NEDERLANDS
36
Voor en na de pomp dienen afsluiters te worden
gemonteerd, om de installatie bij
onderhoudswerkzaamheden niet te hoeven aftappen.
De pomp niet laten werken met gesloten
afsluiters!
Indien mogelijk, een bypasscircuit of een afvoer
aanleggen die uitkomen in een
vloeistofrecuperatiereservoir.
Om het lawaai tot een minimum te beperken, wordt
aanbevolen trillingdempende verbindingen te
monteren op de zuig- en persleidingen en tussen de
poten van de motor en de funderingen.
Bij installaties met meerdere pompen moet iedere
pomp een eigen zuigleiding hebben, met uitzondering
van de reservepomp (indien voorzien)
.
9.2 Minimumdruk zuigzijde ( Z1 )
(pomp boven het wateroppervlak)
Voor een correcte pompwerking zonder
cavitatieverschijnselen, dient u het aanzuigniveau Z1 te
bereken
.
Het aanzuigniveau Z1 wordt berekend met de volgende
formule:
Z1= pb – gevraagde N.P.S.H– Hr – correcte pV– Hs
waar:
Z1 =
niveauverschil in meters tussen de
middellijk van de zuigopening van de
elektropomp en het oppervlak van de te
pompen vloeistof.
pb =
barometerdruk in meter waterkolom m.b.t.
de plaats van installatie
.(grafiek 1, pag. 124)
NPSH =
netto-positieve zuighoogte.
Hr =
lastverliezen in meters over de gehele
zuigleiding.
pV =
dampspanning in vloeistofmeters m.b.t. de
temperatuur uitgedrukt in °C.
(grafiek 2, pag. 125)
Hs =
Minimale veiligheidsmarge: 0.5 m.
Als het resultaat van de berekening een positieve “Z1”
waarde is, kan de pomp werken met een zuighoogte gelijk
aan maximaal “Z1” m.
Als de berekende “Z1” waarde daarentegen negatief is,
moet de pomp, om correct te kunnen werken, gevoed
worden met een positieve opvoerhoogte van tenminste
“Z1” m.
Bijv. : installatie op zeeniveau
en vloeistof op temperatuur van 20°C
gevraagde NPSH: 3,25 m
pb :
10,33 mca ( grafiek 1, pag. 124 )
Hr :
2,04 m.
t :
20°C
pV :
0,22 m. ( grafiek 2, pag. 125 )
Z1 :
10,33 – 3,25 – 2,04 – 0,22 – 0,5 = 4,32 circa
Dit betekent dat de pomp kan werken op een zuighoogte
van maximaal 4,32 m
.
9.3 Maximale druk op aanzuiging
(pomp onder het wateroppervlak)
Belangrijk: houd de som van de druk aan de ingang en
de druk die door de pomp ontwikkeld wordt (met
gesloten opening) altijd lager dan de maximale
bedrijfsdruk (PN) die wordt toegestaan door de pomp.
P1max + P2max
≤
PN (afb.6A)
P1max + P2max + P3max
≤
PNHP (afb.6B)
9.4 Nominaal minimumdebiet
De werking van de pomp op een lager debiet dan het
toegestane nominale minimumdebiet kan een te sterke
oververhitting veroorzaken die schadelijk is voor de
pomp. Voor temperaturen van de vloeistof boven 40°C
moet het minimumdebiet worden verhoogd in relatie tot
de temperatuur van de vloeistof (zie afb. 6A)
De pomp mag nooit functioneren terwijl de
persklep gesloten is.
pV
NPSH
pb
Hr
Z1
Afb. 5
positieve helling van de
zuigleiding naar de
elektropomp toe
voetklep
veranker de pomp stevig aan
het draagvlak
Afb. 4
Содержание KVC Series
Страница 126: ...121 NKV 10 15 20 Mechanical Seal Maintenance NKV 32 45 65 95 Mechanical Seal Maintenance x3 4kW 5 5kW ...
Страница 138: ......
Страница 139: ......