NL
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP!
Bij het werken met op brandstof draaiende gereedschappen dienen steeds de volgende grondregels in acht te
worden genomen om het risico van lichamelijk letsel en/of schade aan het toestel te verminderen.
Lees deze instructies voordat u de zaag in werking stelt en bewaar ze goed.
1.
Werk met de zaag NIET met maar één hand! Anders
bestaat het gevaar dat de bedieningspersoon, een
helper of toeschouwer een blessure oploopt. Een ket-
tingzaag is geconstrueerd om met twee handen te
worden geleid.
2.
Werk NIET met de zaag als u moe bent.
3.
Draag veiligheidsschoenen, nauwsluitende kleding,
werkhandschoenen, een veiligheidsbril, oorbescher-
mer en een hoofddeksel.
4.
Wees voorzichtig bij het hanteren met motorbrand-
stof. Start de zaag op een afstand van minstens 3 m
van de plaats waar u de brandstof heeft ingegoten.
5.
Terwijl u de kettingzaag start of ermee snijdt mogen
GEEN andere personen zich in de buurt ophouden.
Verbiedt toeschouwers en dieren de toegang tot het
werkgebied.
6.
Snij PAS als het werkgebied opgekuist is, als u veilig
staat en als u een weg hebt uitgekeken om zich voor
de neerkomende boom terug te trekken.
7.
Als de motor draait dienen alle lichaamsdelen weg te
wijzen van de kettingzaag.
8.
Vergewis u er zich van dat de kettingzaag geen voor-
werpen raakt voordat u de motor start.
9.
Draag de kettingzaag alleen als de motor gestopt is,
de geleiderail en de ketting naar achteren wijzen en
de uitlaat wegwijst van uw lichaam.
10. Stel GEEN kettingzaag in werking die beschadigd,
fout ingesteld of onvolledig en los gemonteerd is.
Vergewis u er zich van dat de kettingzaag gestopt is
als de kettingrem vrijgegeven wordt.
11. Zet de motor stil voordat u de kettingzaag neerzet.
12. Wees bij het snoeien van kleine struiken en scheuten
uiterst voorzichtig, want de dunne takken kunnen in
de zaag verward raken en in uw richting slaan of kun-
nen u uit uw evenwicht brengen.
13. Let bij het zagen van een tak die onder spanning
staat op een eventuele terugstoot als de spanning
van het hout plots nalaat.
14. Let er goed op dat de handvaten droog, schoon en
vrij zijn van olie of brandstofmengsel.
15. Werk met de kettingzaag alleen op goed verluchte
plaatsen.
16. Zaag met de kettingzaag GEEN boom, tenzij u een
overeenkomstige opleiding hebt gekregen.
17. Het gehele onderhoud van de kettingzaag, afgezien
van de punten vermeld in deze handleiding en onder-
houdsinstructies, mag alleen door de dienst na
verkoop voor kettingzagen worden uitgevoerd.
18. Breng de koker voor de geleiderail aan voordat u de
kettingzaag transporteert.
19. Werk met de kettingzaag NIET naast of in de aan-
wezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen
hetzij binnen in een ruimte of buiten. Er bestaat
explosie- en/of brandgevaar.
20. Giet er geen brandstof, olie of smeermiddel in terwijl
de kettingzaag draait.
21. GEBRUIK ALLEEN GEPAST ZAAGMATERIAAL:
22. Snijd alleen hout. Gebruik de kettingzaag niet voor
werkzaamheden waarvoor ze ongeschikt is. Snijd
met de kettingzaag b.v. geen plastiek, metselwerk en
evenmin materialen die niet tot het bouwvak
behoren.
AANWIJZING:
Het onderstaande aanhangsel is voor-
namelijk bedoeld voor de eindverbruiker of onregel-
matige gebruiker. Deze modellen zijn geconcipieerd om
af en toe door huiseigenaars, bewoners van een land-
huis of vakantiebungalow en door kampeerders te wor-
den gebruikt en dienen voor alle algemene werkzaamhe-
den b.v. rooien, snoeien, brandhout snijden etc. Ze zijn
niet voorzien voor vrij lange werkzaamheden. Als er vrij
lang aan één stuk met het toestel wordt gewerkt kunnen
er zich circulatiestoornissen voordoen als gevolg van
vibratie in de handen van de bedieningspersoon.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ TERUGSTOTEN
Een terugstoot zou zich kunnen voordoen als de top van
de geleiderail een voorwerp raakt of als het hout de ket-
tingzaag in de snede vastklemt. Als de top van de rail
een dergelijk contact krijgt, zou de geleiderail bliksem-
snel omhoog of terug naar de bedieningspersoon kun-
nen worden gestoten. Als de kettingzaag langs de
bovenkant van de geleiderail wordt vastgeklemd, zou de
geleiderail evenwel snel naar de bedieningspersoon toe
worden teruggestoten.
In de beide gevallen zou u de controle over de zaag
kunnen verliezen en zwaar letsel oplopen. Reken niet
helemaal op de veiligheidsinrichtingen die in de zaag
geïntegreerd zijn. Als gebruiker van een kettingzaak
dient u rekening te houden met meerdere punten om uw
zaagtaken zonder ongelukken en zonder letsel te kun-
nen uitvoeren.
1.
Als u oorzaak en gevolg van terugstoten principieel
begrijpt kan daardoor het verrassingsmoment wor-
den verminderd of uitgesloten. Plotse reacties dragen
bij tot ongelukken.
Betekenis van de symbolen op de zaag
38
Handleiding vóór gebruik van de zaag lezen
Tijdens alle werkzaamheden met de zaag is het dragen
van een veiligheidsbril als bescherming van uw ogen tegen
opgewaaide of wegslingerende voorwerpen / stukken en
van een gehoorbeschermer zoals b.v. een geluiddichte
helm of oorkappen of –doppen altijd verplicht. Draag een
veiligheidshelm als u de kans loopt door neervallende
voorwerpen te worden getroffen.
Bescherm u tegen terugstoten van de kettingzaag. Hou de ket-
tingzaag tijdens het gebruik met de beide handen goed vast.
Handschoenen dragen om uw handen te beschermen
Veiligheidsschoenen ter bescherming van uw voeten dragen
Geluidsemissie beantwoordt aan de richtlijn 2000/14/EC
Waarschuwing! Gevaar
Vergewis u er zich van dat de kettingrem uitgezet is. Trek vóór
gebruik de handgreep / kettingrem terug.
Anleitung PBS 1835 SPK1 28.04.2006 9:03 Uhr Seite 38