12
Gebruik als nat-zuiger
Let op! Zuig nooit stof of vuil op! Het filter is alleen geschikt voor vloeistoffen!
Breng in plaats van de afvoerslang de sluitstop (D4) aan. Kies het juiste mondstuk.
Let op! De tank kan maximaal 10 liter bevatten!
Onderhoud en reiniging
Zet het apparaat uit met de hoofdschakelaar en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder alle slangen en de
motorbehuizing (C). Draai de inlaatverdeler (D1) uit de bajonetsluiting en neem de binnentank (D2) desgewenst uit de
bevestiging. Spoel de opvangbakken schoon totdat er geen vuildeeltjes meer in zitten. Spoel ook de inlaatverdeler (D1)
en het uitlaatventiel (F1) schoon. Demonteer het filterschuim (E1) door de arrêteerplaatjes (E2) los te draaien en spoel
het filterschuim schoon met schoon water. Controleer het filterschuim (E1) en vervang dit niet-slijtvaste onderdeel door
origineel OASE-filterschuim als het beschadigd is.
Controleer dichtringen op beschadigingen en kijk of ze volledig zijn. Vervang eventueel de rubber afdichtingen in de
inlaatverdeler (D3) en in het afvoerventiel (F2). Inlaatverdeler: er uit draaien. Afvoerventiel: schroef binnen in de tank
losdraaien.
Voor een onderhoudsbeurt aan de verdeeleenheid (E3) moet u contact opnemen met de vakhandel!
Niet-slijtvaste onderdelen
Filterschuim, dichtringen en ventielrubbers zijn niet-slijtvaste onderdelen en vallen niet onder de garantie.
Opslag
Opvangbak leegmaken en het apparaat reinigen. Buiten bereik van kinderen bewaren in een droge, vorstvrije ruimte.
Tot afval verwerken
Het apparaat dient volgens de nationale wettelijke bepalingen tot afval te worden verwerkt. Neem voor vragen contact
met uw vakhandel.
Storingen
Het apparaat zuigt niet aan, maakt ongewone geluiden of trilt (G1) sterk. Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar
(G2) en na 20 seconden weer in. Treedt de fout wederom op, dan is ofwel de tank vol (bij geplaatste sluitstop) ofwel de
inloopverdeler, de afvoer of het filterschuim zijn verontreinigd (G3). Zie onderhoud en reiniging!
Storing
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat zuigt niet aan,
maakt ongewone geluiden of
trilt (G1) sterk.
- De tank is vol (bij geplaatste sluitstop) ofwel de
inloopverdeler, de afvoer of het filterschuim zijn
verontreinigd (G3).
- Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar (G2) en na
20 seconden weer in.
- Zie onderhoud en reiniging!
Het apparaat zuigt niet/ver-
liest aan vermogen
- Het hoogteverschil tussen het wateroppervlak en het
apparaat is te groot
- De kleppen op de inlaatverdeler (D1) zitten klem / zijn
vuil
- De klep uitlaat zit klem / is vuil
- De O-ring op de binnentank (D2) zit niet goed
- De O-ring op de inlaatverdeler (D1) zit niet goed
- De O-ring op de ventieleenheid (E3) zit niet goed
- Beide containers zitten volwater, de vlotters sluiten
volledig af
- In het filterschuim, in de zuigbuis of in de zuigslang is
vuil aangekoekt
- Het apparaat moet op gelijke hoogte met het wateroppervlak
geplaatst worden
- De inlaatverdeler (D1) afnemen en controleren hoe de klep-
pen zitten
- De afvoerslang afnemen en controleren hoe de kleppen
zitten
- Controleer of de O-ring goed zit
- Controleer of de O-ring goed zit
- Controleer of de O-ring goed zit
- Apparaat uitschakelen en leegmaken
- Verontreiniging verwijderen
De opvangbak loopt niet leeg - De afvoeropeningen (C3) of de afvoerslang is verstopt
- De afvoerslang is geknikt of is niet op een hellend vlak
gelegd
- Verwijder het vuil uit de afvoeropeningen (C3) en uit de afvo-
erslang
- Leg de slang zodanig dat er geen knikken in zitten. Leg de
slang naar mogelijkheid op een licht hellend vlak
Gering zuigvermogen
- Hoe meer buizen u gebruikt, des te hoger is de
wrijvingsweerstand in de buizen. Het zuigvermogen
wordt minder
- Hoe groter het hoogteverschil tussen het
wateroppervlak en het apparaat, des te geringer het
effectieve zuigvermogen
- De zuigleiding zo kort en vlak mogelijk houden
- De terugslagklep van het mondstuk verwijderen
Er ontstaat stoom tijdens het
gebruik
- Waterdruppels die door de turbine aangezogen worden.
Verwarmde, vochtige lucht condenseert als ze uit de
turbinebehuizing uittreedt
- Normaal, vooral bij koud weer
Apparaat loopt onregelmatig - Vuil in de afvoer (C3)
- Uitschakelen en op verontreinigingen controleren
Het apparaat schakelt slecht
om van de ene bak op de
andere
- Ventieleenheid werkt niet feilloos
- Ondichte plek op de afdichtingsplekken van de O-ring
- Controleer of de klepschotel soepel loopt
- O-ringen controleren
NL
Содержание PondoVac 3
Страница 4: ...4 B A D 2 1 2 1 C 2 1 1 2 1 4 E 2 1 3 2 1 2 3 F G 1 2 3 3 3 3...
Страница 41: ...41 30 mA A2 1 2 D2 3 1 2 2 2 0 3 180 D4 10 C D1 D2 D1 F1 1 2 1 OASE D3 F2 3 BG...
Страница 42: ...42 G1 G2 20 G3 Pondovac 3 G1 G3 G2 20 D1 O D2 O D1 O 3 D1 C3 C3 C3 UA BG...
Страница 44: ...44 D1 F1 E1 E2 E1 OASE D3 F2 E3 G1 G2 20 G3 Pondovac 3 G1 G3 G2 20 D1 D2 D2 D2 D1 D1 C3 C3 C3 RUS UA...
Страница 46: ...46 C D1 D2 D1 F1 E1 E2 E1 OASE D3 F2 E3 G1 G2 20 o G3 G1 o G3 G2 20 D1 D2 D1 E3 D1 C3 C3 C3 RUS...
Страница 48: ...48 G1 G2 20 G3 G1 G3 G2 20 D1 D2 O D1 O E3 O D1 O O O C3 C3 C3 O O RC...