NEDERLANDS
47
STORINGEN
CONTROLEREN
(mogelijke oorzaken)
OPLOSSING
3.
De motor draait
moeilijk.
A. De stroom toevoer zou onvoeldoende
kunnen zijn.
B. Mogelijke wrijvingen tussen vaste en
bewegende delen nagaan.
C. Kogellagers nagaan.
B. Wrijvings oorzaken verwijderen.
C. De eventuele beschadigde kogellagers
vervangen.
4.
De (buiten)
bescherming van de
motor treedt direct
na start in.
A. Nagaan of bij de klemmen alle fases
aanwezig zijn.
B. Nagaan of er open of smerige contacten
zijn.
C. De mogelijke defecte isolatie van de
motor nagaan door middel van een
controle op de fase zekering en de isolatie
massa.
A. Afwezige fases weer herstellen.
B. Vervangen of schoonmaken van het
bijpassende onderdeel.
C. De motor kas met een stator vervangen
of mogelijk kabel in kort sluiting
herstellen.
5. De bescherming van
de motor treedt te
vaak in.
A. Nagaan of de ruimte temperatuur niet te
hoog is.
B. De gesteldheid van de bescherming
nagaan.
C. De draai snelheid van de motor nagaan.
D. De toestand van de kogellagers nagaan.
A. De ruimte goed ventileren.
B. De motor goed instellen volgens stroom
opname bij volledige lading.
C. De motor gegevens nagaan.
D. De beschadigde kogellagers vervangen.
6. De pomp zuigt niet.
A. De pomp is niet correct ingesteld(lucht
aanwezigheid bij opzuiging buis of
binnen de pomp).
B. De correcte draairichting bij driefase
motoren nagaan.
C. Opzuig niveau verschil te hoog.
D. Opzuig buis met te kleine diameter of
met een te breed horizontaal oppervlak.
E. Bodem klep of opzuig buis verstopt.
A. De pomp en de opzuig buis met water
aanvullen en de opzuiging starten.
B.
Onderling twee voedings draden
verwisselen.
C. Het instructie punt n.7,over installatie,
nagaan.
D. Opzuig buis met een ander van een
grotere diameter vervangen.
E. Bodem klep of opzuig buis schoonmaken.
7. De pomp zuigt het
niet op.
A. Opzuig buis of bodem klep die lucht
opzuigen.
B. De negatieve helling van de opzuig buis
laat een vorming van lucht bellen toe.
A. Dit ongemak verwijderen door de opzuig
buis goed schoonmaken.
B. De helling van opzuig buis corrigeren.
8. De pomp heeft
onvoldoende
vermogen.
A. Verstopte bodem klep.
B. Versleten of verstopte draairaad.
C. Opzuig buis van onvoldoende diameter.
D. De juiste draairichting nagaan.
A. Bodem klep schoonmaken.
B. B.Draairaad vervangen of verstopping
verwijderen.
C. Buis met een ander van een grotere
diameter vervangen.
D.
Onderling twee voedings draden
verwisselen.
9. Geen constante pomp
vermogen.
A. Te lage opzuig druk.
B. Opzuig buis of pomp gedeeltelijk door
vuiligheid verstopt.
B. Opzuig buis en pomp schoonmaken.
10.
De pomp draait
andersom bij het
uitgaan.
A. Verlies van opzuig buis.
B. Defecte of geblokkeerde bodem of
terugslagklep bij een positie van
gedeeltelijk opening.
A. Het ongemak verhelpen.
B. B.Herstellen of vervangen de defecte
klep.
11. De pomp trilt met een
roemoerige geluid.
A. Nagaan of de pomp en de buizen goed
zijn aangesloten.
B.
De pomp heeft een holte(punt
n7,hoofd.INSTALLATIE).
C. De pomp werkt meer dan wat aangegeven
staat.
D. De pomp kan niet vrij draaien.
A. De losgekomen delen blokkeren.
B. De opzuigings hoogte beperken of
vermindering van drukbelasting
controleren.
C. Vermogen beperken.
D. Versleten staat van kogellagers nagaan.
Summary of Contents for KV 10/2
Page 2: ......
Page 101: ...96 ...
Page 102: ...97 ...
Page 103: ...98 ...
Page 104: ...99 ...
Page 107: ...102 KV 6 7 M KV 10 4 M KV 10 5 M KV 3 7 T KV 3 10 T KV 6 7 T KV 10 4 T KV 10 5 T ...
Page 108: ...103 KV 32 2 T KV 32 3 T KV 32 4 T KV 32 5 T KV 32 6 T KV 32 7 T KV 32 8 T ...
Page 109: ...104 KV 40 2 T KV 40 3 T KV 40 4 T KV 40 5 T KV 40 6 T KV 40 7 T KV 40 8 T ...
Page 110: ...105 KV 50 2 T KV 50 3 T KV 50 4 T KV 50 5 T KV 50 6 T KV 50 7 T KV 50 8 T KV 50 9 T ...
Page 114: ...109 05 07 cod 0013 550 05 ...