- Mientras esté en funcionamiento, el cable no deberá estar en contacto con
la zona caliente del aparato.
- No manipular con las manos mojadas.
- Mantenga limpias las entradas y salidas del aire. Siempre que realice la
limpieza, tenga la precaución de desconectar el aparato.
INSTALACIÓN
MONTAJE EN LA PARED
Habiendo decidido las distancias mínimas según la Fig.2, instale el aparato
siguiendo la secuencia siguiente :
1. Marque la situación de los agujeros superiores, según el dibujo de la Fig.4.
Efectúe los taladros.
2. Fije los tornillos dejando 3 mm de separación entre la pared y la cabeza de
los mismos.
3. Cuelgue el aparato de las ranuras existentes en la parte posterior. Marque
el agujero de fijación inferior. Descuelgue el aparato y efectúe el correspon-
diente taladro.
4. Cuelgue el aparato y fíjelo mediante el tornillo inferior.
Se suministra aparte, un accesorio para colgar toallas. Se fijará al calefac-
tor según dibujo de la Fig.3. Deberá procurarse de no obstruir la salida del
aire, respetando la distancia mínima indicada.
CONEXIÓN ELÉCTRICA
Nuestros calefactores se entregan con cable flexible y clavija.
Al tratarse de aparatos de clase II (Doble aislamiento) no necesitan estar
conectados a la red de puesta a tierra de la instalación.
Compruebe que la tensión de la red coincida con la indicada en la placa de
características.
Si quiere conectar de forma fija el cable de conexión a la red, deberá observar
el esquema de conexiones (Fig.7) y respetar las siguientes disposiciones:
1. La conexión fija deberá efectuarla un profesional.
2. En su conexionado a la red, deberán tenerse en cuenta las directrices que
se indican en el Reglamento de Baja Tensión y las propias de cada país.
3. Debe preveerse en la instalación un interruptor magnetotérmico u otro
dispositivo de desconexión omnipolar que interrumpa todas las líneas de
alimentación al aparato.
5
- Het apparaat dient d.m.v. voedingskabels met de juiste afmetingen
aangesloten te worden.
- Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig
alle van toepassing zijnde landelijke en plaatselijke installatievoorschriften.
- Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt of
onderhoud pleegt. De enige plaatsen op het apparaat die reiniging behoeven
zijn de luchtinlaat en de luchtuitblaas.
- In de elektrische schakeling moet een tweepolige schakelaar met ten minste
3 mm contactafstand voorkomen.
INSTALLATIE
MONTEREN VAN DE CB VERWARMINGSUNIT AAN DE MUUR
Als u een geschikte plaats voor het apparaat gevonden hebt overeenkomstig
de aanbevelingen (zie afb.2) en de veiligheidsvoorschriften, dient het apparaat
volgens onderstaande volgorde gemonteerd te worden:
1. Markeer eerst de boorgaten en boor vervolgens gaten voor de bovenste
twee bevestigingsschroeven zoals aangegeven op afb.4. Plaats pluggen.
2. Draai de beide schroeven vast en laat daarbij ongeveer 3mm ruimte tussen
de muur en de schroefkoppen.
3. Bevestig het apparaat op deze twee schroeven en markeer vervolgens het
boorgat van de onderste schroef. Verwijder het apparaat en boor vervolgens
het gat en plaats de plug.
4. Bevestig het apparaat aan de twee bovenste schroeven en stel het apparaat
met behulp van de onderste schroef.
Het apparaat is standaard uitgerust met een handdoekrail. Als u dit accessoire
wilt gebruiken dan dient het apparaat gemonteerd te worden zoals op afb.3
staat aangegeven. Het is belangrijk er zeker van te zijn dat het luchtuitlaatrooster
niet geblokkeerd wordt om verzekerd te zijn van een veilige en probleemloze
werking.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De verwarmingsunits van het CB type worden compleet geleverd met een
flexibel elektrisch snoer. Alle modellen vallen onder klasse II (dubbel geïsoleerd).
Daarom is aarding niet verplicht.
Voordat u de elektriciteit aansluit, wees er dan zeker van dat het voltage en de
frequentie van de elektriciteit overeenkomen met de gegevens die op het
typeplaatje vermeld staan.
De elektrische aansluitingen dienen gemaakt te worden overeenkomstig
afb.7 met aandacht voor de volgende punten:
24