10
5. Bedrijf van de draaischijf
Met de regelaar worden de draairichting en de
bedrijfssoort van de rolbrug bepaald (afb. 1).
Met de rechter draaischakelaar wordt de
draairichting voor afzonderlijke stappen of voor
constant bedrijf gekozen.
Draaien naar rechts (met de klok mee)
Draaien naar links (tegen de klok in)
In de middenstand van de draaischakelaar is de
aandrijving van de brug uitgeschakeld.
Met de linker schuifschakelaar wordt de rolbrug in
de gekozen richting gestart.
In de onderste positie – stap voor stap – rolt de rol
-
brug door een druk op de toets één randsegment
(7,5°) verder en stopt automatisch. De afzonder
-
lijke stappen zijn afhankelijk van de ingebouwde
railaansluitingen.
In de bovenste positie – constant bedrijf – klikt
de schuifschakelaar in en de rolbrug blijft rollen.
Direct voor het bereiken van de gewenste positie
moet de schuifschakelaar in de richting van de
middenpositie – 0 – gelost worden. De rolbrug
stopt bij het eerstvolgende randsegment.
Belangrijke opmerking:
A.U.B. start-impuls
zolang bedienen tot
de brug loopt (ca. 1 seconde). Bij storingen A.U.B.
hoofdstuk 6 van de gebruiksaanwijzing doorlezen
en niet op continubedrijf
overschakelen.
De aandrijving kan anders ernstig beschadigd
worden.
Bij ononderbroken continu bedrijf van de draai
-
schijf kan de aandrijving van de brug overbelast
raken. Daarom dient het continu bedrijf telkens na
een volle draai van de brug (360 graden) minstens
10 seconden onderbroken te worden.
Bij onderhouds- of ombouwwerkzaamheden aan
de draaischijf kan de rolbrug ook met de hand be
-
wogen worden. Daarvoor kan de aandrijving met
de handel tegenover het machinehuis ontkoppeld
worden (afb. 5). Als de handel naar het midden
toe getrokken is, kan de brug vrij draaien. Door de
handbedieningshedel naar buiten toe te bewegen
kan de aandrijving van de brug ter plaatse gestart
worden.
Tijdens het draaien van de draaischijfbrug mag de
stroom niet uitgeschakeld worden.
6. Rijbedrijf
Het spoor op de brug wordt constant met de aan
-
gesloten rijspanning gevoed (gewone transforma
-
tor of Digital-systeem). In het Digital-bedrijf blijft
een ingeschakelde extra functie op de lokomotie
-
ven (bijv. licht of rook) in bedrijf.
Via de draaibrug worden telkens de gekozen
railaansluitingen gevoed, de andere railaansluitin
-
gen zijn afgeschakeld. Daarmee is (vooral in het
traditionele rijbedrijf) onbedoeld oprijden op de
draaischijf naast de draaibrug beveiligd.
Moeten andere toevoer- en opstelsporen ook
bij een andere positie van de draaibrug bereden
worden (vooral in het digitale rijbedijf), dan kunnen
deze via aansluitrails (2290) of middenleider- en
massa-aansluitingen (7504 en 7500) extra bediend
worden. Op die manier kunnen Digital-lokomotie
-
ven ook met ingeschakelde verlichting of onder
stoom weggezet worden.
De bijgevoegde seinborden kunnen aan beide
einden van de brug ingestoken worden en moeten
naar buiten wijzen.
7. Bedrijfsstoringen
Storingen in het mechaniek bij het aanlopen van
de brugaandrijving kunnen verholpen worden door
de handel tegenover het machinistenhuis eenmaal
of meerdere keren naar buiten te bewegen (afb. 5).
Mocht de draaischijfbrug door een stroomonder
-
breking tussen twee posities in zijn blijven staan
dan kunt u door de handbedieningshendel naar het
midden te bewegen de brug met de hand verdraai
-
en tot de volgende railaansluiting.
Bij storingen in het bedrijf (bijv. onrustige loop)
moeten eerst alle aansluitingen van de draaischijf
en het regelapparaat gecontroleerd worden.
Voorts kunnen storingen op noodzakelijke onder
-
houdswerkzaamheden wijzen.
8. Onderhoud en verzorging
Belangrijke opmerking:
Motor en aandrijving zijn af fabriek geolied. Niet
extra oliën! Dit kan tot beschadigingen leiden!
Als door vervuiling van de voeding bedrijfs-storin
-
gen optreden, dan kan de brug uit de draaischijf
genomen worden. Daartoe moeten twee tegenover
elkaar liggende randsegmenten verwijderd wor
-
den en de brug tussen de gaten geplaatst worden
(afb. 6, afb. 5). Na het losdraaien van de schroef op
het draaipunt kan de brug naar boven uit de kuil
gehaald worden. De contactbanen op de konings
-
stoel en de contactveren op de brug moeten
voorzichtig gereinigd worden.
Let op: De contactveren onder de draaibrug, zowel
in het midden als aan de beiden uiteinden, mogen
niet verbogen worden. Wees voorzichtig bij het
monteren. Bij de montage moet op de juiste positie
van de beide roosters en de contactveren onder
de schroef gelet worden (afb. 8).
Het mechaniek van de brugaandrijving is verder
onderhoudsvrij. Laat noodzakelijke reparaties
aan de aandrijfeenheid alstublieft over aan uw
vakhandelaar van de Märklin-Service! Onkundige
ingrepen kunnen onherstelbare schade leiden!