161
a) Schakel de meter in. In de uitgangspositie is steeds de wisselspan-
ningmeting met „AUTO“ (automatische bereikskeuze) ingesteld.
Druk nu driemaal op de toets „H•hfe•
•Logic“. De meter schakelt
over op transistortest, te zien op het display door het symbool „hfe“
links onder op het display.
b) Onder de meetwaarde is tijdens de meting de bargraph actief, een
soort analoge aanduiding met een hogere meetsnelheid. De bar-
graph vervult de functie van een tendensaanduiding.
c) Steek de te testen transistor in de meetvoet. Let op de aansluitvolgor-
de (b.v. C-B-E) van het te meten object (staat in de transistor-vergelij-
kingstabel/-lijst).
U dient aan het volgende te denken:
- Sommige weerstanden bevatten emitter-weerstanden, waardoor de
meting vervalst kan worden.
- De hfe-meetwaarde is niet absoluut precies. Hij geeft alleen aan, of
de transistor werkt of niet. De daadwerkelijke versterking van een
transistor hangt af van de werkstroom. Deze multimeter kan een
basisstroom tot max. 10 uA, bij een Uce van 2,8 V leveren. De bij de
meting vloeiende collectorstroom wordt geregistreerd en daaruit
wordt de hfe-waarde berekend.
- Er kunnen geen transistors gemeten worden, die in een schakeling
zijn ingebouwd.
- U kunt met deze multimeter geen hfe-waarde van FET’s of andere
unipolaire transistors meten.
- Als de aansluitings’pootjes’ van de te meten objecten niet in de voet
passen (te „dik“), moet u het niet met geweld proberen, want daar-
door kan de voet beschadigd worden.
- De hfe-meting reageert op temperatuurschommelingen. Zodra u de
transistor aanraakt en in de voet steekt en hem met uw vingers
opwarmt, kan de meetwaarde veranderen. Als er een instabiele
meetwaarde volgt, haalt u de transistor eruit en laat u deze tot
kamertemperatuur afkoelen.
Aanwijzingen!
1. Tijdens de transistortest wordt naast de meetwaarde alleen de bar-
graph getoond. De sub-displays zijn niet actief.
160
Bij spanningen < 50 mVrms (gemeten bij 1 kHz) is er geen frequentieme-
ting mogelijk.
Aanwijzingen!
1. Tijdens de frequentiemeting wordt, naast de meetwaarde en de bar-
graph, op het sub-display rechts onder („kleine“ display) tevens de
hoogte (amplitude) van de meetspanning in VACrms aangegeven;
bovendien wordt op het linker sub-display de 1/2 periodeduur (1/2
keerwaarde van de frequentie) van het meetsignaal (tot 100 kHz)
weergegeven. Zie daarvoor onderstaande afbeelding.
2. Instelbare speciale functies
De volgende subfuncties kunnen, afhankelijk van het type meter,
boven de „ENTER MENU“-toets ingesteld worden:
referentiewaardemeting „
Æ
%“, MIN/MAX-waardebepaling, „TIME“,
de meetwaarderegistratie „REC“, de meetwaardeweergave „RCLL“,
de vergelijkingsfunctie „LMT“ (alleen bij de VC 670), en de piekwaar-
demeting „PH“ (alleen bij de VC 650 en de VC 670). Deze subfuncties
worden beschreven vanaf hfst. 5.12.
5.9 Transistortest
Let op!
De transistorvoet is niet beschermd tegen overbelasting!
Voor het meten van de hfe-parameter (versterking) van een transistor
handelt u als volgt:
AUTO
Hz
0
+10
+20
ms
mV