102
nl
5.
Voorbereiding en opstelling
Als de volgende voorschriften niet in acht worden genomen, neemt
Aesculap geen verantwoordelijkheid in dit opzicht.
►
Bij de opstelling en het gebruik van dit product moeten onderstaande
voorschriften worden nageleefd:
– de nationale installatie- en gebruikersvoorschriften,
– de nationale voorschriften voor brand- en explosiepreventie.
►
Installering en eerste inbedrijfstelling alleen door Aesculap geautori-
seerd personeel uit laten voeren.
►
Service-afdekking
17
alleen door Aesculap geautoriseerd personeel
laten verwijderen.
Opmerking
De veiligheid van de gebruiker en de patiënt is o.a. afhankelijk van een
intacte voedingskabel, echter meer nog van een intacte aardleiding. Een
defecte of niet (correct) aangesloten aardleiding wordt vaak niet meteen
opgemerkt.
►
Aanwijzingen voor de omgevingsomstandigheden in acht nemen, zie
Paragraaf 14..
5.1
Opstellingslocatie
De OrthoPilot
®
4 panel PC is toegelaten voor gebruik in OK-ruimten in het
niet-steriele gebied.
De OrthoPilot
®
4 panel PC is ontworpen om ofwel op het OrthoPilot
®
4 sta-
tief FS110 of op een geschikt dragersysteem gebruikt te worden.
►
Zorg ervoor dat bedieningselementen, netschakelaar en stekkerdoos
van de huisinstallatie vrij toegankelijk zijn voor de gebruiker.
►
Garandeer dat de stekker vrij toegankelijk is voor de bediener.
►
Product zodanig opstellen dat een gemakkelijke lopskoppeling van het
voedingsnet mogelijk is.
►
Niet bij het apparaat horende leidingen separaat van de OrthoPilot
®
4
panel PC leggen. Met name HF-leidingen kunnen sterke storingen ver-
oorzaken.
►
Wordt een beïnvloeding door andere apparaten vermoed, deze (voor
zover mogelijk) uitschakelen, tot de storingsbron is gevonden. Eventu-
eel een specialist voor elektrogeneeskunde consulteren, om de beïn-
vloeding te verhelpen.
►
Wanneer het apparaat storing heeft, systeem evt. uitschakelen (zie
Paragraaf 6.1.2) en gedurende ca. 10 seconden loskoppelen van het
stroomnet.
►
Zorg ervoor dat de ventilatiegleuven aan de achterzijde van de behui-
zing niet worden afgedekt, bijv. door een operatiedoek.
►
Let erop dat de ondergrond (tafel, rek, apparatenwagen o.i. d.) vol-
doende stevig is.
►
Volg de gebruiksaanwijzing van de draagconstructie.
5.2
OrthoPilot
®
4 panel PC op het OrthoPilot
®
4 sta-
tief monteren/van OrthoPilot
®
4 statief demonte-
ren
►
OrthoPilot
®
4 statief op een vlak oppervlak zetten en de remmen van de
wielen bedienen.
5.2.1
Montage
►
OrthoPilot
®
4 panel PC
19
in zelfvergrendelende Quick-Release-
houder
20
van het dragerprofiel
21
hangen, zie Afb.
A
.
►
Vergrendeling controleren: in vergrendelde toestand bevindt zich de
vergrendelingshendel
18
aan de achterzijde van de panel PC in de mid-
denpositie.
►
Indien gewenst, panel PC met geïntegreerde schroefdraadstift op de
vergrendelingshendel
18
tegen diefstal beveiligen.
5.2.2
Demontage
►
Indien nodig, schroefdraadstift op de vergrendelingshendel
18
losma-
ken, zie Afb.
A
.
►
Vergrendelingshendel
18
naar rechts of links zetten.
►
OrthoPilot
®
4 panel PC
19
met beide handen beetpakken en loodrecht
naar boven uit de Quick-Release-houder
20
van het dragerprofiel
21
afnemen.
5.3
OrthoPilot
®
4 panel PC op een geschikt dragersy-
steem monteren/van een geschikt dragersysteem
demonteren
5.3.1
Montage
Verbindingsinterface demonteren
Met de verbindingsinterface wordt de OrthoPilot
®
4 panel PC op het
OrthoPilot® 4 statief gemonteerd. Bij gebruik van een andere dragersy-
steem moet de verbindingsinterface gedemonteerd worden.
►
Draai vier schroeven
14
los en verwijder deze samen met VESA-Quick-
Release
15
.
►
Draai twee schroeven
16
los en verwijder deze met de afdekking
17
.
►
Maak de verbindingskabel tussen de verbindingsinterface en het con-
tact van de spanningsingang
22
los, zie Afb.
B
.
Schroef de OrthoPilot
®
4 panel PC op het dragersysteem
►
Schroef de OrthoPilot
®
4 panel PC aan het dragersysteem met vier M3-
schroeven in standaard VESA-gatenpatroon 75/100.
►
Afdekking
17
met de twee schroeven
16
aanbrengen.
5.3.2
Demontage
Verwijder de OrthoPilot
®
4 panel PC van het dragersysteem
►
Maak vier schroeven volgens standaard-VESA-boorpatroon 75/100 los
en verwijder de OrthoPilot
®
4 panel PC van het dragersysteem.
Verbindingsinterface monteren
►
Steek de verbindingskabel in de verbindingsinterface en het contact
van de spanningsingang
22
, zie Afb.
B
.
►
Bevestig de afdekking
17
aan de panel PC met twee schroeven
16
OrthoPilot
®
4.
►
Bevestig de VESA-Quick-Release
15
met vier schroeven
14
aan de
OrthoPilot
®
4 panel PC.
►
Afdekking
17
met de twee schroeven
16
aanbrengen.
GEVAAR
Brand- en explosiegevaar!
►
Het product moet buiten de explosiegevaarlijke
zones (bijv. ruimten met zeer zuivere zuurstof of
anesthesiegassen) worden gebruikt.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
►
Netsnoer vóór montage/demontage van de
OrthoPilot
®
4 componenten loskoppelen.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door vallende delen!
►
Ervoor zorgen dat het dragersysteem de massa
van de OrthoPilot
®
4 panel PC (max. 8 kg zonder
verbindingsinterface) veilig kan dragen.