
2. Laden + gebruik van de zonnepanelen
Plaats e.GOl in een hoek van
30°. 45° of 60° voor de beste
positie Lo.v. de zon.
LED5 (groen) brandt:
de batterijen in e.GOl worden
geladen of
LED4 (rood) + LED5 (groen
branden:
M
evt. aangesloten extern
mW
apparaat wordt voorzien.
Opmerking: Plaats de zonnepanelen zo günstig mogelijk Lo.v. de zon. Plaats e.GOl allellsalleen in de zon met gcjpende
zonnepanelen. Gesloten moet u het basistoestel en de batterijen beschermen tegen oververhittimitttting!
3. Laden + gebruik via netadapter
Stekker in ingangscontact
e.GOl.
netadapter in stopcontact.
LED5 (groen) brandt:
de batterijen in e.GO! worden
opgeladen.
LED4 (rood) + LED5 (groen) branden:
evt. aangesloten extern apparaat netadapter
wordt voorzien.
Opmerking: Gebruik alleen origínele netadapters en sluit ze slechts aan op geschikte contactdojbidozen (zie technische gecjvens).
4. Gebruik externe apparaten
Met schakelaar een uitgangscapaciteit kiezen
(1
= 1 . 3 W / 2 = 2 , 5 W / 3 = 4,0 W).
adapterkabel aansluiten, apparaat aansluiten.
LED4 (rood) brandt
aangesloten extern apparaat wordt voorzien.
Opmerking: Sluit alleen in de apparatuurlijst opgenomen externe apparaten aan, houdt u s u aan de gebruiksinstructies en de
polariteit van het betreffende apparaat. Kies voor het beste resultaat de laagst benodigde capeccapaciteiL Een extern apparas: kan
I
ook direct zonder birffer-batterijen worden gebruikt. Trek na gebruik van het externe apparaassraat de adapterkabel uit eGO! om
verhoogd intern stroomverbruik v a n de batterijen te voorkomen!. Vermijdt belasting op qcop de kabel zowel buiger als trek
I
belasting. Anders kan er kabelbreuk opt reden en losse contacten onstaan. (zoals afggtefgebroken stekkers) als dit loch
gebeurd dan de kabel niet meer gebruiken, h e t kan de lader permanent beschädigen.
5. Gebruiksmogelijkheden (Laadmodes)
Met AA batterijen
Laadmode 1 (standard): begint na het inieggen van de batterijen automatisch. Laden met r Je»t max. 1 A laadstroom per baten]
(zie laadmode 2). De laadeonditie display LED 1-3 kan afhankelijk van het type batterij behris<eftooriijke afwijkingen verbnen De
batterijen worden in elk geval voor 100% geladen
Laadmode 2 (deltaU): begint automatisch na het inieggen van volledig lege batterijen, of alternstematief
• na ontJading van de batterijen door aansluiting van een extern apparaat via de adapterkab Js;abel.
• het er daarna uittrekken van de adapterkabel,
• en vervolgens aansluiten op de netspanning via de netadapter.
Lading met 500 mA laadstroom per batterijgroep. Laadeonditie display LED1-3 idem laadmodabede 1.
Laadmode 3 (bafans): begint automatisch na vollading in laadmode 2. ExacteJoecte controie van alle laal er
ontladingsgebeurtenissen, daarbij lading met max. 1 A laadstroom per batterij, zeer preciezesseze laadeonditie display LEDM. N.
het uitnemen van de batterijen geldt laadmode 1 of 2 wear.
Met Li-ion batterijen (alleen PROFESSIONAL)
< loon andere laadmodes. akjemeen max. 1 A laadstroom, precieze laadeonditie display LED1-3 (afwijking < 20%).
Onderhoudslading: Na volledige oplading van de interne batterijen gaat het laden over in een onderhoudslading (pulse lading)
«n gaat LED5 knipperen.
Stand-by (met erin geplaatste batterijen): Stroom besparend gebruik (stand-by mode) zonder aangesloten adapterkabel en
zonder netwerkadapter. Bij aansluiting van netwerk-adapter of adapterkabel overgang in actieve mode (LED display zie Tab. 2).
Zonder erin geplaatste batterijen (direct gebruik): Direct gebruik van een extern apparaat door solarmodules of door een
•Iroombron via de DC-ingang (netadapter, extra solarmodule enz.) via de adapterkabel als geen batterijen zijn ingelegd. Voor
rulver solar gebruik is de te leveren capaciteit afhankelijk van de zonnestraling!
Ann beveling voor solar gebruik of laden van externe apparaten met maximum efficiëntie: Ml geladenen Akkus (ideal:
Met geladen batterijen (ideaal: Li-Ion) in e.GO! en in de volle zon in schakelstand 1 (1,3 W) of met extra dubbele module in
echakelstand 1 of 2 (2.5 W).
I «bel
1:
Batterij typen en laadtijden
Batterij type, max.
loegestane laadstroom
Specifieke capaciteit
Laadtijd met
netadapter*
Laadtijd solar*
(PROFESSIONAL/
MASTER)
Laadtijd solar*
(FUN)
NiMH AA 1A
1000 - 2400 mAh
• 1,5 — 5
uren.
2 - 6
u r e n
4 - 1 2
uren
NICdAA, 1A
500- 1000 mAh
1 - 2
uren.
1 - 2 , 5
uren
2 - 5
uren
NiMH AAA
(via adapter),
1A
600
-1000
mAh
1—2
uren
1 - 2 , 5
uren
2 - 5
uren
KAMAA.1A-
1500 - 2000 mAh
4 - 8
uren.
4
- 8
uren
8-12
uren
1 Mon bijv de
NP120
1700 - 2000 mAh
2.5
uren
4 uren
-
• Mm 2 AA batterijen ol 1 Li-ion batterij (alleen PROFESSIONAL* solar bij voile zon 1030 WAn* en 10 -30°C lamp, omgewng Mel 4 batterijen ongeveer dubbete
laiKlt^d.
" Alleen onder voorwaarden toepasbaar zie
„Tips en opmerking—
I «bei
2:
Laadeonditie display LED 1-3
Stand-by (knippert langzaam)
Actief gebruik (knippert snel)
Batterij laadeonditie
L E D 1
L E D 2
L E D 3
L E D 1
L E D 2
L E D 3
0%
-
-
-
- •
-
-
<20%
knippert
-
-
knippert
-
-
20...
<
50%
-
knippert
-
brand
knippert
-
50...
<
80%
-
-
knippert
brand
brand
knippert
80
... 100%
knippert
knippert
knippert
brand
brand
brand
6. Zonnepaneel verwijderen / installeren / combinaren
Eerst middenstuk (scharnierzekering) eventueel met een schroevendraaier tot de stop eruit hevelen, dan dekselpaneel
zijdelings afschuiven en dan basistoestel in tegengestelde richting zijdelings afschuiven.