2-4. LEIDINGEN PLAATSEN EN AFVOERVOORZIENINGEN
Leidingen plaatsen
• Plaats de afvoerslang onder de koelmiddelleiding.
• Controleer of de afvoerslang niet omhoog komt of
afgekneld wordt.
• Trek niet aan de slang bij het omwikkelen met tape.
• Indien de afvoerslang door de kamer loopt, omwikkel
hem dan goed met isolatiemateriaal (in de handel
verkrijgbaar).
4) Draai de aansluitingsschroef los en sluit vervolgens eerst de aardedraad en vervolgens
het netsnoer (K) en de verbindingskabel (A) tussen binnen- en buitenunit aan op het
aansluitblok. Let op dat u de draden niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig vast
op het aansluitblok zodat de draadkern niet zichtbaar is en er geen externe krachten
op het aansluitgedeelte van het aansluitblok worden uitgeoefend.
5) Draai de aansluitingsschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na het vast-
draaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed vast zitten.
6) Zet de verbindingskabel (A) tussen de binnen- en buitenunit, het netsnoer (K) en de
aardedraad vast met de VA-klem. Vergeet nooit het linker lipje van de VA-klem vast
te haken. Maak de VA-klem stevig vast.
2-2. EEN GAT IN DE MUUR BOREN
1) Bepaal de positie van de gaten.
2) Boor een gat met een diameter van 65 mm. De buitenzijde
moet 5 tot 7 mm lager zijn dan de binnenzijde.
3) Plaats de huls voor het muurgat (C).
1-4. INSTALLATIESCHEMA
2-1. DE INSTALLATIEPLAAT BEVESTIGEN
• Zoek een stevige plaats in de muur (bijvoorbeeld een steunbalk) en zet de installatieplaat
(1) horizontaal vast door de bevestigingsschroeven (2) stevig aan te draaien.
• Om te voorkomen dat de installatieplaat (1) gaat trillen, moet u de bevestigingsschroeven
in de op de afbeelding aangegeven openingen installeren. U kunt extra ondersteuning
aanbrengen door ook bevestigingsschroeven in andere openingen te installeren.
• Nadat de uitwerper is verwijderd brengt u vinyltape aan op de uitwerper om beschadiging
van de bedrading te voorkomen.
• Wanneer u in een betonnen muur verzonken bouten wilt gebruiken, zet de installatieplaat
(1) dan vast met de 11 ×
20 en 11 ×
26 ovale gaten (450 mm onderlinge afstand).
• Indien de verzonken bout te lang is, vervang hem dan door een in de handel verkrijgbare
kortere.
TOEBEHOREN
Controleer voor het installeren of de volgende
onderdelen aanwezig zijn.
<Binnenunit>
(1) Installatieplaat
1
(2)
Bevestigingsschroef voor installatieplaat
4 × 25 mm
5
(3) Batterij (AAA) voor (4)
2
(4) Draadloze afstandsbediening
1
(5)
Vilttape
(Voor leidingen naar links of linksachter)
1
<Buitenunit>
(6) Afvoerbus
1
BIJ DE INSTALLATEUR
VERKRIJGBARE ONDERDELEN
(A)
Verbindingskabel binnen- en
buitenunit*
1
(B) Verlengleiding
1
(C) Huls voor muurgat
1
(D) Afdekring voor muurgat
1
(E) Bevestigingsbandje voor leiding
2 - 5
(F) Bevestigingsschroef voor (E) 4 × 20 mm 2 - 5
(G) Leidingtape
1
(H) Kit
1
(I)
Afvoerslang
(of zachte PVC-slang met 15 mm bin-
nendiameter of harde PVC-pijp VP16)
1 of 2
(J) Koelolie
1
(K) Netsnoer*
1
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Installeren van de buitenunit
(HJ25, 35/HJ50)
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door
een erkend specialist en in overeenstemming
met de plaatselijke vereisten.
Aansluitblok binnen
Verbindingskabel bin-
nen- en buitenunit (A)
Aansluitblok buiten
Aardedraad
(groen/geel)
• Zorg dat de verbindingskabels wat extra lengte
hebben voor later onderhoud.
• Maak de aardedraad iets langer dan de andere
draden. (langer dan 60 mm)
• Vouw de overtollige bedrading niet, of prop de
bedrading niet in kleine ruimtes. Zorg ervoor
dat u de bedrading niet beschadigt.
• Let erop dat u elke schroef op de bijbehorende
aansluiting bevestigt bij het vastmaken van het
snoer en/of de kabel aan het aansluitblok.
Opmerking:
Plaats de bedrading niet tussen
de binnenunit en de installatieplaat (1). Bescha-
digde bedrading kan leiden tot oververhitting of
brand.
9ORHLVWRÀHLGLQJ
Gasleiding
Vilttape (5)
Verbindingskabel bin-
nen- en buitenunit (A)
Leidingtape (G)
120 mm
of meer
100 mm
of meer
100
mm
of meer
350
mm
of meer
100
mm
of meer
55
mm
of
meer;
130
mm
of
meer
voor
leidingen
naar
links
of
linksachter
(met
afstandsbeugel)
10
mm
of
meer
Binnenuni
Huls voor
muurgat (C)
Snijd extra
lengte af.
Bevestigings-
bandje voor
leiding (E)
Gebruik beslist huls (C) in
het muurgat, om te voor-
komen dat de aansluitdra-
den naar binnen/buiten
(A) contact maken met
metalen delen in de muur
en dat ongedierte schade
veroorzaakt indien de muur
hol is.
Afdekring voor muurgat (D)
Dicht het gat in de
muur af met kit (H).
Bevestig de leiding
aan de muur met
bevestigingsband-
jes (E).
Bevestigings-
schroef (F)
Plaats na de lektest het
isolatiemateriaal zodanig
strak dat er geen gat meer
aanwezig is.
Wanneer u de leidingen
wilt bevestigen aan een
muur die metaal (zoals tin-
nen bekleding) of metalen
gaas bevat, plaats dan een
chemisch behandelde hou-
ten plaat van minstens 20
mm dikte tussen muur en
leidingen, of omwikkel de
leidingen 7 tot 8 keer met
isolatietape.
Zorg dat de unit minimaal
30 minuten heeft gekoeld
en is leeggepompt voordat
u de oude airconditioner
verwijdert. Pas de maat van
de optrompverbindingen
aan aan die van de nieuwe
koelstof.
2. INSTALLEREN VAN DE BINNENUNIT
Opening 2/4-10 mm × 21 mm
* Opmerking:
Zorg dat u de verbindingskabel binnen- en buiten-
unit (A) en het netsnoer (K) op ten minste 1 meter
afstand van de tv-antennekabel installeert.
De buitenunit kan er anders uitzien dan de
buitenunit van enkele andere modellen.
* Voer dezelfde handeling uit voor het linker gat.
699/800 mm
500 mm
121/150
mm
40 mm
285/344,5
mm
249/285
mm
2-3. DRADEN VOOR BINNENUNIT VERBINDEN
U kunt de verbindingskabel tussen binnen- en buitenunit aansluiten zonder het voorpaneel
te verwijderen.
1) Open het voorpaneel.
2) Verwijder de VA-klem.
3) Leid de verbindingskabel (A) tussen binnen- en buitenunit en het netsnoer (K) door de
achterkant van de binnenunit en sluit het uiteinde ervan aan.
Muur
Buitenzijde
ø65 mm
5-7 mm
Zorg voor voldoende ruimte
voor waterafvoer.
Afvoervoorzieningen voor buitenunit
• Breng de afvoervoorzieningen aan
voordat u de verbindingsleiding tussen
binnen- en buitenunit aansluit.
• Sluit de afvoerslang (I) met een bin-
nendiameter van 15 mm aan zoals
wordt afgebeeld.
• Zorg dat de afvoer omlaag loopt, zodat
het afvoeren gemakkelijk gaat.
Opmerking:
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik op koude locaties geen afvoer-
bus (6). De afvoer kan dan bevriezen
waardoor de ventilator stopt.
Tijdens het verwarmen produceert de
buitenunit condens. Selecteer de plaats
van installatie om te voorkomen dat de
buitenunit en/of de vloeren nat worden
door afvoerwater of beschadigd raken
door bevroren afvoerwater.
249-267/304-325
mm
(6)
(I)
Draad
15 mm
35 mm
Installatieplaat (1)
Midden van gat
65 mm gat
120 mm
of meer
100 mm
of meer
55 mm of meer
130 mm of meer voor leidingen naar links
of linksachter (met afstandsbeugel)
Plafond
Muur
Muur
Bevestigings-
schroef (2)
Plaats
de rol-
maat. *
Breng de
rolmaat in
lijn met de
streep. *
Vlak
Locatie van de aansluitingen
(110 mm langer voor - EN *)
100
mm
of
meer
200
mm
of
meer
100 mm
Aansluitblok
Bevestigingsschroef
Verbindingskabel bin-
nen- en buitenunit (A)
VA-klem
Ż
Netsnoer (K)
Netsnoer (K)