
22
Verder kunnen aan het verbindingsmiddel de
onder vermelde zogenaamde buishaken zijn
gemonteerd.
Bij gebruik van deze buishaken is het principieel
verboden, de haken door een omwikkeling van
het bevestigingspunt weer in het
verbindingsmiddel te haken. Verder moet erop
worden gelet, dat de haak niet kantelt aan het
bevestigingspunt en zo een dwarsbelasting
ontstaat.
Variatiemogelijkheden van buishaken aan
het verbindingsmiddel:
Klasse A
Pr
odu
ct
naa
m
Cl
as
si
fic
ati
e
con
form E
N3
62
:20
04:1
2
Stat
is
che
b
el
as
tba
arh
ei
d
hoof
da
s
van
de
afs
lu
iti
ng
ge
sl
ot
en
en
v
ergr
end
el
d
O
pe
ni
ng
sbre
ed
te
slu
itin
g
G
eb
rui
kt ma
ter
iaa
l
BS 5
0
Kl
asse
A
40
kN
50
mm
St
aa
l
BS 2
7
Kl
asse
A/
T
35
kN
27
mm
R
oe
st
vas
t s
ta
al
M
AS 6
5-
M
Kl
asse
A
22
kN
63
mm
Al
umin
ium
M
AS 5
0-
H
Kl
asse
A
22
kN
50
mm
St
aa
l
M
AS 1
10
-H
Kl
asse
A
22
kN
10
8 m
m
Al
umin
ium
9.1 Korte handleiding voor het gebruik
van verbindingselementen
9.1.1 met kartelmoer (handmatige
vergrendeling)
Bediening:
Het verbindingselement in de hand nemen en de
kartelmoer tegen de klok in draaien. Vervolgens
de klik naar het binnenste van de haak drukken.
Het verbindingselement is nu geopend. Voor het
sluiten eerst de klik naar voren in de
vergrendeling laten glijden en vergrendelen.
Daarna dient de kartelmoer met de klok mee
(naar boven) te worden gedraaid, totdat het
verbindingselement correct gesloten is. Om een
veilige werking te garanderen, moeten beide
vergrendelingen altijd gesloten zijn.
Bij een vervorming of scheurvorming dient het
verbindingselement onmiddellijk buiten werking
te worden gesteld.
Tijdens het gebruik dient erop te worden gelet
dat het verbindingselement alleen in zijn
lengteas en niet overdwars (afsluiting) wordt
belast.
De kartelmoer moet principieel bij het
werken op hoger gelegen werkplekken
gesloten zijn, d.w.z. dichtgedraaid zijn.
Manueel vergrendelbare
verbindingselementen mogen slechts
dan worden toegepast, wanneer de
gebruiker tijdens zijn werkdag het
verbindingselement niet zeer vaak moet
vast- en loshaken.
9.1.2 met automatische vergrendeling
Bediening:
Deze karabijnhaken (verbindingselementen)
kunnen op twee manieren worden bediend:
a. met de haakopening naar voren liggend,
haakboog in richting van de gestrekte
duim wijzend
b. precies tegenovergesteld van a.:
haakboog wijst naar de handpalm toe,
haakopening naar de vingers wijzend
(wordt hoofdzakelijk bij het gebruik voor
de werkpositionering toegepast)
In beide gevallen is de bediening echter
gelijk:
Aanvankelijk wordt de
„
handpalmstrip
“
naar het
haakcorpus gedrukt met de handpalm,
vervolgens met de vingertoppen de
„
sluitstrip
“
geopend en de punt van het geopende en
gebogen haakcorpus in een opvangoog of
aansluitoog bevestigd resp. bij zogenaamde
buishaken het haakcorpus via een
buis/draagelement opgehangen. Daarna wordt
de haak losgelaten, de sluitklep sluit vanzelf de
opening van het haaklichaam, de handpalmstrip
borgt dan de gesloten sluitklep in zijn toestand
(het correcte sluiten van de karabijnhaak moet
absoluut worden gecontroleerd.
9.1.3 Karabijnhaken met automatische
sluiting en vergrendeling:
Bediening:
Het verbindingselement in de hand nemen en de
vergrendelingshuls tegen de klok in draaien.
Vervolgens de klik naar het binnenste van de
haak drukken. Het verbindingselement is nu
geopend. Voor het sluiten eerst de klik naar
voren in de vergrendeling laten glijden en
vergrendelen. Daarna de vergrendelingshuls
loslaten tot het verbindingselement correct
gesloten en vergrendeld is. Om een veilige
werking te garanderen, moeten beide
vergrendelingen altijd gesloten zijn.
9.2
Waarschuwingen voor het
gebruik van verbindingselementen
Verbindingselementen mogen nooit via
de afsluiting worden belast.
Er moet rekening worden gehouden met
de lengte van een verbindingselement in
een beveiligingssysteem, omdat van
invloed is op de totale gebruikslengte.
De stabiliteit van een verbindingselement
kan minder worden, bijv. bij een
aansluiting op te brede riembanden.
In ieder geval dient de
gebruiksaanwijzing van het
verbindingselement in aanmerking te
worden genomen.
Deze gebruiksaanwijzing moet aan de
gebruiker van het apparaat ter
beschikking worden gesteld en er dient
voor te worden gezorgd dat deze de
handleiding leest en ook begrijpt. De
gebruiker draagt hiervoor de volledige
verantwoordelijkheid!
Haltegurte 2020.indd 22
Haltegurte 2020.indd 22
21.10.20 08:26
21.10.20 08:26