren:
Ga met de pijlen naar het pictogram: en bevestig met .
7.5.4 Parametrisatie van de displays in de mode Meester of Slaaf.
De Slaaf display(s) werkt (werken) uitsluitend als herhaler van de Meester Display, de functies
“parameters van de sonde wijzigen” en “associëren” zijn niet toegankelijk.
Om de modes Meester of Slaaf te parametriseren, moeten de displays ontgrendeld zijn (zie § 7.5.1).
Vanuit het standaardscherm
De mode Meester of Slaaf verschijnt bij het starten van de display.
De keuze bevestigen
Een geheel associëren.
NNN = serienummer
Kies het hokje intersectie Sonde /
Display en bevestig met
Kies en bevestig
= Het geheel sonde / Display is
geassocieerd
Nota: Het is mogelijk meerdere,
verschillende elementen te
associëren.
ESC
Terug naar het
standaardscherm
Een pictogram kiezen en de
beschikbare opties activeren
Een pictogram kiezen en de
beschikbare opties activeren
35
De keuze bevestigen
Parametrisatie mode Meester / Slaaf:
Ga naar het pictogram
Bevestig met
Kies de beschikbare optie.
Bevestig met
Maak uw keuze met de pijlen:
M = Display Meester.
S = Display Slaaf.
Bevestig met
ESC
Terug naar het vorige scherm
Een pictogram kiezen en de
beschikbare opties activeren
Een pictogram kiezen en de
beschikbare opties activeren
36
Display Meester Display Slaaf
Als een display “Slaaf” is, is het
mogelijk de “Meester” display
waarmee hij geassocieerd is, te
identificeren.
38 39 37
NL