209
NL
B. Om te controleren of het zadel correct is ingesteld, dient u met
gestrekte benen op de fiets te gaan zitten, met uw hiel op de
trapper (fig. B). Tijdens het trappen moet de knie licht gebogen
zijn als de voet op de trapper zich in de laagste stand bevindt
(fig. A).
LET OP:
Als de fiets een zadel met veren heeft, is het
belangrijk de veren af te schermen wanneer een
kinderzitje achterop wordt gemonteerd om zo risico op
beknelling van vingers te voorkomen.
4.
Instellen van stuur met de hendel
Zowel de hoogte als de hoek van uw stuur zijn instelbaar.
•
Stuurpen met aandraaihendel:
uw fiets is uitgerust met een
stuurpen (8) en de hoogte kan worden ingesteld door de
stuurpen meer of minder de de steel van het frame te laten
zakken. Draai de aandraaihendel (27) los en zet de stuurpen
hoger of lager om de stuurhoogte aan te passen. Zorg er
eveneens voor dat u de minimum markering niet overschrijdt.
Deze markering mag niet zichtbaar zijn bij het gebruik van de