de accessoirehouder vast met de EZ Twist-neuskap
of -sleutel om het accessoire vast te zetten.
9.
Schakel het gereedschap in op de laagste
toerentalinstelling en kijk of er uitloop optreedt. Als er
duidelijke uitloop optreedt, controleert u eerst of het
accessoire recht is geplaatst en herhaalt u daarna de
procedure.
BALANCEREN VAN DE ACCESSOIRES
Voor precisiewerk is het van belang dat alle accessoires
goed in balans zijn (vergelijkbaar met de banden van uw
auto). Om een accessoire in de juiste stand te brengen
of te balanceren, draait u de spanmoer enigszins los en
draait u het accessoire of de spanmoer een kwartslag.
Draai de spanmoer opnieuw aan en gebruik het
Rotatiegereedschap.
U kunt zowel horen als voelen of het accessoire in balans
is. Blijf het accessoire bijstellen tot de best mogelijk balans
is bereikt.
HULPSTUKKEN
Uw Dremel-gereedschap kan worden uitgerust met Dremel-
hulpstukken. De lijst met geschikte hulpstukken vindt u op
pagina 8.
LET OP: Niet alle bovenstaande hulpstukken worden
standaard met het gereedschap/in de verpakking
meegeleverd.
GEBRUIK
EEN GOED BEGIN
De eerste stap bij het gebruik van het multigereedschap is u
vertrouwd maken met het gereedschap. Houd het gereedschap
in uw hand en voel het gewicht en de balans. Voel de taps
toelopende behuizing. Door dit tapse toelopen kunt u het
gereedschap bijna als een pen of potlood vasthouden.
BELANGRIJK! Oefen eerst op een stuk los materiaal om
te ervaren hoe het gereedschap onder hoge snelheid
reageert. Onthoud dat uw multigereedschap het beste
werk levert wanneer u de snelheid, samen met het juiste
Dremel-accessoire en juiste hulpstuk, het werk voor u laat
doen. Oefen indien mogelijk tijdens gebruik geen druk uit
op het gereedschap. Breng in plaats daarvan het roterende
accessoire lichtjes omlaag naar het oppervlak van het werkstuk
en laat de punt daar contact maken waar u wilt beginnen.
Concentreer u op het geleiden van het gereedschap over het
werkstuk, met een lichte druk van uw hand. Sta toe dat het
accessoire het werk doet.
Over het algemeen kunt u het werk beter in verschillende
bewerkingsfasen voltooien dan in één enkele bewerking. Een
voorzichtige aanpak zorgt voor de beste controle en vermindert
de kans op fouten.
HET GEREEDSCHAP VASTHOUDEN
Houd het gereedschap altijd van uw gezicht af.
Accessoires kunnen worden beschadigd tijdens het
gebruik en kunnen uit elkaar spatten door het hoge
toerental.
Bedek bij het vasthouden van het gereedschap niet de
ventilatieopeningen met uw hand. Blokkeren van de
ventilatieopeningen kan leiden tot oververhitting van
de motor.
Voor de beste controle bij nauwkeurig werk moet u het
multigereedschap als een pen tussen duim en wijsvinger
houden.
A
q
Het vasthouden als een golfclub is de beste methode voor
zwaardere bewerkingen zoals slijpen of snijden.
A
a
AAN/UIT
U zet het gereedschap “AAN” met behulp van de
schuifregelaar aan de bovenkant van de behuizing van de
motor.
OM HET GEREEDSCHAP “AAN” TE ZETTEN, schuift u de
regelaar omhoog, naar stand 1, 2, 3 of 4.
OM HET GEREEDSCHAP “UIT” TE ZETTEN, schuift u de
regelaar omlaag naar stand “0”.
SCHUIFREGELAAR MET VIJF POSITIES
A
s
Uw gereedschap is voorzien van een schuifregelaar met
vijf posities.
Het toerental kan tijdens gebruik worden aangepast door
de regelaar omhoog of omlaag te schuiven naar een van
de instellingen.
Om de juiste snelheid voor een bepaalde klus te
selecteren, gebruikt u een stuk oefenmateriaal.
WERKTOERENTALLEN
A
s
Raadpleeg de tabel met toerentalinstellingen op pagina 8-9
om het juiste toerental voor het te bewerken materiaal en
het gebruikte accessoire te bepalen.
Zorg bij het gebruik van een draadborstel dat de limiet van
15.000 rpm niet wordt overschreden.
De meeste klussen kunnen worden uitgevoerd wanneer
het gereedschap in de hoogste stand wordt gebruikt.
Bepaalde materialen (sommige kunststoffen en metalen)
kunnen echter worden beschadigd door de hitte die
vrijkomt bij een hoog toerental, en dienen met relatief lage
toerentallen te worden bewerkt. Gebruik met een laag
toerental (15.000 rpm of minder) is gewoonlijk het beste
voor polijstwerkzaamheden met de polijstaccessoires van
vilt. Alle toepassingen met de draadborstel vereisen lagere
toerentallen om te voorkomen dat draadstukken uit de
houder vliegen. Laat de prestatie van het gereedschap het
werk voor u doen bij het gebruik van lagere toerentallen.
Hogere toerentallen zijn beter voor hardhout, metalen en
glas en voor boren, uitsnijdingen maken, snijden, frezen,
frezen van profielen en zagen van plinten of sponningen
in hout.
Enkele richtlijnen met betrekking tot het toerental van het
gereedschap:
• Kunststof en ander materiaal dat bij lage temperaturen
smelt, moet met een laag toerental worden bewerkt.
• Polijsten, poetsen en reinigen met een draadborstel
moet met een toerental van maximaal 15.000 rpm
worden uitgevoerd om schade aan de borstel en uw
materiaal te voorkomen.
• Hout moet met een hoog toerental worden gezaagd.
• IJzer of staal moet met een hoog toerental worden
gezaagd.
• Als een snelfrees voor staal begint te trillen, wijst dit er
gewoonlijk op dat deze te langzaam draait.
• Aluminium, koperlegeringen, zinklegeringen en
tin kunnen met verschillende toerentallen worden
bewerkt, afhankelijk van het type bewerking dat u wilt
uitvoeren. Gebruik een paraffine (geen water) of een
ander geschikt smeermiddel om te voorkomen dat er
materiaalresten tussen de zaagtanden van de frees
gaan zitten.
LET OP: Verhoging van de druk op het gereedschap
is niet de juiste reactie wanneer het niet correct
presteert. Probeer een andere accessoire of een andere
toerentalinstelling om het gewenste resultaat te verkrijgen.
ONDERHOUD EN REINIGEN
!
GEEN ONDERDELEN DIE ONDERHOUD VERGEN IN
HET APPARAAT. PREVENTIEF ONDERHOUD
standaard spantang te hoeven gebruiken.
1. Schroef de neuskap van het gereedschap af en
breng het stalen inzetstuk aan de binnenzijde van de
neuskap met de spanmoer in de juiste stand.
2. Terwijl de asvergrendeling is ingeschakeld, draait u de
neuskap naar links om de spanmoer los te draaien.
Schakel de asblokkering niet in terwijl het apparaat
draait.
3. Plaats de schacht van het accessoire of
inzetgereedschap volledig in de spantang.
4. Terwijl de asvergrendeling is ingeschakeld, draait u de
neuskap naar rechts om de spanmoer vast te draaien.
5. Schroef de neuskap terug op zijn oorspronkelijke plek.
DREMEL-ACCESSOIREHOUDER 4486
Met de Dremel-accessoirehouder kunt u snel en eenvoudig
accessoires op het Dremel-gereedschap verwisselen
zonder spantangen te wisselen. Kan worden gebruikt met
accessoires met een schacht van 0,8-3,2 mm.
Om de accessoirehouder los te draaien, drukt u eerst op
de as-blokkeringsknop en draait u de as met de hand tot
de schachtblokkering vastklikt.
Schakel de asblokkering
niet in terwijl het apparaat draait.
Terwijl de as-blokkering is ingeschakeld, gebruikt u de
sleutel of EZ Twist-neuskap om de accessoirehouder los te
maken en opent u de bek.
Verwijder het accessoire uit de accessoirehouder.
Draai zo nodig de accessoirehouder verder los zodat
het nieuwe accessoire tussen de bek past. Plaats het
nieuwe accessoire ver genoeg in de accessoirehouder,
zodat er ongeveer 6 mm zit tussen het uiteinde van de
accessoirehouder en het begin van het werkende deel van
het accessoire. Terwijl de asblokkering is ingeschakeld,
draait u de accessoirehouder vast met de EZ Twist-
neuskap of -sleutel om het accessoire vast te zetten.
NUTTIGE TIPS BIJ GEBRUIK VAN DE DREMEL-
ACCESSOIREHOUDER
• De Dremel-accessoirehouder en het spantang-/
spanmoersysteem zijn onderling verwisselbaar op dit
gereedschap. De Dremel-accessoirehouder geeft u de
beste resultaten bij het verwisselen van accessoires.
De spantang en spanmoer bieden een nauwkeurigere
oplossing voor het vasthouden van accessoires, vooral
bij toepassingen met een zwaardere zijbelasting.
• Als u merkt dat het accessoire slipt in de
accessoirehouder, gebruikt u de meegeleverde EZ
Twist-neuskap of -sleutel om de accessoirehouder rond
het inzetstuk vast te draaien. Als het slippen aanhoudt,
ga dan over op gebruik van de spantang en spanmoer.
• De bek van de accessoirehouder kan verschuiven.
Hierdoor loopt het accessoire niet meer recht en
concentrisch (uitloop).
Om de bek te resetten voert u de volgende procedure uit:
1. Verwijder het accessoire uit de accessoirehouder.
2. Reinig de accessoirehouder.
3. Druk de as-blokkeringsknop in en draai de
accessoirehouder vast totdat de bek voorbij het
buitenste oppervlak van de accessoirehouder komt
(ongeveer 3 mm).
4. Duw het uiteinde van de accessoirehouder stevig tegen
een hard, plat oppervlak om te controleren of de bek
axiaal is geplaatst.
5. Draai de accessoirehouder verder aan met de hand
totdat de bek volledig is gesloten.
6. Draai de accessoirehouder los en plaats een recht
accessoire.
7. Draai het gereedschap met de hand en kijk of er
uitloop optreedt. Als er duidelijke uitloop optreedt,
herhaalt u de procedure.
8.
Terwijl de as-blokkering is ingeschakeld, draait u
45