37
Kneden:
het deeg bevindt zich in de 1
e
of 2
e
kneedcyclus of in de mengperiode tussen de rijscycli.
Tijdens deze cyclus en voor de programma’s 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 14, kunt u ingrediënten
toevoegen: droge vruchten, olijven, spekblokjes, enz… Een geluidssignaal geeft aan op welk
moment u dit kunt doen.
Raadpleeg de overzichtstabel van de bereidingstijden (pagina 101-102) en de kolom “extra”.
Deze kolom geeft de tijd aan die op het display van uw apparaat zal verschijnen terwijl het
geluidssignaal te horen is. Om precies te weten na hoeveel tijd het geluidssignaal te horen is,
trekt u de tijd uit de kolom “extra” af van de totale baktijd.
Bijv.:
“extra” = 2:51 en “totale tijd” = 3:13, de ingrediënten kunnen na 22 min. toegevoegd
worden.
Rijzen:
het deeg bevindt zich in de 1
e
, 2
e
of 3
e
rijscyclus.
Bakken:
het deeg bevindt zich in de eindcyclus van het bakken.
Warmhouden:
voor de programma’s 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 14, kunt u de bereiding in het apparaat
laten. Na het bakken wordt het brood automatisch gedurende een uur warm gehouden. Tijdens het
warmhouden gedurende een uur blijft het display op 0:00 staan. Er klinkt geluidssignaal op
regelmatige tijdstippen.
Op het einde van de cyclus stopt het apparaat automatisch na een reeks van geluidssignalen.
DE INGREDIËNTEN
Vet en olie
Door vet toe te voegen, wordt het brood zachter en smakelijker. Het brood kan zo verder
beter en langer bewaard worden. Teveel vet vertraagt het rijzen. Indien u boter gebruikt,
snijd deze dan in kleine stukjes, zodat hij gelijkmatig met het deeg vermengd wordt, of laat
deze zacht worden. Geen warme boter toevoegen. Voorkom dat het vet in contact komt
met de gist, want het vet zou de gist kunnen verhinderen vocht op te nemen.
Eieren
Eieren verrijken het deeg, geven het brood een mooiere kleur en bevorderen de goede
ontwikkeling van het broodkruim. Indien u eieren gebruikt, gebruik dan minder vloeistof.
Breek het ei en vul dit aan met de vloeistof tot de in het recept aangegeven hoeveelheid
vloeistof. De recepten zijn bestemd voor een gemiddeld groot ei van 50 g, als de eieren
groter zijn, voeg dan een beetje meel toe; als de eieren kleiner zijn, moet u wat minder
meel gebruiken.
Melk
U kunt verse melk of melkpoeder gebruiken. Indien u melkpoeder gebruikt, voeg dan de
hiervoor bedoelde hoeveelheid water toe. Indien u verse melk gebruikt, kunt u ook water
toevoegen: het totale volume moet gelijk zijn aan het volume dat nodig is voor het recept.
Melk heeft een schuimend effect waarmee regelmatigere holtes verkregen worden en
waardoor het broodkruim er mooier uit komt te zien.
Water
Water zorgt dat de gist vocht opneemt en actief wordt. Het zorgt ook dat het zetmeel van het
meel vocht opneemt en dat er broodkruim gevormd wordt. U kunt water gedeeltelijk of helemaal
vervangen door melk of een andere vloeistof. Gebruik de vloeistof op kamertemperatuur.
Meel
Het gewicht van het meel kan aanzienlijk variëren aan de hand van het gebruikte type
meel. Afhankelijk van de kwaliteit van het meel kunnen ook de bakresultaten van het
brood variëren. Bewaar het meel in een hermetisch gesloten blik, want meel reageert op
veranderingen in de weersomstandigheden en absorbeert zo vocht of verliest dit juist.
Gebruik bij voorkeur zogenaamd “krachtig”meel, meel van “bakkwaliteit” of “bakkersmeel”
in plaats van gewoon meel. Door haver, zemelen, tarwekiemen, rogge of hele granen toe
te voegen aan het brooddeeg, krijgt u een zwaarder en minder groot brood. Het gebruik
van een meelsoort T55 wordt aanbevolen, tenzij in het recept anders vermeld staat. Onze
recepten zijn geschikt voor een gebruik met normaal meel T55. Indien u speciale bakmixen
gebruikt voor brood of zoete broodjes of melkbrood, gebruik dan niet meer dan 1000 g
deeg in het totaal in de binnenpan en 450 g deeg in het totaal voor stokbrood.
Het zeven van het meel heeft ook invloed op het resultaat: hoe bruiner het meel is (dat wil
zeggen, hoe meer graanvliesjes aanwezig zijn), hoe minder het deeg zal rijzen en hoe
compacter het brood zal zijn. U vindt in de winkel ook kant-en-klaar mixen voor
broodbereiding. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant voor het gebruik van deze
mixen. Over het algemeen kiest u het programma aan de hand van de gebruikte bereiding.
Bijv.: Volkorenbrood - Programma 6.
Suiker
Neem bij voorkeur witte of bruine suiker of honing. Gebruik geen geraffineerde suiker of
suikerklontjes. Suiker voedt de gist, geeft het brood een lekkere smaak en geeft het korstje
een mooiere goudbruine kleur.
MOULF161-NOTICE_HBB_RELIFT_Mise en page 1 18/01/10 11:46 Page37