RBU
NL
3 Beschrijving
De RBU (Roots Blower Unit) is een reeks vacuüm-units
die uitgerust zijn met een 3-lobbige basispomp vacu-
ümbron. Raadpleeg
Paragraaf 3.6 Technische gege-
in verband met luchtstroominformatie. De mo-
tor is een 3-fasige asynchrone motor. Raadpleeg het
machinelabel van de RBU-unit voor details in verband
met voltage, stroom, motorstroom en frequentie.
Het stroomverbruik van de basispomp neemt toe
met toenemend vacuüm en afnemende luchtstroom
(pompkenmerken).
Bij modellen met Y/D-startschakeling is het noodza-
kelijk om de stroomvereiste te beperken tijdens het
starten van Y/D. Dit gebeurt door het openen van een
magneetklep voor het vrij binnenlaten van lucht in de
pomp wanneer de motor in Y-modus draait.
Alle RBU units zijn uitgerust met een gecombineerde
opstart- en vacuüm beperkende klep. Deze klep wordt
geregeld door een lage wrijving cilinder met pers-
lucht, een reinigingscilinder en twee regelaars. De
klep opent indien het vacuüm het werkend vacuüm-
niveau of het veiligheidsvacuümniveau bereikt. Wan-
neer de klep opent brengt de binnenkomende lucht
het vacuüm omlaag. Het openen van de klep hangt af
van (1) het vacuüm in de pomp en (2) de kracht van de
lage wrijving cilinder met perslucht die de klep in de
tegenovergestelde richting trekt. De kracht in de cilin-
der met perslucht stijgt wanneer de luchtdruk die aan
de cilinders met perslucht doorgegeven wordt, stijgt.
Op die manier passen de regelaars het vacuüm aan
door de positie van de klepschijf te beïnvloeden die op
zijn beurt de perslucht voor de cilinder met perslucht
verandert.
De regelaar die het dichtst bij de cilinder ligt past het
werkend vacuümniveau aan, zie
item 15.
Het niveau is ingesteld voor levering en normaal ge-
sproken is geen verdere aanpassing nodig. Raadpleeg
in verband met het aan-
passen van de regelaar.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
De veiligheidsklepregelaar mag nooit aange-
past worden,
item 16. Een ver-
keerde instelling van de veiligheidskleprege-
laar beschadigt de pomp en de garantie wordt
ongeldig.
Op de ingang van de universele klep zit een rubberen
schijf terugspoelklep. De klep wordt gebruikt wanneer
twee of meer RBU units in parallel aan elkaar gehaakt
zijn en verhindert dat units die nog niet gestart zijn te-
rug lopen.
Aan de zijde van de universele klep zit een overdruk-
klep met rubberen schijf, zie
item 18.
De overdrukklep gaat open en laat lucht ontsnappen
wanneer de pomp tijdens inbedrijfstelling in de ver-
keerde richting draait.
Aan de universele klep passeert de lucht door de in-
laatdemper naar de basispomp. Onder de pomp zit een
stugge ontladingsdemper. Een extra spirobuigdemper
leidt de lucht uit de unit.
Bij modellen met Y/D-startschakeling zit er een ther-
mische zekering in de onderste flens van de pomp, zie
item 10a. Deze zekering slaat door op ≈
140°C met een signaal naar de start- en regeleenheid
die de unit uitzet. Zie
Paragraaf 7.7 Thermische zeke-
voor meer informatie.
Op modellen bedoeld voor gebruik met een frequen-
tieregelaar, wordt de pomptemperatuur bewaakt met
een PT1000-temperatuursensor. De pomp moet wor-
den gestopt als de temperatuur van de pomp 140 be-
reikt.
Modellen bedoeld voor gebruik met een frequentie-
regelaar zijn ook voorzien van PT1000-temperatuur-
sensoren voor het bewaken van de oppervlaktetem-
peratuur van de motor en de temperatuur van de koel-
luchtinlaat.
3.1 Hoofdonderdelen
zijn de hoofdonderdelen van de RBU unit
te zien. Dit zijn de volgende:
1
inlaatdemper.
2
Uitlaatspirodemper.
3
Geluidsabsorberende behuizing.
4
Spirodemper met een 90° buiging.
5
Motor.
6
Transmissie.
7
Riembescherming.
8
Ontladingsdemper.
9
Basis.
10 a) Thermische zekering. b) PT1000-temperatuur-
sensor (op modellen bedoeld voor gebruik met een
frequentieregelaar).
11 3-lobbige basispomp.
12 Inlaatdemper met veiligheidsrooster.
13 Universele klep. Dit is een gecombineerde vacu-
ümbeperkende klep, terugspoelklep en overdruk-
klep.
14 Vacuüm beperkende klepschijf.
15 Maximaal werk vacuümregelaar.
16 Veiligheidsvacuümregelaar. De regelaar moet niet
aangepast worden.
17 Inlaat veiligheidsrooster.
18 Overdrukklep.
3.2 Koppelingen
De motor wordt elektrisch aangesloten met de afdek-
king van de behuizing verwijderd. Raadpleeg de hand-
leiding van de start- en regelunit voor elektrische aan-
sluitingen. De koppelingen kunnen verschillen al naar-
gelang de opties. Aansluitingsmateriaal zoals kabels
146
Содержание RBU 1300
Страница 2: ...RBU Trace back information Workspace Main version a67 Checked in 2022 10 17 Skribenta version 5 5 022...
Страница 8: ...RBU Figures 5 6 11 12 13 8 4 9 3 7 10a 18 14 15 16 17 2 1 10b 1 8...
Страница 11: ...RBU 6 7 10 mm 0 39 8 11...
Страница 12: ...RBU Nm h kPa 9 Nm h kPa A A 10 12...
Страница 210: ...RBU RU 7 7 220 7 8 220 7 9 220 7 10 220 7 11 220 7 11 1 220 7 12 221 8 221 8 1 221 9 221 10 B 222 11 B 224 210...
Страница 211: ...RBU 1 Nederman Nederman Group Nederman Nederman EC Nederman Nederman Nederman 2 2 1 2 2 RU 211...
Страница 214: ...RBU RU 500 3 3 5 5 214...
Страница 218: ...RBU RU 6 2 6 2 1 1 2 1 2 3 a b 4 4 6 2 2 Y D Y D D Y Y D D 6 2 3 7 10 6 2 4 3 15 3 6 7 11 6 2 5 6 3 20 60 U f 7 2 218...
Страница 222: ...RBU RU 10 B 4 4 4 2 3 6 4 1 3 2 5 1 4 2 5 2 3 2 3 2 5 222...
Страница 223: ...RBU 5 3 5 3 ISO 8573 1 5 5 3 5 3 5 3 6 2 6 2 6 2 6 2 Y 6 2 D 6 2 6 2 RU 223...
Страница 224: ...RBU RU 11 B 7 1 7 1 5 1 7 2 7 2 7 2 7 3 7 4 7 5 7 12 Nederman 7 9 7 9 224...
Страница 225: ...RBU 7 8 7 10 7 10 7 11 7 7 7 6 RU 225...
Страница 242: ...RBU ZH 7 7 250 7 8 250 7 9 250 7 10 250 7 11 250 7 11 1 250 7 12 250 8 250 8 1 250 9 250 10 A 251 11 B 253 242...
Страница 243: ...RBU 1 Nederman Nederman Nederman Nederman EC Nederman Nederman Nederman 2 2 1 2 2 ZH 243...
Страница 251: ...RBU 10 A 4 4 4 2 3 6 4 1 3 2 5 1 4 2 5 2 3 2 3 2 5 5 3 5 3 ISO 8573 1 5 5 3 5 3 ZH 251...
Страница 252: ...RBU ZH 5 3 6 2 6 2 6 2 6 2 Y 6 2 D 6 2 VFD 6 2 252...
Страница 253: ...RBU 11 B 7 1 7 1 5 1 7 2 7 2 7 2 7 3 7 4 7 5 7 12 Nederman 7 9 7 9 7 8 7 10 7 10 7 11 7 7 ZH 253...
Страница 254: ...RBU ZH 7 6 254...
Страница 255: ...www nederman com...