64
Aansluitingen en bedieningselementen
(10) PITCH toets
De PITCH toets activeert de werking van de PITCH
schuifregelaar. Bij ingeschakelde functie brandt de
PITCH LED.
(11) PITCH schuifregelaar
De afspeelsnelheid kan worden veranderd met de
schuifregelaar. Met (+) wordt de afspeelsnelheid
verhoogd, met (-) verlaagd. De schuifregelaar is
alleen actief zolang de LED brandt.
(12) SHUTTLE wiel
Met het SHUTTLE wiel kunt u versneld voor- resp.
achteruit gaan. De zoeksnelheid is afhankelijk van
hoe ver het draaiwiel naar links of naar rechts wordt
gedraaid (max. +/- 16%).
(13) JOG wiel
Door het wiel naar rechts te draaien wordt de zoeks-
nelheid verhoogd (+), naar links wordt deze ver-
laagd (-).
(14) (15)
Track-toetsen
Met de Track-toetsen kan een willekeurig nummer
op de cd worden gekozen. Door de toets ingedrukt
te houden doorloopt u de nummers versneld.
(16) CUE LED
Als de cd-speler zich in de pauzemodus bevindt en
daarbij op het CUE punt staat, brandt de CUE LED.
(17) 10-Tracks-vooruit-toets
Door op de toets te drukken wordt 10 tracks vooruit
gesprongen.
(18) PLAY/PAUSE LED
De PLAY/PAUSE LED brandt bij het afspelen en
knippert in de pauzemodus.
(19) PLAY/PAUSE toets
De knop start de afspeelmodus resp. activeert de
pauzefunctie.
(20) CUE toets
Door tijdens het afspelen op de CUE toets te druk-
ken keert de cd-speler naar het CUE-punt terug en
wordt de pauzefunctie geactiveerd.
Als de toets tijdens de pauzefunctie (CUE punt is
ingesteld) ingedrukt wordt gehouden, start de weer-
gave. Na het loslaten van de toets springt het appa-
raat weer terug naar het CUE punt en schakelt over
in de pauzestand.
(21) PITCH BEND (-/+) toetsen
Met de (+) toets wordt de afspeelsnelheid verhoogd,
met de (-) toets verlaagd (+/-16%).
(22) OPEN/CLOSE toetsen
Zie punt (1) OPEN/CLOSE toets.
(23) POWER LED
POWER LED brandt als het apparaat is ingescha-
keld.
(24) POWER schakelaar
Met deze schakelaar schakelt u het apparaat aan
resp. uit. Als een van de schuifladen nog geopend is
op het moment dat het apparaat wordt ingeschakeld,
dan sluit deze zichzelf.
(25) DIGITAL OUT bus
Op deze CINCH-bus is het digitale audio-uitgangs-
signaal van de cd-speler beschikbaar. Sluit hierop
de digitale audio-ingang van het mengpaneel of van
de versterker aan.
(26) CINCH OUT bus
Op deze CINCH-bussen zijn het linker en rechter
audio-uitgangssignaal van de cd-speler beschik-
baar. Sluit hierop de audio-ingang van het mengpa-
neel of van de versterker aan.
(27) Spanningskeuzeschakelaar
Deze schakelaar dient voor de instelling van de juis-
te netspanning.
(28) Netbus
Hierop wordt het bijgeleverde netsnoer aangesloten.
17
Inbetriebnahme
2. Um den CUE Punkt manuell zu setzen, müssen Sie die Wiedergabe an der gewünschten Stelle mit der
PLAY/PAUSE Taste (19) unterbrechen. Das Gerät wechselt in die Pausefunktion. Eine präzise Einstellung
des CUE Startpunkts kann mittels des SHUTTLE – (12) und JOG Rades (13) vorgenommen werden.
3. Drücken Sie die PLAY/PAUSE Taste (19). Der CUE Punkt wird neu gesetzt, die CUE LED (16) blinkt dabei.
Das Gerät wechselt danach in den Wiedergabemodus.
4. Drücken Sie die CUE Taste (20). Die CUE LED (16) leuchtet. Das Gerät kehrt an den zuvor gespeicherten
Punkt zurück und geht in den Pausemodus.
5. Drücken und halten Sie die CUE Taste (20), der CD Spieler beginnt vom gesetzten CUE Punkt aus mit der
Wiedergabe. Wird die Taste losgelassen, kehrt der CD-Spieler an den CUE Punkt zurück und schaltet sich
danach wieder in den Pausemodus.
6. Drücken Sie die PLAY/PAUSE Taste (19), um wieder in den Wiedergabebetrieb zu wechseln.
7. Der CUE Punkt wird automatisch gelöscht, sobald ein neuer CUE Punkt gesetzt wird.
Synchronisation der Wiedergabegeschwindigkeit
Um beim Mischen oder Überblenden zwischen zwei Signalquellen einen „sauberen“ Übergang zu erzielen, ist es
oftmals nötig den Takt (Beat) anzupassen.
Dies kann auf drei Arten erreicht werden:
•
Mit dem Schieberegler PITCH (11). Damit kann die Wiedergabegeschwindigkeit statisch (dauerhaft) geändert
werden. Diese Funktion wird eingesetzt, wenn sich zwei Titel komplett in der Beatgeschwindigkeit unter-
scheiden.
•
Mit den Tasten PITCH BEND (21). Damit kann die Wiedergabegeschwindigkeit temporär (kurzfristig) geän-
dert werden. Diese Funktion wird eingesetzt, wenn zwei Titel den gleichen Beat aufweisen und nur der Ein-
satzpunkt synchronisiert werden muss.
•
Mit dem JOG Rad (13). Durch Drehen des Rades kann die Wiedergabegeschwindigkeit temporär (kurzfristig)
geändert werden. Diese Funktion wird ebenfalls eingesetzt, wenn zwei Titel den gleichen Beat aufweisen und
nur der Einsatzpunkt synchronisiert werden muss.
PITCH BEND Tasten
1. Drücken und halten Sie während der Wiedergabe die PITCH BEND - Taste (21). Die Wiedergabegeschwin-
digkeit verringert sich um 16%.
2. Drücken und halten Sie während der Wiedergabe die PITCH BEND + Taste (21). Die Wiedergabegeschwin-
digkeit erhöht sich um 16%.
PITCH Schieberegler
1. Drücken Sie während der Wiedergabe die PITCH Taste (10), die PITCH LED (9) leuchtet. Die PITCH Funkti-
on ist aktiviert.
2. Wählen Sie den gewünschten Pitchbereich ( +/- 8% / 12% / 16% ), indem Sie die Pitch Taste (10) für ca. 1
Sekunde gedrückt halten. Der eingestellte Bereich blinkt kurz im Display.
3. Verändern Sie nun die Geschwindigkeit mit dem PITCH Schieberegler (11). Die Änderung kann im Display
abgelesen werden.
JOG Rad
1. Drehen Sie das JOG Rad (13) während der Wiedergabe nach links um die Wiedergabegeschwindigkeit zu
verringern.
