NEDERLANDS
44
Voorbeeld 2 : installatie op 1500 m hoogte en vloeistof op t = 50°C
aangevraagde N.P.S.H.:
3,25 m
pb :
8,6 mca (afb.3 bladz. 96)
Hr: 2,04
m
t: 50°C
pV:
1,147 m (afb.4 bladz. 96)
Z1
8,6 – 3,25 – 2,04 – 1,147 = 2,16 circa
Voorbeeld 3 : installatie op zeespiegel en vloeistof op t = 90°C
aangevraagde N.P.S.H.:
3,25 m
pb :
10,33 mca (afb.3 bladz. 96)
Hr: 2,04
m
t: 90°C
pV:
7,035 m (afb.4 bladz. 96)
Z1
10,33 – 3,25 – 2,04 – 7,035 = -1,99 circa
Bij dit laatste geval, om goed te functioneren, moet de pomp met een positieve drukkracht van 1,99 – 2 m.
werken; met andere woorden het vrije water oppervlak moet van 2 m.hoger ten opzichte van de pomp
opzuigmond zijn
N.B. Het is altijd goed om een veiligheids marge te voorzien (0,5 bij koud water) om
rekening met eventuele fouten of onvoorziene veranderingen te houden.Deze marge is van
bijzonder belang in geval van vloeistoffen met temperaturen naast het kookpunt, omdat
al bij kleine veranderingen het functioneren van de machine kan beïnvloeden.
Bij de 3de geval, bijvoorbeeld, als de temperatuur in plaats van op 90°C, in sommige
momenten de 95°C zou bereiken, de nodige drukkracht van de pomp zou niet meer 1,99
maar 3,51 meter bedragen.
8.
ELECTRISCHE AANSLUITING
Let op: altijd de veiligheidsnormen in acht nemen!
De aan de binnenkant van de klemmendoos weergegeven
electrische schema’s en die weergegeven op pag. 1 van deze
handleiding zorgvuldig in acht nemen
8.1
De electrische aansluitingen moeten door een ervaren electriciën uitgevoerd worden, die de door
de geldende normen verlangde vereisten bezit (zie paragraaf 6.1.).
Men moet zich zorgvuldig houden aan de door het Bedrijf voor de electrische stroomvoorziening
gegeven voorschriften.
.
In geval van driefasemotoren met ster-driehoek opstart moet men zich ervan overtuigen, dat de
overgangstijd tussen ster en driehoek zo kort mogelijk is en binnen de tabel 8.1 op bladz. 94 valt
8.2
Alvorens het klemmenbord ter hand te nemen en op de pomp te werken zich ervan overtuigen, dat
de stroom weggenomen is.
8.3
De netspanning controleren alvorens enige aansluiting uit te voeren. Als deze overeenstemt met
degene op het plaatje overgaan tot de aansluiting van de draden op het klemmenbord en daarbij
allereerst aan de aarder denken. (Fig. E)
8.4
ZICH ERVAN OVERTUIGEN DAT DE AARDINSTALLATIE GOED WERKT EN DAT
HET MOGELIJK IS EEN GESCHIKTE AANSLUITING UIT TE VOEREN.
8.5
De pompen moeten altijd op een externe schakelaar aangesloten worden.
8.6
Driefasemotoren moeten door geschikte motorbeveiligingen beschermd worden, die op de juiste
manier geijkt zijn met betrekking tot de stroom van het plaatje.
8.7
De klemmen kunnen in vier diverse standen georiënteerd worden(behalve dat voor de KVC serie),
door middel van een motor draaiing van 90°.
Indien noodzakelijk als volgt handelen ( na de aangegeven indicaties met diegene op de ontplofte
tekeningen die aan het einde van het boekje worden vermeld) :
KV 3/_ - KV 6/_ - KV 10/_:
de ventieldekker(13) uit de op de achter motordeksel (11) geplaatste
ronde glijder verwijderen.
Het ventiel(12) uit de rotoras doen ,door middel van twee schroeven of hendels, met een hoofd
draaipunt(11),uit laten glijden.
De verbinding spanners(24) van het achterdeksel (11) op het drukgedeelte(97)los draaien. De
deksel (11)verwijderen en de tussenring(21) achterhalen. De motorkas(10) in de gewenste stand
draaien.
Summary of Contents for KV 10/2
Page 2: ......
Page 101: ...96 ...
Page 102: ...97 ...
Page 103: ...98 ...
Page 104: ...99 ...
Page 107: ...102 KV 6 7 M KV 10 4 M KV 10 5 M KV 3 7 T KV 3 10 T KV 6 7 T KV 10 4 T KV 10 5 T ...
Page 108: ...103 KV 32 2 T KV 32 3 T KV 32 4 T KV 32 5 T KV 32 6 T KV 32 7 T KV 32 8 T ...
Page 109: ...104 KV 40 2 T KV 40 3 T KV 40 4 T KV 40 5 T KV 40 6 T KV 40 7 T KV 40 8 T ...
Page 110: ...105 KV 50 2 T KV 50 3 T KV 50 4 T KV 50 5 T KV 50 6 T KV 50 7 T KV 50 8 T KV 50 9 T ...
Page 114: ...109 05 07 cod 0013 550 05 ...