210
NL
fiets. Draai de hendel vast en let erop dat de stuurpen in de
juiste positie staat.
Let op, de greep van de aandraaihendel
moet altijd ingeklapt worden zodat de gebruiker hier niet
door gehinderd wordt
.
•
Voor het instellen van de hoek van het stuur,
draait u de 8
mm moer voorop het stuur (24) los met behulp van een 13 mm
steeksleutel. Pas de hoek aan en draai de moer weer vast. Zorg
ervoor dat het stuur niet beweegt.
5.
Accu opladen
Voordat u de accu hanteert, moet u absoluut het hoofdstuk
“Accu” en “Oplader” in deze handleiding lezen om beschadiging
te voorkomen.
U moet de accu van de fiets opladen voordat u de
elektrische trapondersteuning kunt gebruiken. Sluit de stekker van
oplader aan op een stopcontact van 220 V en sluit de kabel van de
oplader aan op de aansluiting op de accu (23) aan de achterkant van
de fiets, onder de bagagedrager, onder de beschermklep. Bovenop de
accu geeft het oplaadlampje aan in hoeverre de accu is opgeladen.
Druk op de knop van het lampje om dit te activeren. Doe het klepje
weer dicht als het opladen klaar is.
6.
Installatie van de beveiligingselementen
Verlichting
De verlichting wordt meegeleverd met de fiets en bestaat uit twee
lampen (een witte koplamp voor de voorkant en een rood achterlicht
op de bagagedrager bevestigd) en twee oranje reflectoren die op de
spaken van de wielen zijn bevestigd. De verlichting is een
veiligheidsuitrusting en moet verplicht aanwezig zijn op uw fiets.
Controleer of uw verlichting goed functioneert voordat u de weg opgaat.
•
Witte koplamp met batterij: De lamp is bevestigd aan de
voorkant van de fiets. Gebruik de knop op de lamp om deze aan
of uit te zetten. De lamp gebruikt twee 3 V CR2032-
knoopbatterijen. Om de batterijen te vervangen, verwijdert u het
doorzichtige bovenste deel van de lamp door hard op het lipje
te drukken (waar PUSH op staat) achter de behuizing. Pas op