930494 Rev. A
108
N E D E R L A N D S
2.
Probeer niet een stoeprand of trede op of af te rijden TENZIJ u een
ervaren bestuurder bent, en:
a.
u op een veilige manier een "wheelie" kan maken, en
b.
u er zeker van bent dat u de nodige kracht en evenwicht hebt.
3.
Ontgrendel en draai de anti-tipprofielen omhoog, zodat ze uit de
weg zijn en niet hinderen.
4.
Probeer niet een hoge stoeprand of trede op te rijden (meer dan 4”)
(10,2 cm) TENZIJ u wordt geholpen. Indien u dat wel doet kan uw
rolstoel het evenwichtspunt overschrijden en kantelen.
5.
Rijd een trede of stoeprand recht op of af. Indien u de trede of
stoeprand schuin gaat aanpakken, is de kans op vallen of kantelen
zeer groot.
6.
Denk eraan dat het effect van een val van een trede of stoeprand de
stoel kan beschadigen of de vergrendelingen kan losmaken.
Indien u geen aandacht schenkt aan deze waarschuwingen loopt u de kans op vallen, kantelen of
controleverlies, wat ernstige verwonding aan de bestuurder of andere personen kan veroorzaken.
J. TRAPPEN
WAARSCHUWING
1.
Gebruik deze rolstoel NOOIT op trappen TENZIJ er iemand is om u
te helpen. Indien u dat wel doet, is de kans op vallen of kantelen
zeer groot.
2.
Zorg ervoor dat ieder persoon die u helpt de waarschuwingen "Voor
begeleiders" (Sectie V) en "Voor veilig gebruik" (Sectie VII) leest en
navolgt.
Indien u geen aandacht schenkt aan deze waarschuwingen loopt u de kans op vallen, kantelen of
controleverlies, wat ernstige verwonding aan de bestuurder of andere personen kan veroorzaken.
K. ROLTRAPPEN
WAARSCHUWING
Gebruik deze stoel NOOIT op roltrappen, zelfs in aan-
wezigheid van een begeleider. Indien u dit toch doet, is de
kans op vallen of kantelen zeer groot.
Indien u geen aandacht schenkt aan deze waarschuwingen loopt u de kans op vallen, kantelen of
controleverlies, wat ernstige verwonding aan de bestuurder of andere personen kan veroorzaken.
H. TRANSFERS
WAARSCHUWING
Het is gevaarlijk uzelf alleen te verplaatsen. Daarvoor heeft
u een goed evenwicht en lenigheid nodig. Denk eraan dat
tijdens elk transfer er een moment is wanneer de zitting
zich niet onder u bevindt. Om vallen te vermijden:
1.
Werk samen met uw medische verzorger om veilige methodes aan
te leren.
a.
Leer hoe uw lichaam te houden en hoe uzelf te ondersteunen
tijdens een transfer.
b.
Laat iemand u helpen tot u zeker bent dat het veilig is alleen in
en uit te stappen.
2.
Vergrendel de achterwielen vooraleer u zich verplaatst. Dit weer-
houdt de achterwielen van rollen.
OPMERKING :
Dit zal de rolstoel NIET weerhouden van onder u weg te
schuiven of te kantelen.
3.
Zorg ervoor dat de pneumatische banden goed zijn opgeblazen. Een
lage bandendruk kan de wielvergrendelingen losmaken.
4.
Plaats uw rolstoel zo dicht mogelijk bij de zitplaats waar u zich van of
naar verplaatst. Gebruik een transferplank, indien nodig.
5.
Draai de zwenkwielen zo ver mogelijk naar voren.
6.
Indien dat mogelijk is, verwijdert u de voetsteunen of draait u ze opzij.
a.
Zorg ervoor dat uw voeten niet klem raken in de ruimte tussen
de voetsteunen.
b.
Plaats geen druk op de voetsteunen want dit kan de stoel doen
kantelen.
7.
Zorg ervoor dat de armleuningen niet in de weg raken of hinderen.
8.
Ga zo ver mogelijk naar achteren in de zitplaats zitten. Dit vermin-
dert het risico van kantelen of dat de stoel van u weg beweegt.
Indien u geen aandacht schenkt aan deze waarschuwingen loopt u de kans op vallen, kantelen of
controleverlies, wat ernstige verwonding aan de bestuurder of andere personen kan veroorzaken.
I. STOEPRANDEN EN TREDEN
WAARSCHUWING
1.
Zorg ervoor dat ieder persoon die u helpt de waarschuwingen "Voor
veilig gebruik" (Hoofdstuk VII) leest en navolgt.