49
Nederlands
☞
Fig.9
2
•
3
•
1
•
Elektrische aansluiting
OPMERKING : het stopcontact waaraan het apparaat wordt verbonden
moet beschermd zijn door een tweepolige stroombreker met min. 3 mm
opening tussen de contacten.
Steek eerst de voedingskabel in de aansluiting ref.
3
(fig.
9
), steek de
stekker daarna in het stopcontact en controleer of de spanningswaarde
van de lijn overeenstemt met de waarde die op het typeplaatje staat dat
op het apparaat is aangebracht (zie fig.
9
).
OPMERKING:
Het is van groot belang dat de tellers, de
thermische magneetbeveiligingen, de
zekeringen, de doorsnede van de draden van
de lijn en het stopcontact berekend zijn op het
maximale vermogen van het apparaat (zie
hfdst. 1.3).
Wateraansluiting
Bij de wateraansluiting moet u met de bestaande normen rekening houden.
Sluit het apparaat op een drinkwaterleiding aan waarvan de drukwaarde binnen het in hfdst. 1.3 vermelde bereik blijft.
Gebruik een geschikte toevoerleiding ref.
1
(fig.
9
) en sluit deze aan op het aansluitstuk van G 3/4” ref.
2
(fig.
9
) dat
zich aan de achterkant van het apparaat bevindt.
4.8
Betaalsystemen
Het apparaat wordt geleverd in de uitvoeringen die ingesteld zijn op de montage van de volgende betaalsystemen:
- Parallel bankbiljetleessysteem 12 of 24V.
- Parallel geldautomaat zonder wisselgeldteruggavefunctie van 12 of 24V;
- Geldautomaat met wisselgeldteruggavefunctie met EXECUTIVE, BDV, MDB protocol.
- Saeco-Card.
Sommige systemen kunnen samen gemonteerd worden (bijv. de Saeco-Card en de geldautomaat met wisselgeldterugga-
vefunc
Om de “landsleutel” erin te doen moet u:
- de plaat van de geldautomaat ref.
1
(fig.
8
) opendoen
- vervijder de beschermingskap ref.
4
(fig.
8
) nadat U de moeren heeft losgedraait.
- de sleutel ref.
2
(fig.
8
) in de betreffende connector ref.
3
(fig.
8
) steken, die op de toetsenbordkaart aangebracht is
waarbij u erop moet letten dat de insteekrichting juist is (aan de zijde van de bediening)
- Monteer de beschermingskaap terwijl u de moeren vastdraait.
- doe de plaat ref.
1
(fig.
8
) weer dicht.
4.7
Aansluiting op de energiebronnen