149
2. Instelbare speciale functies
De volgende subfuncties kunnen, afhankelijk van het type meter,
boven de „ENTER MENU“-toets ingesteld worden: referentiewaarde-
meting „
Æ
%“, MIN/MAX-waardebepaling, „TIME“, de meetwaardere-
gistratie „REC“, de meetwaardeweergave „RCLL“, de vergelijkings-
functie „LMT“ (alleen bij de VC 670), en de piekwaardemeting „PH“
(alleen bij de VC 650 en de VC 670). Deze subfuncties worden
beschreven vanaf hfst. 5.12.
5.3 Weerstandmeting en doorgangstest
Let op!
Overtuig u ervan dat alle te meten delen van een schakeling, schakelin-
gen zelf en modules alsmede andere te meten objecten beslist span-
ningloos zijn!
Voor het meten van weerstanden tot max. 40 M
½
(VC 670: tot max.
400 M
½
en (akoestische doorgangstests tot max. 20
½
handelt u als volgt:
a) Schakel de meter in. In de uitgangspositie is steeds de wisselspan-
ningmeting met „AUTO“ (automatische bereikskeuze) ingesteld.
Druk nu eenmaal op de toets „V•-I(-•
½
•->I-“. De meter schakelt over
naar weerstandmeting, te zien door het
½
-symbool in de onderste
rand van het display.
b) Verbind het zwarte meetsnoer met de bus „COM“ op de meter en het
rode meetsnoer met de bus „V••Hz•Logic•->I-“.
AUTO
VOLT
V
0
+10
+20
+30
148
meting „
Æ
%“, MIN/MAX-waardebepaling, „TIME“, de meetwaardere-
gistratie „REC“, de meetwaardeweergave „RCLL“, de vergelijkings-
functie „LMT“ (alleen bij de VC 670), en de piekwaardemeting „PH“
(alleen bij de VC 650 en de VC 670). Deze subfuncties worden
beschreven vanaf hfst. 5.12.
5.2 Gelijkspanningmeting
Voor het meten van gelijkspanningen tot mx. 1000 VDC handelt u als
volgt:
a) Schakel de meter in. In de uitgangspositie is steeds de wisselspan-
ningmeting met „AUTO“ (automatische bereikskeuze) ingesteld.
Druk nu eenmaal op de toets „AC/DC“. De meter schakelt over naar
gelijkspanning, te zien doordat het symbool AC van het display ver-
dwijnt.
b) Verbind het zwarte meetsnoer met de bus „COM“ op de meter en het
rode meetsnoer met de bus „V•
½
•Hz•Logic•->I-“.
c) Onder de meetwaarde is tijdens de meetwaarde de bargraph actief,
een soort analoge aanduiding met een hogere meetsnelheid. De bar-
graph vervult de functie van een tendensaanduiding.
d) Verbind de meetsnoeren met het te meten object.
Let op!
Bij een overschrijding van het bereik (> 1000 VDC) klinkt een akoestisch
signaal (intervaltoon). Overschrijd nooit de maximale ingangsgroottes!
Aanwijzingen!
1. Tijdens de gelijkspanningmeting is behalve de meetwaarde alleen
nog de bargraph te zien. Geen van de sub-displays is actief. Let daar-
toe op de volgende afbeelding.