50
Nederlands
Fig.11
2
•
•
1
11
•
3
•
10
•
9
5 6
8
7
4
12
•
☞
4.10
Montage van de geldautomaat ZONDER WISSELGELDTERUGGAVEFUNCTIE
OPMERKING:
Er mogen uitsluitend geldautomaten gebruikt
worden van het parallelle type die werkt op
12 of 24 V.
- Verwijder het geldopvangpaneel ref.
1
(fig.
11
).
- Pak het neutrale paneel dat als accessoire bij de levering van het appa-
raat inbegrepen is en boor een zodanig gat in het midden daarvan dat
de geldautomaat ref.
2
(fig.
11
) er door kan.
- Doe de geldautomaat (parallel 12 V) erin en maak de automaat vast
met behulp van de vier schroeven met de moeren en de onderlegringen
die bij de levering van het apparaat inbegrepen zijn.
- Monteer het paneel compleet met de geldautomaat op het apparaat.
- Sluit de platte kabel op de 10 polige stekker van de wisselaar aan ref.
12
(fig.
11
) en de andere stekker op de print ref.
2
(fig.
10
).
Het is mogelijk om te verhinderen dat de geldautomaat één of meerdere
geldstukken accepteert van de geldstukken die geprogrammeerd zijn; dit
kunt u met behulp van de dip-switch ref.
11
(fig.
11
) doen. Om dit te doen
moet u de pennetjes van de kanalen die u wilt blokkeren omhoog doen.
Om de geldautomaat te monteren moet zowel het paneel ref.
3
(fig.
11
)
als de toets voor wisselgeld ref.
9
(fig.
11
) verwijderd worden.
- Verwijder de borgring ref.
4
(fig.
11
) waar u via de achterkant van het
hoofddeurtje bij kunt komen.
Fig.10
2
•
3
•
1
•
4
•
De mechanische aansluiting varieert al naar gelang het model leessysteem dat u
heeft aangeschaft, er wordt in ieder geval een neutraal paneel meegeleverd dat
u kunt gebruiken voor het plaatsen van het leessysteem in het apparaat. Om de
elektrische aansluiting tot stand te brengen moet u als volgt te werk gaan:
- de plaat van de geldautomaat ref.
1
(fig.
8
) opendoen
- vervijder de beschermingskap ref.
4
(fig.
8
)
- aan de onderkant van de elektronische kaart treft u tien PINS aan waar
de letters “BNV” ref.
1
(fig.
10
) op staan. De werking ervan wordt in het
volgende schema beschreven:
PIN1: geldkanaal 1..........
PIN2: geldkanaal 2..........
PIN3: geldkanaal 3..........
PIN4: geldkanaal 4..........
PIN5: belemmering .........
PIN6: 5 V gestabiliseerd max. 100 mA
PIN7: 12 V gestabiliseerd max. 1 A
PIN8: gereserveerd
PIN9: 24 V gestabiliseerd max. 1 A
PIN10:GND
De connector die gebruikt moet worden moet van het type LEOCO 2531
zijn of gelijkwaardig.
4.9 Bankbiljetleessysteem
- Trek de pen ref.
5
(fig.
11
) en de veer ref.
6
(fig.
11
) eruit.
- Verwijder daarna de hendel ref.
7
(fig.
11
).
- Doe de beugels ref.
8
(fig.
11
) open en haal de knop ref.
9
(fig.
11
) eruit.
- Verwijder nu het plakpaneel ref.
3
(fig.
11
) en vervang dit door het neutrale model ref.
10
(fig.
11
) dat bij de levering
van het apparaat inbegrepen is.
- Programmeer het apparaat en stel de geldwaarden op dezelfde waarden in als de geldstukken die de geldautomaat
accepteert. Zie PROGRAMMEERSYSTEEM op blz. 58.
- Controleer na afloop of de geldstukken er probleemloos in kunnen vallen.