![Guerbet DRAKON Скачать руководство пользователя страница 25](http://html1.mh-extra.com/html/guerbet/drakon/drakon_instructions-for-use-manual_2278092025.webp)
- 24 -
- 25 -
Waarschuwingen
• Spoel altijd het lumen van de geleidingskatheter en de microkatheter
continu met steriele, gehepariniseerde zoutoplossing vooraleer deze
in te brengen. Achtergebleven contraststof of bloedklonters op
het oppervlak van de microkatheter verminderen de gladheid, wat
een vlotte beweging van de microkatheter verhindert. Indien na
het spoelen de gladheid van het oppervlak niet is hersteld, mag de
microkatheter niet meer gebruikt worden en dient die samen met de
geleidingskatheter traag en voorzichtig verwijderd te worden.
• Trek niet met extreme kracht aan de microkatheter. Door met
extreme kracht aan de microkatheter te trekken, kan ernstige
mechanische schade ontstaan waardoor de katheter mogelijk
verwijderd moet worden.
• Gebruik geen extreme kracht bij het navigeren van de microkatheter
of bij het voortbewegen van de geleidingsdraad doorheen een geknikte
of geblokkeerde microkatheter. Dat kan leiden tot mechanische
schade aan de microkatheter en schade aan de bloedvaten.
• Forceer de microkatheter niet in extreem kronkelende vasculatuur.
Dat kan leiden tot knikken in de microkatheter of schade aan de
bloedvaten.
• De microkatheter en/of geleidingsdraad tegen weerstand
manipuleren kan leiden tot schade aan het bloedvat, de microkatheter
of de geleidingsdraad. Als de situatie niet kan worden opgelost, trek
dan het hele systeem van de microkatheter en geleidingsdraad
terug. Monitor tijdens de ingreep continu de manipulatie en
locatie van de microkatheter in het bloedvat door de positie van de
microkatheterpunt te controleren via een hogeresolutiefluoroscoop
en/of een digitalesubtractie-angiografiemonitor. Als enige weerstand
wordt gevoeld, beweeg de microkatheter dan niet voort of trek deze
niet terug tot de oorzaak van de weerstand is gevonden met behulp
van een hogeresolutiefluoroscoop en/of een digitalesubtractie-
angiografiemonitor.
• Dompel de microkatheter niet onder in of veeg deze niet af met
middelen die organische oplosmiddelen bevatten, zoals antiseptische
alcohol. Dat kan de microkatheter beschadigen of de gladheid ervan
verminderen.
• De infusiedruk in deze microkatheter mag nooit hoger zijn dan
6205 KPa (900 psi). Een hogere druk dan dit maximum kan leiden tot
ernstige mechanische schade in de microkatheter.
• De geschikte antitrombocyten-/anticoagulatietherapie dient voor
en na de ingreep toegediend te worden in overeenstemming met de
standaard medische praktijk.
Voorzorgsmaatregelen
• Dit hulpmiddel mag bij federale Amerikaanse wet alleen verkocht
worden door of op bestelling van een arts.
• De microkatheter mag alleen gebruikt worden door artsen die
grondig opgeleid zijn in de bedoelde ingrepen.
• De hele ingreep dient plaats te vinden in een steriele omgeving.
• Controleer of de steriele verpakking niet op enigerlei wijze is
aangetast of beschadigd voordat u ze opent.
• Controleer of de houdbaarheidsdatum, die op het label is afgedrukt,
niet overschreden is.
• Voorafgaand aan de ingreep moet de microkatheter visueel
geïnspecteerd worden op knikken, verbuigingen of andere
mechanische afwijkingen.
• Voorafgaand aan gebruik moet het oppervlak van de microkatheter
volledig bevochtigd zijn met steriele gehepariniseerde zoutoplossing
om de hydrofiele coating te activeren.
• De manipulatie van de microkatheter moet continu worden
opgevolgd met behulp van een hogeresolutiefluoroscoop en/of een
digitalesubtractie-angiografiemonitor.
• Raadpleeg de gebruiksinstructies voor informatie over
geneesmiddelen en/of hulpmiddelen die u wilt gebruiken met deze
microkatheter om de compatibiliteit te controleren en schade aan de
microkatheter te voorkomen.
• Voorafgaand aan een ingreep moet vastgesteld zijn dat alle
hulpmiddelen en gereedschappen zich in aanvaardbare toestand
bevinden.
• Kies de microkathetergrootte die het meest geschikt is vanuit
diagnostisch en anatomisch standpunt.
• Dit hulpmiddel is gesteriliseerd met ethyleenoxidegas (EtO) en
is bestemd voor eenmalig gebruik.. Steriliseer en/of gebruik dit
hulpmiddel niet opnieuw omdat dit kan leiden tot infectie of letsels.
• Niet gebruiken indien de verpakking of het product is beschadigd
of vervuild.
• Onmiddellijk gebruiken na het openen van de verpakking en veilig
weggooien conform de plaatselijke procedure voor het verwijderen
van medisch afval.
Voorzorgsmaatregel voor opslag
• Vermijd blootstelling aan water, direct zonlicht, extreme temperaturen of vochtigheid tijdens opslag.
Gebruiksinstructies
1.
Verwijder de microkatheter in de hoepelhouder voorzichtig uit de
steriele zak.
2.
Spoel de houder met steriele gehepariniseerde zoutoplossing
via de verbonden tip op de houder met een spuit, of dompel de
microkatheter in de houder onder in een steriel gehepariniseerd
zoutoplossingsbad om het oppervlak van de microkatheter grondig te
bevochtigen.
LET OP:
De gehepariniseerde zoutoplossing moet langzaam
geïnjecteerd worden zodat de microkatheter niet uit de houder
wordt geduwd.
3.
Verwijder de microkatheter langzaam uit de houder.
Zet geen kracht als u weerstand ondervindt. Injecteer opnieuw
steriele gehepariniseerde zoutoplossing in de houder en probeer
nogmaals zachtjes te verwijderen.
LET OP:
Niet gebruiken als de microkatheter beschadigd is of iets
afwijkends is geconstateerd. Houd de microkatheter vast aan de
luer-lock-tip bij hantering.
4.
Gebruik een spuit om het lumen van de microkatheter te
prepareren met steriele gehepariniseerde zoutoplossing via de luer-
lock-tip. Om de injectieweerstand te beperken, is het gebruik van een
luer-lockspuit van 1 ml of 2,5 ml aanbevolen. Injecteer langzaam 2-3
ml in de microkatheter tot meer dan 10 druppels van de oplossing uit
de punt lopen. De preparatie is voltooid als er geen luchtbellen in deze
druppels kunnen worden gezien.
5.
Breng indien nodig een hemostatische klep of roterende
hemostatische klep (type Tuohy-Borst) aan op de luer-lock-tip
van de microkatheter. Breng een geleidingsdraad in die vooraf
ondergedompeld is in een steriele gehepariniseerde zoutoplossing
en van een compatibele grootte in de microkatheter via de tip of de
aangebrachte klep. Beweeg de geleidingsdraad vervolgens voort naar
het distale uiteinde van de microkatheter. Er kan een torsie-apparaat
bevestigd worden aan het proximale uiteinde van de geleidingsdraad
om manipulatie van de geleidingsdraad te vergemakkelijken. Om de
gladheid van het oppervlak te behouden, dient de microkatheter
samen met de geleidingsdraad ondergedompeld te worden in een
bad van steriele gehepariniseerde zoutoplossing of met steriele
gehepariniseerde zoutoplossing gevuld in de houder teruggeplaatst
te worden.