![Conrad VC630 Operating Instructions Manual Download Page 83](http://html1.mh-extra.com/html/conrad/vc630/vc630_operating-instructions-manual_2654232083.webp)
165
5.13 Sub-functie „MIN/MAX-waardebepaling“
Als u de hoogste (= MAX)en de kleinste (=MIN) optredende meetwaarde
van een steeds veranderende meetgrootheid wilt registreren, drukt u
tijdens de meting op de „ENTER MENU“-toets. Het menu in de kopregel
wordt zichtbaar. Het eerste symbool (voor de referentiewaarde) knip-
pert. Met de toets „<>“ kunt u van symbool naar symbool „springen“.
Druk zo lang op deze toets, tot het symbool „MIN/MAX“ knippert. Aan-
sluitend drukt u nogmaals op de toets „ENTER MENU“. Het knipperen
houdt op, de MIN/MAX-waardebepaling is gestart.
Overzichtelijk en vooral gelijktijdig worden op het hele beeldschermvlak
de huidige meetwaarde, de maximale waarde (middelste subdisplay) en
de minimale waarde (rechter subdisplay) getoond.
Om de functie MIN/MAX te verlaten, drukt u eenmaal kort op de toets
„ENTER MENU“ of op de toets AC/DC of op een van de meetfunctietoet-
sen rondom de toets ENTER MENU => het actuele beeldscherm ver-
schijnt.
5.14 Subfunctie „TIME“ (tijdregistratie)
Met de functie „TIME“ kunt u tijdens de meting een klok starten, die het
tijdstip vanaf het begin van de meting vasthoudt. Het tijdgeheugen gaat
tot 24 uur. Tot aan het eind van het eerste uur wordt de tijd in minuten
en seconden weergegeven, daarna in uren en minuten.
Om de klok in te stellen handelt u als volgt:
Druk tijdens of voor de meting op de toets „ENTER MENU“. Het menu in
de kopregel wordt zichtbaar. Het eerste symbool (voor de referentie-
waardemeting) knippert. Met de toets „<>“ kunt u van symbool naar
symbool „springen“. Druk zo lang op deze toets, tot het symbool „TIME“
knippert. Bevestig deze keuze met de toets „ENTER“. Op het linker sub-
display wordt de klok weergegeven. Met de toets „<>“ kunt u de klok
starten en stoppen en op nul stellen (Reset). Een druk op de linker pijl
(linkerkant van de toets) betekent: Tijd terugzetten op „nul“. Om de
functie „TIME“ te verlaten, drukt u eenmaal kort op de toets ENTER
MENU of op de toets AC/DC of op een van de meetfunctietoetsen ron-
dom de toets ENTER MENU => het actuele beeldscherm verschijnt.
5.15 Subfunctie „Vergelijkende waarde-meting LMT“ (alleen VC 670)
Met de functie LMT = Limit zijn zogenaamde vergelijkingsmetingen
mogelijk. In deze subfunctie kunt u een hoog-/laagvergelijking maken,
164
Aanwijzing!
Instelbare speciale functies
De volgende subfunctie is boven de „ENTER MENU“-toets instelbaar:
„TIME“. De subfuncties worden beschreven vanaf hfst. 5.12.
5.12 Algemeen en subfunctie „Referentiewaarde“
a) Algemeen
In de volgende hoofdstukken worden de speciale functies beschre-
ven, die u na het indrukken van de toets „ENTER MENU“ in de kopre-
gel van het LC-display ziet. Afhankelijk van het type meter verschij-
nen er meer of minder functiesymbolen. Als u geen speciale functies
kiest, verdwijnt de keuze na ca. 6 s vanzelf.
b) Referentiewaardemeting „
Æ
%“
De referentiewaardemeting, weergegeven door een delta- en een
procentteken, maakt metingen mogelijk, gerefereerd aan een vooraf
ingestelde waarde. Deze instelwaarde verschijnt dan onveranderd op
het rechter sub-display. Links daarnaast, op het middelste sub-display,
wordt de verschilwaarde in procenten weergegeven, op het „hoofd-
display“ de huidige actuele meetwaarde. Deze functie is bijzonder
geschikt voor de weerstandmeting. Het display kan op „0000“ gezet
worden, d.w.z. u kunt weerstandmetingen uitvoeren in het laagoh-
mige bereik, zonder dat u de leidingweerstand van de meetsnoeren
steeds van de meetwaarde hoeft af te trekken.
De referentiewaardemeting is mogelijk bij de spanningmeting, de
stroommeting, de weerstandmeting, de capaciteitmeting en de tem-
peratuurmeting (TEMP alleen bij VC 650 en VC 670). Omdat bij de
referentiewaardemeting de „AUTO“-range uitgeschakeld is, moet u
voor deze speciale functie met de hand (handmatig) het gewenste
meetbereik instellen.
Voor het instellen van de referentiewaarde handelt u als volgt:
Stel het gewenste meetbereik (via de toets „RANGE“) in. Meet de
benodigde referentiewaarde, b.v. een gelijkspanning van 12 VDC.
Druk eenmaal op de toets „ENTER MENU“. Het menu in de kopregel
verschijnt. Druk nogmaals (binnen 6 s) op de toets „ENTER MENU“. De
eerste van de speciale functies, „
Æ
%“ is ingesteld. Uw referentiewaar-
de „12 VDC“ wordt op het rechter kleine display (subdisplay) weerge-
geven.