
NL
Instellen van de kettingoliesmering
Afb. 15/16
1. De oliesmering van de ketting NOOIT bij lopende
motor instellen.
2. Op de onderkant van de zaag bevindt zich de
stelschroef van de kettingsmering (oliepomp).
3. Met behulp van een schroevendraaier kan door
voorzichtig draaien de smering ingesteld worden.
LET OP:
De smering is voor het gebruik al ingesteld.
Slechts met uiterste voorzichtigheid aan de
stelschroef draaien! Maximaal ¼ omdraaiing!!!
Door te veel draaien van de stelschroef vernielt u
de oliepomp en een garantie aanspraak kan dan
niet
geclaimd worden!
1. Nu wordt opnieuw de kettingspanning gecontroleerd
en eventueel als beschreven gecorrigeerd.
Hetzelfde geldt voor de oliesmering.
2. De kettingzaag is nu gebruiksklaar.
Let op! Gebruik de kettingzaag NOOIT zonder
zaagkettingolie!!!
De kettingzaag is voor het gebruik optimaal ingesteld.
Motorinstellingen enkel door een vakhandelaar laten
uitvoeren!
Werkwijze van de motorkettingzaag
De zaagketting stopt bij het aanraken van de
kettingremhendel. Om de sperring weer op te heffen
moet de kettingremhendel in de richting van de machine
getrokken worden tot een klik te horen is. Voor
uitschakeling van de machine moet de schakelaar op
„Stop“ geplaatst worden.
Dit is echter geen garantie ter vermijding van
ongevallen!
Gebruik van de motorkettingzaag
Terugslag gevaar!
Een terugslag van de zaag kan tot
dodelijke
snijdverwondingen leiden
Afb. 17
Een terugslag van de zaag kan optreden, als het
werkstuk de zaagketting inklemt of dat de punt van de
geleiderail een voorwerp aanraakt.
Zo kan het gebeuren, dat de geleiderail (kettingbalk)
ongewild in de richting van de bediende persoon
geslingerd wordt.
Afb. 18
De reactiezone van de terugslag bevindt zich in het
gebied rond het bovenste kwart van de punt van de
zaag.
Afb. 19
Gevaar van inklemmen van de rail, bijv. door
positieveranderingen bij vellingwerkzaamheden
treden krachten op die onder omstandigheden de
zaagsnede afsluiten.
Afb. 20
Gevaar door terugslag of wegglijden van de zaag
door inklemmen van de zaag langs de bovenkant,
resp. langs de onderkant.
Vellen van bomen en ontdoen van takken
Het vellen van bomen en het ontdoen van takken is
slechts aan die personen toegestaan die daarvoor
opgeleid en geschoold zijn. Volg de geldige
voorschriften voor vellingtechniek op. Controleer dat
niemand zich in de omgeving van de vallende boom
bevindt en daardoor bedreigd wordt. Door
motorgeluid kan de aangeroepen persoon het niet
gehoord hebben.
Voordat u begint moeten de valrichting en de
vluchtwegen vastgesteld worden.
Daarbij zou het volgende opgevolgd moeten worden.
•
Kies een zone waarin de boom zal vallen.
•
Neem de natuurlijke valrichting van de boom in
beschouwing.
•
Let op de windrichting en windsnelheid (bij
sterke wind niet vellen).
•
Hangrichting.
•
Nabuurbomen resp. nabuurvelling (afstand altijd
2
1
/
2
maal de boomlengte tot de dichtstbijzijnde
werkplek).
•
Leg de vluchtwegen altijd ca. 45° schuin tegen
de richting van het vallen vast. Controleer of de
vluchtwegen vrij van hindernissen zijn. Bij een
steile helling liggen de vluchtwegen parallel aan
de helling.
De volgende beschrijvingen betreffende velling
gelden slechts symbolisch en moeten slechts door
geschoold personeel uitgevoerd worden.
Afb. 21
De vellingkerf bepaalt de valrichting van de boom.
Daarbij zou een horizontale snede gemaakt worden
en aansluitend een schuine snede in een hoek van
45°. Daarbij is te letten dat deze zo dicht als mogelijk
bij de grond gemaakt is. De sneediepte bedraagt
circa 1/5 tot 1/3 van de stamdiameter.
Afb. 22
Om te verhinderen, dat bij langdradige houtsoorten
bij het vellen het hout openbarst, moet u een
splitsnede aanleggen. Bij ziek hout kunt u van de
splitsneden afzien.
Afb. 23
Nu kunt u de vellingsnede zoals voorgesteld
aanleggen. Houdt er altijd rekening mee dat er zich
niemand in de valrichting van de boom bevindt.
De vellingsnede wordt iets hoger dan de horizontale
snede van de vellingkerf aangelegd. Tussen de
vellingsnede en vellingkerf moet ca. 1/10 van de
stamdiameter blijven staan. Let daarop dat tijdig
spleetwiggen in de vellingkerf gestoken worden om
vastklemmen van het zaagblad te verhinderen.
Werk veilig en bedachtzaam
1. Houd de zaag steeds met beide handen vast en ook
veilig!
2. Zaag NOOIT met de punt van de zaag!
3. Zaag uitsluitend hout en houtachtige voorwerpen!
4. Werk voorzichtig en breng omstanders niet in
gevaar tijdens het zagen. Werk rustig en bedacht!
40
Содержание KS 400 B
Страница 2: ...DE 2 3 4 5 6 1 2 ...
Страница 3: ...DE 7 8 1 10 9 12 1 2 11 3 ...
Страница 4: ...DE 14 1 2 15 16 13 17 4 ...
Страница 5: ...DE 18 19 20 22 23 24 21 25 26 5 ...