NEDERLANDS
45
De tussenring(21) op de kogellager(20) weer terug plaatsen op deze het motor deksel(11) plaatsen.
Na te zijn nagegaan of de motoras vrij kan draaien de vier spanners(24) aandraaien. Mocht dit niet
het geval zijn, de spanners los maken en met een rubber hamer enkele klappen geven tot volledige
aanpassing. De spanners weer vast aan draaien en de vrije as beweging nagaan.
Het ventiel(12) op het metalen motor rotor uiteinde licht hameren en het ventieldekker(13) op de
achter motor deksel plaatsen.
KV 32/_ - KV 40/_ - KV 50/_:
de vier verbinding schroeven(45) tussen de motor flens(105) en
het onderstel(3) los maken en verwijderen.
De motor in de gewenste stand draaien en de schroeven(45) weer terug plaatsen.
9.
OPSTARTEN
9.1
Volgens de ongevallen bepalingen,
moet men de pomp laten functioneren
alleen
als de
koppeling(indien voorzien) op juiste wijze beschermd is.Dan kan de pomp na de koppeling
beschermingen(92) te zijn nagegaan of goed geplaatst zijn, weer aangezet worden.
9.2
De pomp niet starten zonder deze helemaal met vloeistof
gevuld te hebben.
Vóór het opstarten controleren of de motor goed aangezogen is door ervoor te zorgen deze
helemaal met schoon water te vullen door het betreffende gat, nadat men de vuldop (25) op het
perslichaam weggenomen heeft. Dit om ervoor te zorgen dat de motor onmiddellijk regelmatig
begint te werken en dat de mechanische weerstand goed gesmeerd blijkt. Fig. F. De vuldop moet
daarna weer op haar plaats aangebracht worden. Het droogdraaien veroorzaakt onherstelbare
schade zowel aan de mechanische weerstand als aan de pakking.
9.3
De in de zuiging aangebrachte schuif helemaal open zetten en de afvoerschuif bijna dicht laten.
9.4
Stroom geven en de juiste draairichting controleren, die in de richting van de klok moet gaan, door
de motor aan de kant van de ventilator te observeren. Fig. G. (Ook aangegeven door de pijl op het
ventilatordeksel.) In het tegenovergestelde geval twee willekeurige fasegeleiders omwisselen,
nadat men de pomp van het voedingsnet afgekoppeld heeft.
9.5
Als het hydraulische circuit helemaal met vloeistof gevuld is, de afvoerschuif langzaam openen tot
de grootste open stand.
9.6
Terwijl de electropomp functioneert, de voedingsspanning op de klemmen van de motor
controleren, die geen +/- 5% van de nominale waarde mag verschillen. (Fig. H))
9.7
Als de eenheid loopt controleren, dat de door de motor verbruikte stroom niet die op het plaatje
overschrijdt.
10. STOPPEN
10.1
Het sluitmechanisme van de persleiding sluiten. Als er op de persleiding een weerstand voorzien
is, kan het sluitventiel aan de perskant open blijven staan op voorwaarde, dat er achter de pomp
tegendruk bestaat.
Voor een lange stilstandsperiode het sluitmechanisme van de zuigleiding en eventueel, indien
voorzien, alle extra controlekoppelingen sluiten
11. VOORZORGSMAATREGELEN
11.1
De electropomp mag niet aan een te hoog aantal starts per uur blootgesteld worden. Het maximum
toelaatbare aantal is het volgende:
POMP TYPE
MAXIMALE AANTAL STARTEN/PER UUR
KVC 30
KV 3-6-10
30
KV 32
10 ÷ 15
KV 40 – KV 50
5 ÷ 10
11.2
VORSTGEVAAR:
Als de pomp lange tijd op non-actief blijft bij een lagere temperatuur dan
0°C, moet men overgaan tot het helemaal legen van het pomplichaam door middel van de
leegloopdop (26) om eventueel barsten van de hydraulische onderdelen te vermijden. Fig. I. Deze
handeling wordt ook aangeraden in geval van langdurige inactiviteit bij normale temperaturen.
Controleren dat het weglopen van de vloeistof geen zaak- of
persoonlijke schade oplevert in de installaties voor degenen, die
warm water gebruiken.
De leegloopdop niet sluiten, totdat de pomp weer opnieuw gebruikt wordt.
Het opstarten na langdurige inactiviteit verlangt herhaling van de handelingen beschreven in de
hiervoor opgenomen paragrafen
“WAARSCHUWINGEN” en “OPSTARTEN”.
Summary of Contents for KV 10/2
Page 2: ......
Page 101: ...96 ...
Page 102: ...97 ...
Page 103: ...98 ...
Page 104: ...99 ...
Page 107: ...102 KV 6 7 M KV 10 4 M KV 10 5 M KV 3 7 T KV 3 10 T KV 6 7 T KV 10 4 T KV 10 5 T ...
Page 108: ...103 KV 32 2 T KV 32 3 T KV 32 4 T KV 32 5 T KV 32 6 T KV 32 7 T KV 32 8 T ...
Page 109: ...104 KV 40 2 T KV 40 3 T KV 40 4 T KV 40 5 T KV 40 6 T KV 40 7 T KV 40 8 T ...
Page 110: ...105 KV 50 2 T KV 50 3 T KV 50 4 T KV 50 5 T KV 50 6 T KV 50 7 T KV 50 8 T KV 50 9 T ...
Page 114: ...109 05 07 cod 0013 550 05 ...