onderdelen en bedieningselementen
(1)
Toets -
(2) SET-toets
(3) Toets +
(4) MODE-toets
(5) RESET-toets
(6) Aansluiting 6V/DC
(7) Batterijvak
(8) Functieaanduiding
(9) Aanduiding draairichting
(10) Aanduiding stroomuitval
(11) Batterijaanduiding back-up-instellingen
(12) Batterijaanduiding back-up-draaibeweging
Plaatsen resP. VerVangen Van de (oPlaadbare)
batterijen
Het apparaat beschikt over back-up-batterijen voor de draaibeweging (type:
AA/Mignon) en een back-up-batterij voor de instellingen (type: CR2032). Bij
stroomuitval wordt op deze manier de werking in stand gehouden en de instel-
lingen (zoals bijv. tijd, draairichting enz.) worden niet verwijderd. Gedurende een
stroomuitval is de verlichting voor display en behuizing uitgeschakeld.
-
Open het batterijvak (7) aan de onderkant van de behuizing.
-
Plaats eerst een 3 V-lithium-knoopcel CR2032 in de onderste batterijhouder en
daarna twee 1,5 V-batterijen van het type AA/Mignon met de juiste poolrichting.
-
De juiste polariteit is aangegeven op het batterijvak.
-
Sluit het batterijvak (7) weer.
-
Het vervangen van de batterij is noodzakelijk wanneer in de display de batterij-
aanduiding (11 of 12) gaat branden.
Tijdens het vervangen van de batterij moet de netvoedingadapter aangeslo-
ten blijven, zodat de instellingen behouden blijven.
U kunt bij dit product ook accu’s gebruiken in plaats van AA/Mignoncellen.
Door de geringere bedrijfsspanning (accu = 1,2 V, batterij = 1,5 V) en de ge-
ringere capaciteit neemt daardoor echter de bedrijfsduur af bij stroomuit-
val.
aanslUiting oP het elektriciteitsnet
m
het stopcontact waarop de netadapter wordt aangesloten, moet gem-
akkelijk bereikbaar zijn, zodat het apparaat in geval van storing snel en
zonder gevaren van de netspanning kan worden gescheiden.
zorg ervoor dat de kabel van de netvoedingadapter niet met andere ka-
bels in aanraking komt.
wees voorzichtig bij het hanteren van netkabels en netaansluitingen.
netspanning kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
laat kabels niet zonder toezicht rondslingeren, maar leg deze op des-
kundige wijze aan om gevaar voor ongevallen te voorkomen.
-
Steek de laagspanningsstekker van de meegeleverde netadapter in de aanslui-
ting 6V/DC (6) aan het apparaat.
-
Steek de netadapter in een wandcontactdoos.
Plaatsen Van het horloge
Wanneer het transparante behuizingsdeksel naar boven wordt geklapt,
stopt de beweging van de horloge-opwinder.
-
Klap het transparante behuizingsdeksel naar boven en trek de horlogehouder
uit de behuizing, door de beide „oren“ van de horlogehouder naar elkaar toe te
drukken.
-
Sluit de horlogearmband, druk het deel met de veer van de horlogehouder naar
elkaar toe en plaats uw horloge op de horlogehouder.
-
Druk de horlogehouder weer in zijn plaats in de horloge-opwinder tot hij vast-
klikt.
-
Klap het transparante behuizingsdeksel weer dicht.
Wanneer de grootte van de horlogehouder niet is afgestemd op uw horloge,
kunt u de horlogehouder met de meegeleverde onderdelen aanpassen aan
de grootte van het horloge, zoals getoond in de onderstaande afbeeldingen.
Het horloge moet door de horlogehouder goed vastgehouden worden. De
wijzerplaat moet naar buiten gericht zijn en de horlogebehuizing moet in
het midden op het gevulde kussen liggen.
Om het achterste, kleinere deel van de horlogehouder te vervangen, hebt u
een kleine schroevendraaier nodig, waarmee u het vergrendelnokje van dit
deel naar binnen drukt.
bediening
Wanneer tijdens het onderstaand beschreven instellingsproces gedurende
langere tijd geen toets wordt ingedrukt, wordt het instellingsproces verlaten
en verschijnt de normale displayaanduiding.
tijd instellen
-
Klap het behuizingsdeksel voor de bedieningstoetsen naar beneden.
-
Druk herhaaldelijk op de MODE-toets (4) tot de tijd wordt weergegeven.
-
Houd de SET-toets (2) ingedrukt tot de tijdaanduiding knippert.
-
Druk op de toets + (3) of de toets - (1) om de tijd in het stellen.
Wanneer u langere tijd op de toets + (3) of - (1) drukt, vindt er een snelle
doorloop plaats.
-
Druk op de SET-toets (2) en stel met de t (3) of - (1) de gewenste tijdno-
tatie (12 h- of 24 h-notatie) in.
-
Druk opnieuw op de SET-toets (2) om de instellingen op te slaan.
datuminstelling
-
Druk herhaaldelijk op de MODE-toets (4) tot de datum wordt weergegeven.
-
Houd de SET-toets (2) ingedrukt tot de datumaanduiding knippert.
-
Stel nu zoals boven bij de tijdinstelling beschreven met de t (3) of - (1)
het jaar, de maand/datum en de gewenste kalenderweergave in.
-
Sla de instellingen op door op de SET-toets (2) te drukken.
omschakelen van de displayaanduiding
Met de MODE-toets (4) kunt u de aanwezige displayaanduidingen opvragen:
-
ELAPSED (aantal voorafgaande rotaties per dag, reset om 24:00 uur)
-
TPD (ingesteld aantal rotaties per dag)
-
Temperatuur en luchtvochtigheid
-
Tijdaanduiding
-
Datumaanduiding