GEBRUIKSAANWIJZINGEN
24
87-900-855-01 (B)
BOODSCHAP
OMSCHRIJVING
REMEDIE
CHECK CONNECTION
TO PUMP
Foutieve verbinding tussen pomp en
controller (P31).
Controleren of de verbindingskabel
tussen pomp en controller aan beide
uiteinden goed bevestigd is en geen
onderbrekingen vertoond. Bedien twee
maal de START-knop om de pomp weer
op te starten.
PUMP WAITlNG INTERLOCK
Het interlock-signaal op connector P1 is
actief wegens onderbreking van de
kortsluiting tussen pin 3 en pin 8 van
connector J1 of wegens het openen van
het externe interlock-signaal.
Herstel de kortsluiting tussen pin 3 en pin
8 van connector J1 of sluit het externe
interlock-signaal.
FAULT: OVERTIME
De pomp heeft niet de voorgeschreven
snelheid van 5000 KRPM bereikt binnen
12 minuten na de start, met SOFT
START ontmachtigd.
Controleer of het systeem geen lekkages
vertoont. Bedien twee maal de drukknop
START om de pomp opnieuw te starten.
FAULT: PUMP
OVERHEATED
De temperatuur heeft een van de
volgende drempelwaarden over-
schreden:
- 65 °C voor de lagers
- 90° C voor de motor
- 60 °C voor het water.
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
FAULT: CONTROLLER
OVERHEATED
De temperatuur van de transformator
van de controller heeft 90 °C
overschreden of de temperatuur op de
radiator van de uitgangsMosfets
bedraagt meer dan 60 °C.
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
FAULT: OVERLOAD
Tijdens normale werking (na startfase)
ligt de door de pomp geabsorbeerde
stroom hoger dan de geprogrammeerde
waarde (25 A).
Controleer of de pomprotor vrij kan
draaien.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
FAULT: SHORT CIRCUIT
Tijdens normale werking is de
uitgangsverbinding in kortsluiting
(uitgangsstroom groter dan 60 A).
Controleer de verbindingen tussen pomp
en controller.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Controleer de isolatie tussen motor en
pomp.
SYSTEM OVERRIDE
De pomp is stilgelegd door een
noodsignaal afkomstig van een
afstandscontact.
Koppel de voedingskabel van de
controller af en elimineer de oorzaak van
de noodstop.
Sluit de voedingskabel weer aan en
bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
OVERVOLTAGE
Er is een storing opgetreden in de
voedingssectie van de controller of de
controller heeft een stoorsignaal
ontvangen.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Als de melding weer verschijnt zich voor
onderhoud tot Varian wenden.
OIL LEVEL AT MIN
De sensor van het oliepeil heeft een peil
gemeten dat lager dan het
veiligheidsniveau ligt.
Zorg voor het onderhoud van de pomp
overeenkomstig de instructies in de
bijbehorende handleiding.
Содержание Turbo-V 6000
Страница 2: ...Turbo V 6000 Controller...
Страница 3: ......
Страница 4: ......
Страница 80: ...TECHNICAL INFORMATION 74 87 900 855 01 B...