nl
55
Leidingen of pomp verstopt.
Demonteren en schoonmaken.
Peil in de put teveel gedaald.
Wachten totdat het peil hersteld is of
indien mogelijk de pomp laten zakken.
Pompcapaciteit te groot ten opzichte van
de capaciteit van de put.
De pomp door een pomp met een
kleinere capaciteit vervangen.
Pomp versleten.
De pomp eruit halen en reviseren.
De hoofdbeveiliging van de installatie
schakelt in.
Kortsluiting.
De elektrische installatie controleren.
De aardlekbeveiliging van de installatie
schakelt in.
Aardlekken.
De isolatie van de onderdelen van de
elektrische installatie controleren.
Als de pomp uitgeschakeld wordt draait
de pomp in de tegenovergestelde richting.
Lekken uit de balkeerklep.
De onderdelen repareren of vervangen.
De pomp start te vaak.
Lekken uit de balkeerklep of in de
installatie.
Controleren om de lekken vast te stellen.
De onderdelen repareren of vervangen.
Membraan van eventuele autoclaaf defect
of niet voorgevuld met lucht.
De speciale aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing van de autoclaaf
lezen.
De pomp start en stopt te vaak.
Peil in de put teveel gedaald.
Wachten totdat het peil hersteld is of
indien mogelijk de pomp laten zakken.
Pompcapaciteit te groot ten opzichte van
de capaciteit van de put.
De pomp door een pomp met een
kleinere capaciteit vervangen.
9.
Buiten bedrijf stellen
Informatie voor de installateur en de onderhoudsmonteur
De geldende plaatselijke wettelijke bepalingen en voorschriften voor de gescheiden afvalverwerking moeten
in acht genomen worden.
Содержание Z6 Series
Страница 115: ......