- 61 -
Cod. 1910000001187 - nv01
Nederlands
9. Normaal onderhoud
9.1 Waarschuwingen
LET OP: CONTROLEER ALVORENS
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN
OF HET APPARAAT NIET ONDER STROOM STAAT EN
NIET ONBEDOELD OF ONOPZETTELLIJK ELEKTRISCH KAN WORDEN
GEVOED. HET IS DAAROM NOODZAKELIJK OM DE STROOMTOEVOER LOS
TE KOPPELEN ALVORENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN.
• Het is de taak van de klant om alle onderhoudswerkzaamheden aan
de warmtepomp uit te voeren.
• Alleen bevoegd, vooraf opgeleid en gekwalificeerd personeel is bij
machte om de onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
• Probeer defecten niet te repareren en evenmin het apparaat te
verplaatsen indien hiervoor geen bevoegd personeel aanwezig is.
• Bescherm de handen met werkhandschoenen als het apparaat moet
worden gedemonteerd.
Controleer bij het opstarten en na een paar dagen gebruik of de
flensbouten van de wisselaar goed vastzitten. Deze zijn gemakkelijk
toegankelijk, omdat de flensafdekplaten kunnen worden verwijderd en
algemene controle van de elektrische absorptie tijdens de werking van
de warmtepomp en de elektrische weerstand.
9.2 Jaarlijkse controles
• Controle van de algemene staat van het apparaat.
• Algemene controle van de elektrische absorptie tijdens de werking van
de warmtepomp en de elektrische weerstand.
• Algemene controle van de werking van de elektrische weerstand.
• Controle of alle elektrische aansluitingen goed vastzitten.
• Controle van de programmeerparameters.
• Controle van de staat van de ventilator- en compressorcontacten.
• Controle van de filters op het hydraulische circuit en op de ventilatiekanalen.
• Controle van de verbruiksstatus van de magnesiumanode om de
vervanging ervan te plannen.
• Controle van de druk van het expansievat van het systeem.
• Controle van de algemene staat van de unit en van de installatie en
controle op lekkages.
• Controle van het koelmiddel.
• Controle van de staat van het koelcircuit.
• Controle of bouten, moeren, flensen en wateraansluitingen die kunnen
lossen door trillingen, goed vastzitten.
10. Werking
De maximale bedrijfstemperaturen die in dit document en op het
typeplaatje van het apparaat worden getoond, moeten worden opgevat
als de maximale weerstandstemperaturen van de binnenbekleding van
de ketels. De maximale gebruikstemperatuur moet voldoen aan de
normen ter beperking van het energieverbruik.
10.1 Opsporen van storingen
Als de warmtepomp zich vreemd gedraagt en er zich geen alarmen
voordoen die zijn beschreven in de paragraaf 6.7.2, wordt aanbevolen
om, alvorens contact op te nemen met de technische assistentie, met
behulp van de volgende tabel te controleren of de anomalie gemakkelijk
kan worden opgelost:
ANOMALIEËN
MOGELIJKE OORZAKEN
De warmtepomp schakelt
niet in
• er is geen elektriciteit
• de hoofdschakelaar is niet ingescha-
keld
• de stekker zit niet in het stopcontact, of
niet goed genoeg om contact te maken
• de beveiligingszekering op het stop-
contact is doorgeslagen
De compressor en/of de
ventilator starten niet
• hun veiligheidstijd is nog niet verstre-
ken op temperatuur
• het systeem is voldaan (er brandt
geen pictogram voor het vullen [warm
water])
• de elektrische verbinding zit los
Herhaald in- en uitscha-
kelen van de warmte-
pomp
• de waarden van het setpoint en/of de
ingestelde verschilwaarden zijn onjuist
De warmtepomp blijft
functioneren zonder te
stoppen
• er is een te hoge warmtebelasting
• de waarden van het setpoint en/of de
ingestelde verschilwaarden zijn onjuist
Het systeem produceert
abnormale trillingen en
geluiden
• de omhulsels trillen
• de luchtkanalen en/of de hydraulische
leidingen trillen
De elektrische weerstand
schakelt niet in
• zijn tussenkomst is niet vereist
• de stekker zit niet in het stopcontact, of
niet goed genoeg om contact te maken
Probeer altijd, alvorens contact op te nemen met de technische
assistentie, het apparaat uit en weer in te schakelen.
LET OP!
Schakel, als de operator er niet in is geslaagd om de
storing op te lossen, de machine uit en neem contact op
met de fabrikant of een geautoriseerd technisch assistentiecentrum,
onder vermelding van de identificatiegegevens van de unit die op
de betreffende plaat zijn aangegeven.
11. Verwijdering
Aan het einde van de levenscyclus van het product moeten
de onderdelen worden afgevoerd in overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Met name de Europese Richtlijn 2002/96/EG betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur schrijft voor dat deze
apart van normaal vast stedelijk afval wordt afgevoerd.
De afgedankte apparaten moeten apart worden ingezameld om het
terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en om mogelijke schade aan de gezondheid en het milieu
te voorkomen. Metalen onderdelen moeten worden overgedragen aan
operators die gemachtigd zijn om metalen materialen voor recycling te
verzamelen. Niet-metalen onderdelen moeten worden overgedragen
aan operators die geautoriseerd zijn om deze af te voeren. De producten
moeten, als ze door de eindgebruiker zijn afgevoerd, worden verwerkt als
huishoudelijk afval met inachtneming van de regels van de betreffende
gemeente. In geen geval verwijderen als huishoudelijk afval.
Summary of Contents for Bollyterm HP
Page 10: ...10 Cod 1910000001187 nv01 ESEMPI DI CANALIZZAZIONI Italiano...
Page 22: ...22 Cod 1910000001187 nv01...
Page 30: ...30 Cod 1910000001187 nv01 English EXAMPLES OF CHANNELING...
Page 42: ...42 Cod 1910000001187 nv01...
Page 50: ...50 Cod 1910000001187 nv01 Nederlands VOORBEELDEN VAN KANALISEREN...
Page 63: ...63 Cod 1910000001187 nv01...